ECLI:NL:RBDHA:2018:11416

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 augustus 2018
Publicatiedatum
24 september 2018
Zaaknummer
C/09/529636 / HA ZA 17-346
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake merkgebruik en onthoudingsverklaring tussen Inditex en Café Automatic B.V.

In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Den Haag op 29 augustus 2018, staat de geldigheid van een onthoudingsverklaring centraal die is gesloten tussen Inditex, de houdster van het merk 'ZARA', en [A], die handelde onder de naam 'Café Automatic'. Inditex vordert dat Café Automatic B.V. en [A] zich houden aan de voorwaarden van de onthoudingsverklaring, die hen verbiedt om het merk 'Zarazzo Caffè' te gebruiken op een manier die in strijd is met de afspraken. De rechtbank oordeelt dat Café Automatic B.V. niet gebonden is aan de onthoudingsverklaring, omdat er geen rechtsopvolging heeft plaatsgevonden die de verplichtingen uit de onthoudingsverklaring aan de nieuwe rechtspersoon zou binden. De rechtbank wijst de primaire vordering van Inditex af, maar kent de subsidiaire vordering toe, waarbij [A] wordt veroordeeld tot betaling van een contractuele boete van € 50.000,-. In de vrijwaringszaken die aan deze hoofdzaak zijn verbonden, worden de vorderingen van [A] en CA B.V. eveneens afgewezen, waarbij de rechtbank oordeelt dat de onthoudingsverklaring niet rechtsgeldig is overgedragen aan de nieuwe rechtspersoon. De proceskosten worden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partijen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
Vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 29 augustus 2018
in de hoofdzaak met zaaknummer / rolnummer: C/09/529636 / HA ZA 17-346 van
de rechtspersoon naar vreemd recht
INDUSTRIA DE DISEÑO TEXTIL S.A.,
gevestigd te Arteixo (A Coruña), Spanje,
eiseres,
advocaat mr. T. van der Valk te Rotterdam,
tegen

1.CAFÉ AUTOMATIC B.V.,

gevestigd te Weesp,
gedaagde,
advocaat mr. M.J. Cools te Utrecht,
2.
[A],
wonende te [woonplaats 1] ,
gedaagde,
advocaat mr. M.G. Jansen te Haarlem,
en in de vrijwaringszaak met zaaknummer / rolnummer C/09/537242 / HA ZA 17-839 (hierna ook: de vrijwaringszaak 17-839) van
[A],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiser in de vrijwaringszaak,
advocaat mr. M.G. Jansen te Haarlem,
tegen

1.CAFÉ AUTOMATIC B.V.,

gevestigd te Weesp,
2.
BLUE MOUNTAIN HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3.
[B],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagden in de vrijwaringszaak,
advocaat mr. M.J. Cools te Utrecht,
en in de vrijwaringszaak met zaaknummer / rolnummer C/09/537290 / HA ZA 17-844 (hierna ook: de vrijwaringszaak 17-844) van
CAFÉ AUTOMATIC B.V.
gevestigd te Weesp,
eiser in de vrijwaringszaak in conventie,
verweerder in de vrijwaringszaak in reconventie,
advocaat: mr. M.J. Cools te Utrecht
tegen

1.[A] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
2.
GVK HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagden in de vrijwaringszaak in conventie,
eisers in de vrijwaringszaak in reconventie,
advocaat: mr. M.H. Jansen te Haarlem.
Partijen zullen hierna achtereenvolgens “Inditex”, “CA B.V.”, “ [A] ”, “ [B] ” “Blue Mountain” en “GVK Holding” genoemd worden. CA B.V., [B] en Blue Mountain worden gezamenlijk ook aangeduid als “CA B.V. c.s.”. [A] en GVK Holding worden hierna ook “ [A c.s.] ” genoemd.

1.De procedure

in de hoofdzaak

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 6 maart 2017, met producties 1 tot en met 27;
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van de zijde van CA B.V., met producties 1 tot en met 4;
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van de zijde van [A] , met producties 1 tot en met 5;
  • het extract uit het audiëntieblad van de openbare terechtzitting van de rechtbank Den Haag, team Handel, enkelvoudige kamer, gehouden op woensdag 21 juni 2017, waarin de door CA B.V. en [A] verzochte vrijwaringen zijn toegestaan;
  • de conclusie van antwoord van CA B.V., met producties genummerd 1 tot en met 8;
  • de conclusie van antwoord van [A] , met producties genummerd 1 tot en met 4;
  • het tussenvonnis van 8 november 2017, waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
in de vrijwaringszaak 17-839
1.2.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaardingen van 24 juli 2017, met producties 1 tot en met 10;
  • de conclusie van antwoord van CA B.V. c.s., met producties 1 tot en met 8;
  • het tussenvonnis van 8 november 2017, waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
in de vrijwaringszaak 17-844
1.3.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 25 juli 2017, met producties 1 tot en met 13;
  • de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie van [A c.s.] , met producties 1 tot en met 10;
  • het tussenvonnis van 8 november 2017, waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
  • de conclusie van antwoord in reconventie,
in de hoofdzaak en in beide vrijwaringszaken
1.4.
Het verloop van de procedure blijkt voorts uit
- het proces-verbaal van comparitie van 12 maart 2018 in de hoofdzaak en in beide vrijwaringszaken en de daarin genoemde stukken.
1.5.
Ten slotte is een datum voor het wijzen van vonnis bepaald.
1.6.
Het proces-verbaal van de comparitie van partijen is, met instemming van partijen, buiten hun aanwezigheid opgemaakt. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om opmerkingen te maken over het proces-verbaal voor zover het feitelijke onjuistheden betreft. Van de zijde van Inditex is van deze gelegenheid gebruik gemaakt bij brief van 27 maart 2018, van de zijde van CA B.V. c.s. bij brief van 30 maart 2018 en van de zijde van [A c.s.] bij brief van 5 april 2018. De rechtbank wijst dit vonnis met inachtneming van de opmerkingen van Inditex, CA B.V. c.s. en [A c.s.] op het proces-verbaal voor zover die feitelijke onjuistheden in het proces-verbaal betreffen.

