ECLI:NL:RBDHA:2018:11526
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en verantwoordelijkheid onder het Dublin-systeem
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 augustus 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, die ook namens haar minderjarige kinderen optrad, had een aanvraag voor een asielvergunning ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De staatssecretaris stelde dat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van het asielverzoek van eiseres, aangezien zij daar geregistreerd stond als asielzoekster en Italië had ingestemd met een terugnameverzoek. Eiseres was niet verschenen op de zitting, maar haar gemachtigde was wel aanwezig.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen. De rechtbank stelde vast dat er geen systeemfouten waren in de asielprocedure of opvangvoorzieningen in Italië, en dat gezinnen met kinderen daar op toereikende opvang konden rekenen. Eiseres had geen overtuigend bewijs geleverd dat haar situatie in Italië onhoudbaar was, en haar intentie om in Nederland asiel te vragen was niet relevant voor de beoordeling van de zaak. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan in het openbaar door rechter J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier W.H. Mentink. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.