ECLI:NL:RBDHA:2018:11522
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van veilig land van herkomst India
In deze zaak hebben eisers, burgers van India, beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun asielaanvragen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvragen zijn afgewezen als kennelijk ongegrond op basis van artikel 30b van de Vreemdelingenwet 2000, waarbij India als veilig land van herkomst is aangemerkt. De eisers hebben op 8 mei 2018 asiel aangevraagd, maar de rechtbank oordeelt dat zij niet aannemelijk hebben gemaakt dat India in hun specifieke omstandigheden niet veilig is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit en herkomst van eisers geloofwaardig zijn, maar dat hun asielrelaas ongeloofwaardig is. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Raad van State die bevestigen dat India een veilig land van herkomst is, en dat eisers niet hebben aangetoond dat zij bescherming nodig hebben van de Indiase autoriteiten. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.