2.De feiten

2.1.
Inditex is houdster van het Benelux woordmerk en het Gemeenschapswoordmerk “ZARA”.
2.2.
[A] heeft een eenmanszaak gedreven, van waaruit hij zich bezig hield met de import, verkoop en verhuur van koffie-, frisdrank- en snoepautomaten. Ook verkocht hij koffieproducten. Hij handelde onder de naam [handelsnaam A] . [A] is enig bestuurder van en enig aandeelhouder in GVK Holding.
2.3.
[B] is bestuurder van en aandeelhouder in Blue Mountain.
2.4.
In 2007 heeft [A] h.o.d.n. [handelsnaam A] het Benelux woordmerk “Zarazzo Caffè”, depotnummer 0821377 voor waren en diensten in klassen 21, 30, 35 en 43 aangevraagd (hierna: het merk Zarazzo Caffè).
2.5.
Inditex heeft tegen die merkaanvraag oppositie ingesteld bij het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE).
2.6.
Inditex en [A] hebben vervolgens onderhandeld om tot een minnelijke regeling te komen. Op 11 maart 2008 is Inditex met [A] h.o.d.n. [handelsnaam A] overeengekomen dat zij onder bepaalde voorwaarden geen juridische procedure dan wel een oppositieprocedure in de Benelux tegen [A] zal entameren. In de door [A] in dit kader ondertekende onthoudingsverklaring (hierna ook: de onthoudingsverklaring) is, voor zover hier relevant, het volgende opgenomen:
“The undersigned [ [A] ] dba [handelsnaam A] (...) hereinafter referred to as “Cafe Automatic” (...)
(...) in consideration of [Inditex] agreeing not to institute or continue legal and/or opposition proceedings in the Benelux against Café Automatic for infringement of the trade mark Zara, Café Automatic hereby declares and undertakes, whether acting by its directors, officers, servants or any of them or otherwise howsoever, that:
1. it will always use the trade mark “Zarazzo” in combination with the word “Caffé” the same as in the Benelux trade mark registered on the 17th of April 2007 under number 0821377;
2. it will always use the sign “Zarazzo Caffé” in close conjunction with the pay off “Passione di Giorno”;
3. it will use the sign “Zarazzo Caffé” in the Benelux only and not in any jurisdiction outside the Benelux;
4. It shall make the undertaking binding upon:
ny company associated or affiliated with [ [A] ], companies in which [ [A] ] is a share holder and/or companies that acquire the business of Cafe Automatic by failure of which (i) Inditex’ consent to the use and/or registration of “Zarazzo Caffé” in the Benelux on the terms as set out in this undertaking shall be automatically revoked and (ii) [ [A] ] shall be liable for an immediately payable penalty sum of € 50.000,= (...) to be paid to [Inditex]; and
any future proprietors of the Benelux trade mark “Zarazzo Caffé” registered ond the 17th of April 2007 under number 0821377. It shall also procure that legal successors shall continue to make this undertaking and/or declaration binding upon their successors, by failure of which (i) Inditex’ consent to the use and/or registration of ”Zarazzo Caffé” in the Benelux on the terms as set out in this undertaking shall be automatically revoked and (ii) [ [A] ] shall be liable for an immediately payable penalty sum of € 50.000,= (...) to be paid to Inditex.
(…).”
2.7.
Op 4 juni 2008 heeft Inditex haar oppositie tegen de merkaanvraag van [A] ingetrokken.
2.8.
Op 18 februari 2011 heeft [A] een koopakte ondertekend, enerzijds namens zichzelf als verkoper en anderzijds namens GVK Holding als koper (hierna: Koopakte 1). In Koopakte 1 is, voor zover nu van belang, het volgende opgenomen:
“(…)
OVERWEGENDE:
(…)
b. Verkoper is eigenaar van de Activa (definitie volgt) die in de Onderneming worden aangewend voor de bedrijfsuitoefening;
c. Verkoper wenst de aan de Onderneming verbonden Activa en Passiva over te dragen;
d. Partijen hebben op 18 februari 2011 overeenstemming bereikt tot koop en verkoop van alle activa en passiva met betrekking tot de Onderneming van Verkoper aan Koper (de “Koopovereenkomst”), ingevolge waarvan deze activa en passiva per heden (de “Overdrachtsdatum”) worden overgedragen. De Activa en Passiva zijn nader omschreven in aan deze akte gehechte balans van de Onderneming per 1 januari 2011 (de “Balans Inbreng en Doorzakking”);
e. Partijen zullen ter uitvoering van de Koopovereenkomst de Activa en Passiva van de Onderneming per de Overdrachtsdatum leveren en overdragen aan Koper;
f. De Activa en Passiva worden middels deze akte geleverd en overgedragen aan Koper;
(…)
h. Partijen wensen de verkoop en levering van de Activa en de overdracht van de Passiva vast te leggen in deze Overeenkomst.
VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
Artikel 1 - Definities
In deze Overeenkomst gelden de volgende definities:
Activa”: de activa zoals uiteengezet in artikel 2.2;
(…)
Contracten”: alle op de Overdrachtsdatum bestaande leveringsovereenkomsten met klanten van de Onderneming, de leaseovereenkomsten voor een aantal personenwagens, welke contracten staan genoemd op een lijst zoals aangehecht alsBijlage 2;
Intellectuele Eigendomsrechten”: alle al dan niet geregistreerde auteursrechten, octrooien,
merk en beeldrechten,know how
en technieken die worden gebruikt in de Onderneming, waaronder de handelsnamen “Zarazzo Caffè” en “Café Automatic”;
(...)
Overdrachtsdatum”: 17 februari 2011, tenzij Partijen een andere datum schriftelijk overeenkomen;
(...)
Artikel 2 - Verkoop en Koop
2.1
Volgens de voorwaarden van en op de wijze bepaald in deze Overeenkomst, verkoopt en levert Verkoper op de Overdrachtsdatum de hierna in Artikel 2.2 bedoelde activa (de “Activa”) aan Koper, gelijk Koper deze koopt en aanvaardt en draagt Koper op de Overdrachtsdatum de hierna in Artikel 2.3 bedoelde Passiva en verplichtingen (de “Passiva”) over aan Koper, gelijk Koper deze van Verkoper overneemt.
2.2
De hiernavolgende aan de Onderneming verbonden activa worden door de Verkoper aan de Koper verkocht en overgedragen:
(…);
B. de Contracten;
(…);
L. de Intellectuele Eigendomsrechten;
(...).
(…)
2.4
De verkoop en overdracht van de Onderneming en haar Activa en Passiva heeft tot gevolg dat alle aansprakelijkheden, rechten en/of verplichtingen ten aanzien van de Activa en Passiva van de Onderneming voor rekening van de Koper komen ongeacht of deze betrekking hebben op de periode voor of na de Overdrachtsdatum.
(...)
Artikel 4 - Handelingen te verrichten op de Overdrachtsdatum
4.1
Op de Overdrachtsdatum zal de Verkoper:
(a) alle tastbare Activa door middel van bezitsverschaffing en/of door overhandiging van de sleutel(s) van het pand waarin de tastbare Activa en de Administratie zich bevinden in eigendom aan de Koper overdragen;
(b) door middel van ondertekening van deze Overeenkomst en door het verrichten van alle hiervoor benodigde mededelingen aan derden, inschrijving in registers en deponeringen en/of registraties de Intellectuele Eigendomsrechten (“Caffè Zarazzo”) aan de Koper overdragen;
(c) de Contracten overdragen door middel van ondertekening van deze Overeenkomst alsmede een schriftelijke mededeling hiervan aan de betrokken wederpartijen en de ontvangst door Verkoper en/of Koper van de toestemming van de betrokken wederpartijen, niettegenstaande het bepaalde in Artikel 5.1 van deze Overeenkomst.
(...)
4.3
Voor zover voor de levering van bepaalde Activa overeenkomstig dit Artikel 4, waaronder begrepen de Contracten, mededelingen aan en toestemmingen van derden noodzakelijk zijn, zullen Verkoper en Koper er gezamenlijk voor rekening van Verkoper voor zorgdragen dat zulks steeds op of zo spoedig mogelijk na de Overdrachtsdatum wordt geëffectueerd. Voor zover voor de effectuering van de levering van de Activa enige (rechts)handeling van Koper dan wel Verkoper vereist is, verlenen Koper en Verkoper elkaar bij dezen een onherroepelijke volmacht om deze (rechts)handelingen namens de ander te verrichten.
4.4
Indien op de Overdrachtsdatum enige verklaring of toestemming als hiervoor bedoeld niet is verkregen, zullen Partijen in hun onderlinge verhouding handelen alsof die toestemming al wel was verkregen en zal Verkoper handelen als vertegenwoordiger van Koper en zal zij alle handelingen verrichten die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de Activa. Voorts zullen de rechten en verplichtingen uit hoofde van de Contracten die betrekking hebben op de periode vanaf de Overdrachtsdatum voor rekening en risico van Koper zijn en zal Verkoper alle economische voordelen terzake van desbetreffende Activa houden en terstond na ontvangst aan Koper doen toekomen. Onverminderd hun verplichting om zich in te spannen om de benodigde medewerking ex artikel 6:159 BW alsnog te verkrijgen, zal Koper de Contracten voor eigen rekening en risico, maar uit naam van Verkoper, uitvoeren zolang die medewerking nog niet is verkregen. (...)”
2.9.
Eveneens op 18 februari 2011 is een koopakte getekend namens enerzijds GVK Holding (als verkoper) in de persoon van [A] en anderzijds CA B.V. (als koper) ook in de persoon van [A] (hierna: Koopakte 2). In Koopakte 2 is, voor zover nu van belang, het volgende opgenomen:
“(…)
OVERWEGENDE:
a. Verkoper en Koper partij zijn bij een investeringsovereenkomst d.d. 18 februari 2011 op grond waarvan Blue Mountain B.V. alle aandelen in het kapitaal van Koper zal kopen van Verkoper (de “Investeringsovereenkomst”);
b. Partijen in het kader van de Investeringsovereenkomst zijn overeengekomen dat de
onderneming van de eenmanszaak onder de naam ‘Cafe Automatic’ bij wijze van een activa/passiva transactie zal worden ingebracht in Verkoper, welke op haar beurt de onderneming bij wijze van een activa/passiva transactie zal inbrengen in Koper.
c. Verkoper middels een activa/passiva transactie d.d. 18 februari 2011 eigenaresse is
geworden van de onderneming, welke voorheen door haar oprichter en enig aandeelhouder, [ [A] ] in de vorm van een eenmanszaak onder de naam ‘Café Automatic’( ...) is gedreven welke onderneming zich bezighoudt met de groothandel in, de import en verhuur van koffie-, frisdrank- en snoepautomaten, alsmede het onderhoud hiervan en de levering van de daarvoor benodigde ingrediënten en disposables (de “Onderneming”);
d. De Activa en Passiva zijn nader omschreven in aan deze akte gehechte balans van de Onderneming per 1 januari 2011 (de “Balans Inbreng en Doorzakking”) en de overname balans per 1 januari 2011 (de “Overname balans”);
e. Verkoper wenst de aan de Onderneming verbonden Activa en Passiva over te dragen aan Koper, (…);
(…)
g. Partijen wensen de verkoop en levering van de Activa en de overdracht van de Passiva vast te leggen in deze Overeenkomst.
VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
Artikel 1 Definities
In deze Overeenkomst gelden de volgende definities:
Activa”: de activa zoals uiteengezet in artikel 2.2;
(…)
Contracten”: alle op de Overdrachtsdatum bestaande leveringsovereenkomsten met klanten van de Onderneming, welke contracten staan genoemd op een lijst zoals aangehecht alsBijlage 2;
Intellectuele Eigendomsrechten”: alle al dan niet geregistreerde auteursrechten, octrooien, merk en beeldrechten,know how
en technieken die worden gebruikt in de Onderneming, waaronder de handelsnamen ‘Zarazzo Caffè’ en “Cafe Automatic”;
(…)
Overdrachtsdatum”: 18 februari 2011, tenzij Partijen een andere datum schriftelijk overeenkomen;
(...)
Artikel 2 Verkoop en Koop
Artikel 2.1. Volgens de voorwaarden van en op de wijze bepaald in deze Overeenkomst, verkoopt en levert Verkoper op de Overdrachtsdatum de hierna in Artikel 2.2 bedoelde activa (de “Activa”) aan Koper, gelijk Koper deze koopt en aanvaardt en draagt de Koper op de Overdrachtsdatum de hierna in Artikel 2.3 bedoelde Passiva en verplichtingen (de “Passiva”) over aan Koper, gelijk Koper deze van Verkoper overneemt.
2.2
De hiernavolgende aan de Onderneming verbonden activa worden door de Verkoper aan de Koper verkocht en overgedragen:
(…);
de Contracten;
(...);
de Intellectuele Eigendomsrechten;
(...).
(...)
Artikel 4 Handelingen te verrichten op de Overdrachtsdatum
4.1
Op de Overdrachtsdatum zal de Verkoper:
a.
alle tastbare Activa door middel van bezitsverschaffing en/of door overhandiging van de sleutel(s) van het pand waarin de tastbare Activa en de Administratie zich bevinden in eigendom aan de Koper overdragen;
door middel van ondertekening van deze Overeenkomst en door het verrichten van alle hiervoor benodigde mededelingen aan derden, inschrijving in registers en deponeringen en/of registraties de Intellectuele Eigendomsrechten aan de Koper overdragen;
de Contracten overdragen door middel van ondertekening van deze Overeenkomst alsmede een schriftelijke mededeling hiervan aan de betrokken wederpartijen, niettegenstaande het bepaalde in Artikel 4.4 van deze Overeenkomst;
(...)
en zal Koper als eigen schulden erkennen de Schulden;
(...)
4.3.
Voor zover voor de levering van bepaalde Activa overeenkomstig dit Artikel 4, waaronder begrepen de Contracten, mededelingen aan en toestemmingen van derden noodzakelijk zijn, dan wel inschrijvingen in registers, deponeringen en/of registraties noodzakelijk zijn, zullen Verkoper en Koper er gezamenlijk voor rekening van Verkoper voor zorgdragen dat zulks steeds op of zo spoedig mogelijk na de Overdrachtsdatum wordt geëffectueerd. (...)
4.4
Indien op de Overdrachtsdatum enige verklaring of toestemming als hiervoor bedoeld niet is verkregen, zullen Partijen in hun onderlinge verhouding handelen alsof die toestemming al wel was verkregen en zal Verkoper handelen als vertegenwoordiger van Koper en zal zij alle handelingen verrichten die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de Activa. Voorts zullen de rechten en verplichtingen uit hoofde van de Contracten die betrekking hebben op de periode vanaf de Overdrachtsdatum voor rekening en risico van Koper zijn en zal Verkoper alle economische voordelen terzake van desbetreffende Activa houden en terstond na ontvangst aan Koper doen toekomen. Onverminderd hun verplichting om zich in te spannen om de benodigde medewerking ex artikel 6:159 BW alsnog te verkrijgen, zal Koper de Contracten voor eigen rekening en risico, maar uit naam van Verkoper, uitvoeren zolang die medewerking nog niet is verkregen. (...)”
2.10.
Ter uitvoering van het bepaalde in de investeringsovereenkomst waarnaar in Koopakte 1 en 2 wordt verwezen, heeft Blue Mountain vervolgens op 18 februari 2011 door uitgifte van nieuwe aandelen 85% van het aandelenbelang in CA B.V. gekregen en heeft GVK Holding 15% van de aandelen in CA B.V. behouden, welke 15% tegelijkertijd door GVK Holding zijn overgedragen aan een stichting Administratiekantoor Café Automatic, die vervolgens in ruil daarvoor certificaten heeft uitgegeven aan GVK Holding. Voorts zijn CA B.V. en [A] ter uitvoering van het bepaalde in de investeringsovereenkomst op dezelfde datum een managementovereenkomst aangegaan. [A] is nog enige tijd als bestuurder betrokken gebleven bij CA B.V. Op 3 januari 2012 heeft CA B.V. de managementovereenkomst met [A] wegens gewichtige redenen met onmiddellijke ingang beëindigd. Gelijktijdig heeft GVK Holding de door haar gehouden certificaten van aandelen in CA B.V. overgedragen aan Blue Mountain.
2.11.
Tussen Blue Mountain en CA B.V. enerzijds en GVK Holding en [A] anderzijds is op 19 januari 2012 een nieuwe managementovereenkomst gesloten met een looptijd tot 31 december 2017. Hierin zijn partijen onder meer overeengekomen dat CA B.V. een maandelijkse managementvergoeding van € 5.360,- exclusief omzetbelasting aan GVK Holding betaalt, en dat Blue Mountain zich garant stelt als hoofdelijk en gezamenlijk schuldenaar tot nakoming van deze betalingsverplichting. In deze managementovereenkomst is voorts het volgende opgenomen:
“ARTIKEL 4: AANSPRAKELIJKHEID/VRIJWARING
4.1 [
GVK Holding] staat er jegens [CA B.V.] en Blue Mountain voor in dat zij voldoet aan haar wettelijke verplichting tot inhouding en afdracht van de in verband met de door [ [A] ] verrichte werkzaamheden onder deze overeenkomst verschuldigde belastingen aan de Belastingdienst.
(...)
4.3
Indien en voorzover de hiervoor bedoelde verschuldigdheid van loonbelasting en premies zal worden vastgesteld met terugwerkende kracht over een periode gedurende welke op de hiervoor bedoelde vergoedingen geen inhoudingen zijn gedaan, zijn [GVK Holding] en [ [A] ] hiervoor hoofdelijk jegens [CA B.V.] en Blue Mountain aansprakelijk en zullen zij deze nagevorderde loonbelasting, premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen boetes en/of interest in hun geheel op eerste verzoek aan hen vergoeden.”
2.12.
In 2012 heeft CA B.V. een aanvraag voor het onderstaande beeldmerk bij het Benelux merkenbureau ingediend voor waren en diensten in de klassen 11, 30, 35 en 43 (depotnummer 01255055):
2.13.
CA B.V. heeft dit teken ook gebruikt voor de waren en diensten waarvoor zij dit beeldmerk heeft aangevraagd.
2.14.
Op 4 januari 2013 heeft Inditex tegen deze merkaanvraag oppositie ingesteld bij het BBIE. De oppositieprocedure is vervolgens ambtshalve opgeschort totdat het merkdepot tot een inschrijving heeft geleid.
2.15.
Op 21 maart 2013 heeft Inditex CA B.V. aangeschreven in verband met haar merkaanvraag met nummer 1255055 en het gebruik van het teken “Caffè Zarazzo Passione di Giorno”. Inditex heeft CA B.V. er in deze brief op gewezen dat zij in strijd met de onthoudingsverklaring handelde en haar gesommeerd dit handelen te staken.
2.16.
Vanaf dat moment hebben Inditex en CA B.V. onderhandeld over een minnelijke regeling.
2.17.
In december 2015 heeft CA B.V. twee gemeenschapsmerkdepots verricht voor het woordmerk Caffè Zarazzo (depotnummers 014941181 en 014944599).
2.18.
Op 5 augustus 2016 heeft Inditex de onderhandelingen met CA B.V. beëindigd zonder dat overeenstemming was bereikt.

3.Het geschil

in de hoofdzaak

3.1.
Inditex vordert na vermindering van eis – samengevat – dat de rechtbank, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
  • I) primair: CA B.V. veroordeelt tot nakoming van de overeenkomst zoals verwoord in de onthoudingsverklaring, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per dag met een maximum van € 500.000,-;
  • II) subsidiair: [A] veroordeelt tot betaling van de contractuele boete ten bedrage van € 50.000,-;
met veroordeling van CA B.V. en [A] in de proceskosten, te vermeerderen met rente.
3.2.
Inditex legt aan haar (primaire) vorderingen jegens CA B.V. ten grondslag dat CA B.V. thans is gebonden aan de onthoudingsverklaring, maar deze niet naar behoren naleeft. Inditex baseert haar (subsidiare) vordering jegens [A] op de stelling dat hij niet heeft voldaan aan zijn verplichting op grond van artikel 4 van de onthoudingsverklaring om CA B.V. als rechtsopvolger en opvolgend merkhouder te binden aan de inhoud van de onthoudingsverklaring.
3.3.
CA B.V. en [A] voeren gemotiveerd verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in de vrijwaringszaak 17-839
3.5.
[A] vordert – samengevat – dat de rechtbank, bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
  • I) CA B.V. c.s. veroordeelt tot voldoening van al hetgeen waartoe [A] in de hoofdzaak jegens Inditex mocht worden veroordeeld, met inbegrip van de proceskostenveroordeling;
  • II) CA B.V. c.s. veroordeelt tot vergoeding van alle kosten van rechtsbijstand die [A] in de hoofdzaak heeft gemaakt, te verminderen met een eventuele proceskostenveroordeling;
  • III) CA B.V. c.s. hoofdelijk veroordeelt tot voldoening van € 45.399,20 aan managementvergoeding, te vermeerderen met wettelijke handelsrente;
met hoofdelijke veroordeling van CA B.V. c.s. in de proceskosten, te vermeerderen met rente en nakosten.
3.6.
[A] legt aan zijn vorderingen het volgende ten grondslag. CA B.V. c.s. heeft haar verplichtingen jegens [A] geschonden doordat CA B.V. in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in de onthoudingsverklaring en [B] en Blue Mountain bewust hebben verhinderd dat CA B.V. de onthoudingsverklaring in acht nam, terwijl [B] en Blue Mountain bij de overname onderhandelingen over het bestaan van de onthoudingsverklaring zijn geïnformeerd. Bovendien hebben CA B.V. c.s. bij [A] het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat CA B.V. zich aan de onthoudingsverklaring gebonden achtte. CA B.V. c.s. dient de kosten die [A] heeft moeten maken doordat CA B.V. het bepaalde in de onthoudingsverklaring niet in acht neemt, aan hem te vergoeden. Voorts heeft CA B.V. c.s. niet voldaan aan de betalingsverplichtingen uit de managementovereenkomst.
3.7.
CA B.V. c.s. voert gemotiveerd verweer.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in de vrijwaringszaak 17-844
in conventie
3.9.
CA B.V. vordert – samengevat – dat de rechtbank, bij voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
  • I) bepaalt dat [A] en GVK Holding hoofdelijk, des dat de één presterende de ander zal zijn bevrijd, gehouden zijn CA B.V. te vrijwaren en hen te veroordelen tot voldoening en uitvoering van al hetgeen waartoe CA B.V. in de hoofdzaak jegens Inditex zal worden veroordeeld, en wel integraal, inclusief de eventueel in de hoofdzaak toe te wijzen dwangsommen voor niet nakoming;
  • II) voor recht verklaart dat GVK Holding en [A] toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van de (garantie)verplichtingen uit hoofde van de activa-passiva-overeenkomsten uit 2011 en te bepalen dat [A] en GVK Holding hoofdelijk jegens CA B.V. aansprakelijk zijn voor de daaruit door CA B.V. geleden en te lijden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
  • III) voor recht verklaart dat GVK Holding en [A] een onrechtmatige daad hebben gepleegd jegens CA B.V. door het schenden van hun informatieplicht en de verzwijging van de onthoudingsverklaring en GVK Holding en [A] te veroordelen tot betaling aan CA B.V. van de schade die CA B.V. als gevolg van deze onrechtmatige daad heeft geleden, op te maken en te vereffenen volgens de wet;
  • IV) GVK Holding en [A] veroordeelt in de proceskosten waaronder nakosten, te vermeerderen met rente.
3.10.
CA B.V. baseert haar vordering op wanprestatie ofwel onrechtmatige daad wegens verzwijging van het bestaan van de onthoudingsverklaring.
3.11.
[A] voert gemotiveerd verweer.
3.12.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.13.
[A c.s.] vordert, bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis, CA B.V. te veroordelen tot betaling aan [A c.s.] van een bedrag van € 58.370,40, te vermeerderen met de maandelijks verschuldigde managementvergoeding van € 6.485,60 inclusief BTW, te vermeerderen met wettelijke handelsrente en proceskosten.
3.14.
[A c.s.] stelt daartoe dat CA B.V. tot en met september 2017 tot het bedrag van € 58.370,40 achterstallig is in het betalen van overeengekomen managementvergoedingen en dat CA B.V. de managementovereenkomst dient na te komen.
3.15.
CA B.V. voert gemotiveerd verweer.
3.16.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in de hoofdzaak
De primaire vordering
4.1.
De primaire vordering van Inditex is ingesteld tegen CA B.V., die volgens Inditex gehouden is om het merk ‘Zarazzo Caffè’ uitsluitend te gebruiken op de wijze zoals verwoord in de onthoudingsverklaring. De primaire vordering strekt ertoe dit te bewerkstelligen.
4.2.
De onthoudingsverklaring bevat de verplichtingen die [A] h.o.d.n. [handelsnaam A] in het kader van de in 2008 met Inditex gesloten overeenkomst op zich heeft genomen. Deze onthoudingsverklaring behelst een kettingbeding, dat slechts tegen een rechtsopvolger kan worden ingeroepen indien dit aan die rechtsopvolger is doorgegeven. Inditex neemt primair het standpunt in dat CA B.V. gebonden is aan de onthoudingsverklaring, omdat CA B.V. ter zake de rechtsopvolgster is van [A] h.o.d.n. [handelsnaam A] .
4.3.
Rechtsopvolging kan plaatsvinden onder algemene of onder bijzondere titel. De rechtbank ziet geen reden om aan te nemen dat CA B.V. rechtsopvolgster onder algemene titel is van [A] h.o.d.n. [handelsnaam A] , nu rechtsopvolging onder algemene titel plaatsvindt in een beperkt aantal (limitatief) wettelijk geregelde gevallen en Inditex niet concreet heeft gesteld dat een – en zo ja, welke – van die gevallen hier aan de orde is. CA B.V. heeft bovendien uitgebreid toegelicht dat in haar visie van rechtsopvolging onder algemene titel géén sprake is, onder verwijzing naar Koopaktes 1 en 2.
4.4.
De vraag is vervolgens of CA B.V. wat betreft de verplichtingen voortvloeiende uit de onthoudingsverklaring rechtsopvolgster onder bijzondere titel is van [A] h.o.d.n. [handelsnaam A] . De rechtbank stelt voorop dat het in de onthoudingsverklaring opgenomen kettingbeding niet met zoveel woorden is opgenomen in Koopakte 1 (en 2). Inditex stelt zich echter op het standpunt dat CA B.V. op grond van artikel 6:159 van het Burgerlijk Wetboek (BW) (contractsovername) partij is geworden bij de overeenkomst met Inditex (als weergegeven in de onthoudingsverklaring). De rechtbank zal dit nu beoordelen.
4.5.
Op grond van artikel 6:159 lid 1 BW kan een partij bij een overeenkomst haar rechtsverhouding tot de wederpartij met medewerking van deze laatste overdragen aan een derde bij een tussen haar en de derde opgemaakte akte. Uit lid 2 van dit wetsartikel volgt dat hierdoor (in beginsel) alle rechten en verplichtingen uit de overeenkomst overgaan op de derde. Dit is een vorm van rechtsopvolging onder bijzondere titel.
4.6.
Beoordeeld moet dus worden of de verplichtingen uit de onthoudingsverklaring door [A] h.o.d.n. [handelsnaam A] bij akte zijn overgedragen aan GVK Holding, en zo ja, of deze verplichtingen vervolgens door GVK Holding bij akte zijn overgedragen aan CA B.V. Inditex stelt dat dit is gebeurd en verwijst daartoe naar artikel 2.2 sub b en artikel 4.1 sub c van Koopakte 1, waarin is opgenomen dat van de aan ‘de Onderneming’ (te weten de eenmanszaak) verbonden activa mede ‘de Contracten’ aan GVK Holding worden verkocht en overgedragen. De term ‘de Contracten’ is in artikel 1 van Koopakte 1 gedefinieerd als
“alle op de Overdrachtsdatum bestaande leveringsovereenkomsten met klanten van de Onderneming, de leaseovereenkomsten voor een aantal personenwagens, welke contracten staan genoemd op een lijst zoals aangehecht als Bijlage 2”. Anders dan Inditex betoogt, volgt uit deze bepaling niet dat álle contracten waaraan [A] h.o.d.n. [handelsnaam A] op 18 februari 2011 was verbonden, via artikel 2.2 sub b en artikel 4.1 sub c van Koopakte 1 aan GVK Holding zijn overgedragen – alleen leverings- en leaseovereenkomsten zijn overgedragen. De overeenkomst tussen Inditex en [A] h.o.d.n. [handelsnaam A] (als weergegeven in de onthoudingsverklaring) is geen leveringsovereenkomst en evenmin een leaseovereenkomst. De rechtbank oordeelt daarom dat de verplichtingen uit de onthoudingsverklaring niet bij Koopakte 1 zijn overgedragen onder de noemer ‘de Contracten’.
4.7.
Inditex stelt zich verder op het standpunt dat [A] , GVK Holding en CA B.V. op 18 februari 2011 de onthoudingsverklaring wel hebben willen overdragen en dat [B] en Blue Mountain destijds met het bestaan van de onthoudingsverklaring bekend waren. Ook indien dit juist is, kan dat Inditex niet baten. Voor contractsovername in de zin van artikel 6:159 BW is immers niet alleen wilsovereenstemming maar ook overdracht bij akte noodzakelijk. Overdracht bij akte heeft hier niet plaatsgevonden.
4.8.
Nu ook overigens gesteld noch gebleken is dat [A] (de op hem rustende verplichtingen die zijn opgenomen in) de onthoudingsverklaring aan GVK Holding heeft overgedragen, is de ketting reeds bij de eerste activa-passivatransactie verbroken.
4.9.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat CA B.V. niet als rechtsopvolger gebonden is aan de (in de onthoudingsverklaring opgenomen) verplichtingen voortvloeiende uit de door [A] h.o.d.n. [handelsnaam A] met Inditex gesloten overeenkomst.
4.10.
Inditex heeft nog gesteld dat CA B.V. gebonden is aan de inhoud van de onthoudingsverklaring, omdat CA B.V. geruime tijd met Inditex heeft onderhandeld over het sluiten van een nieuwe overeenkomst die in de plaats zou komen van de onthoudingsverklaring. Volgens Inditex heeft CA B.V. daardoor bij haar het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat CA B.V. zich gebonden achtte aan het bepaalde in de onthoudingsverklaring.
4.11.
De rechtbank volgt Inditex niet in haar betoog. Vaststaat dat Inditex en CA B.V. onderhandelden over een nieuwe overeenkomst die in de plaats moest komen van de onthoudingsverklaring. Daaruit kon en mocht Inditex slechts afleiden dat CA B.V. op dat moment bereid was om tot een afspraak te komen op dit punt. Daarmee is echter niet gezegd dat Inditex gerechtvaardigd erop mocht vertrouwen dat CA B.V. de wil had zich alsnog aan de onthoudingsverklaring te verbinden. Integendeel, uit het feit dat CA B.V. bereid was te onderhandelen over een nieuwe overeenkomst had Inditex in redelijkheid moeten afleiden dat CA B.V. zich niet aan de onthoudingsverklaring gebonden achtte; anders bestond er immers geen reden om nieuwe afspraken te maken. Ook blijkt uit niets dat Inditex er daadwerkelijk op vertrouwde dat CA B.V. zich aan de onthoudingsverklaring gebonden achtte, integendeel: volgens Inditex zelf handelde CA B.V. juist in strijd met de onthoudingsverklaring, zoals zij in de dagvaarding uitgebreid heeft betoogd, en heeft zij CA B.V. daarop aangesproken (zie 2.15).
4.12.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat CA B.V. ook niet op basis van bij Inditex gewekt gerechtvaardigd vertrouwen aan de onthoudingsverklaring is gebonden. De primaire vorderingen van Inditex jegens CA B.V. zullen daarom worden afgewezen.
De subsidiaire vordering
4.13.
De subsidiaire vordering is ingesteld jegens [A] , die zich op grond van artikel 4 van de onthoudingsverklaring heeft verplicht om toekomstige houders van het merk Zarazzo Caffè te binden aan de inhoud van de onthoudingsverklaring. Nu de rechtbank van oordeel is dat [A] dat niet heeft gedaan (zie 4.8), dient Inditex' subsidiaire vordering om [A] te veroordelen tot betaling van de overeengekomen contractuele boete, te worden toegewezen.
Proceskosten
4.14.
Inditex zal, als de jegens CA B.V. in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten van CA B.V. worden veroordeeld. Bij dagvaarding heeft Inditex de vordering strekkende tot betaling van de contractuele boete van € 50.000 niet alleen jegens van [A] ingesteld, maar ook jegens CA B.V. Tijdens de comparitie na antwoord heeft Inditex deze vordering ten opzichte van CA B.V. laten vallen, naar aanleiding van het daartegen door CA B.V. gevoerde verweer. De rechtbank zal, zoals verzocht door CA B.V., bij de proceskostenveroordeling het liquidatietarief hanteren dat hoort bij de initiële vordering van Inditex jegens CA B.V., nu CA B.V. mede proceskosten heeft gemaakt teneinde zich tegen de na de vermindering van eis, die plaatsvond tijdens de comparitie na antwoord, niet langer gevorderde contractuele boete te verweren. Aldus worden de proceskosten in de hoofdzaak aan de zijde van CA B.V. tot op heden begroot op:
- griffierecht € 1.924,00
- salaris advocaat
€ 2.685,00(2,5 punt × tarief IV)
totaal € 4.609,00
4.15.
[A] zal, als de jegens Inditex in het ongelijk gestelde partij, in de door hem veroorzaakte proceskosten van Inditex worden veroordeeld. Deze worden tot op heden begroot op:
- dagvaarding € 97,31
- griffierecht € 1.924,00
- salaris advocaat
€ 2.148,00(2 punten × tarief IV)
totaal € 4.169,31
4.16.
De door Inditex over de proceskosten gevorderde rente zal worden toegewezen op de wijze zoals in het dictum vermeld.
in de vrijwaringszaak 17-839
4.17.
[A] stelt dat CA B.V. verplicht is zich te houden aan de inhoud van de onthoudingsverklaring en dat Blue Mountain en [B] niet mogen verhinderen dat CA B.V. zich daaraan houdt. Hij betoogt daartoe primair dat de onthoudingsverklaring ingevolge artikel 6:159 BW rechtsgeldig aan CA B.V. is overgedragen. [A] heeft dit standpunt op dezelfde wijze onderbouwd als Inditex dat heeft gedaan in de hoofdzaak, en CA B.V. c.s. heeft dat op dezelfde wijze als CA B.V. in de hoofdzaak weersproken. De rechtbank oordeelt daarom, op basis van dezelfde motivering als in de hoofdzaak, dat CA B.V. niet is gebonden aan de onthoudingsverklaring wegens rechtsopvolging onder bijzondere titel door contractsovername als bedoeld in artikel 6:159 BW.
4.18.
[A] heeft ook gesteld dat CA B.V. c.s. jegens hem is gehouden zich te gedragen conform de onthoudingsverklaring op grond van artikel 4.1 sub c van Koopakte 2. Die bepaling ziet echter uitsluitend op de Contracten als gedefinieerd onder artikel 1 van Koopakte 2, en derhalve niet op de onthoudingsverklaring (zie ook 4.6). Bovendien was uitsluitend GVK Holding en niet (ook) [A] de contractuele wederpartij van CA B.V. bij de activa-passivatransactie die is neergelegd in Koopakte 2. De rechtbank passeert daarom deze stelling van [A] .
4.19.
Verder betoogt [A] dat CA B.V. c.s. schadeplichtig is jegens hem op grond van onrechtmatige daad dan wel de redelijkheid en billijkheid, omdat CA B.V. het bepaalde in de onthoudingsverklaring niet in acht neemt terwijl [A] tijdens de onderhandelingen met [B] en Blue Mountain over de bedrijfsovername het bestaan van de onthoudingsverklaring heeft genoemd.
4.20.
De rechtbank volgt [A] evenmin in dit betoog. Ook als [A] tegenover [B] en Blue Mountain melding heeft gemaakt van het bestaan van de onthoudingsverklaring, hetgeen [B] en Blue Mountain overigens gemotiveerd bestrijden, maakt dat op zichzelf nog niet dat CA B.V. c.s. of een van hen jegens [A] verplicht is het bepaalde in de onthoudingsverklaring gestand te doen. Dat zou pas het geval kunnen zijn als [B] en/of Blue Mountain dat ondubbelzinnig aan [A] had(den) toegezegd. [A] heeft niet gesteld dat dit is gebeurd.
4.21.
[A] betoogt voorts nog dat CA B.V. c.s. schadeplichtig is jegens hem op grond van onrechtmatige daad dan wel de redelijkheid en billijkheid, omdat hij er gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat CA B.V. zich gebonden achtte aan de onthoudingsverklaring en dat zij zich loyaal daaraan zou houden, omdat CA B.V. schikkingsonderhandelingen met Inditex heeft gevoerd en CA B.V. doelbewust pas na vier jaar onderhandelen de onthoudingsverklaring heeft geschonden.
4.22.
Onder verwijzing naar het hiervoor in 4.11 overwogene, is de rechtbank van oordeel dat [A] er niet gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat CA B.V. zich gebonden achtte aan de onthoudingsverklaring.
4.23.
Gelet op het vorenstaande ontbreekt een grondslag voor de vordering van [A] tot vrijwaring door CA B.V. c.s. voor de gevolgen van zijn veroordeling in de hoofdzaak. De rechtbank zal die vordering dan ook afwijzen.
4.24.
[A] heeft daarnaast nog betaling gevorderd van managementvergoedingen op grond van de managementovereenkomst. Deze vordering wordt reeds afgewezen omdat uit de managementovereenkomst volgt dat de vergoedingen moeten worden voldaan aan GVK Holding, zoals CA B.V. c.s. ook heeft aangevoerd. [A] is ter zake niet vorderingsgerechtigd.
4.25.
[A] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. Deze worden tot op heden aan de zijde van CA B.V. c.s. begroot op:
- griffierecht € 1.924,00
- salaris advocaat
€ 2.148,00(2 punten × tarief IV)
totaal € 4.072,00
in de vrijwaringszaak 17-844
in conventie
4.26.
Nu de rechtbank in de hoofdzaak heeft geoordeeld dat CA B.V. niet gebonden is aan de onthoudingsverklaring en de vordering van Inditex jegens CA B.V. zal afwijzen, is er geen grondslag voor toewijzing van de vordering van CA B.V. om [A c.s.] te veroordelen haar ter zake te vrijwaren, en evenmin voor toewijzing van haar vorderingen om [A c.s.] te veroordelen de schade te vergoeden die zij heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van een veroordeling in de hoofdzaak als gevolg van het niet onbeperkt kunnen gebruiken van het gekochte woordmerk en de handelsnaam “Zarazzo Caffè”.
4.27.
CA B.V. zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. Deze worden tot op heden aan de zijde van [A c.s.] begroot op:
- griffierecht € 1.924,-
- salaris advocaat
€ 2.148,-(2 punten × tarief IV)
totaal € 4.072,-
in reconventie
4.28.
CA B.V. heeft terecht gesteld dat de managementvergoeding waarop [A c.s.] in reconventie aanspraak maakt, op basis van de managementovereenkomst uitsluitend is verschuldigd aan GVK Holding. Zo heeft de rechtbank ook reeds geoordeeld in de vrijwaringsprocedure 17-839. De vordering in reconventie wordt daarom afgewezen voor zover ingesteld door [A] .
4.29.
CA B.V. heeft niet bestreden dat GVK Holding uit hoofde van de managementovereenkomst in beginsel aanspraak heeft op het gevorderde bedrag. CA B.V. heeft echter aangevoerd dat zij haar betalingsverplichting terecht heeft opgeschort overeenkomstig artikel 6:52 BW. Volgens CA B.V. is zij hiertoe in de eerste plaats gerechtigd omdat zij vermoedt dat [A] en GVK Holding niet hebben voldaan aan hun fiscale inhoudings- en afdrachtsverplichtingen. GVK Holding heeft dat gemotiveerd betwist, waarna CA B.V. – op wier weg dat ligt – heeft nagelaten haar stelling op dit punt nader te concretiseren. De algemeen en in de vorm van vermoedens geformuleerde stellingen van CA B.V. kunnen niet tot de conclusie leiden dat CA B.V. om deze reden is gerechtigd tot opschorting.
4.30.
Voorts betoogt CA B.V. dat zij tot opschorting is gerechtigd omdat het mogelijk is dat zij onverhoopt wordt veroordeeld tot betaling van een contractuele boete aan Inditex. Dit is echter niet meer aan de orde nu Inditex in de hoofdzaak niet langer een contractuele boete vordert van CA B.V.
4.31.
De vordering van GVK Holding tot voldoening door CA B.V. aan haar van de managementvergoedingen op grond van de managementovereenkomst, zal dan ook worden toegewezen. Deze vordering beloopt thans € 77.827,20 inclusief BTW (€ 58.370,40 te vermeerderen met 3 x € 6.485,60), te vermeerderen met de niet afzonderlijk weersproken rentevordering.
4.32.
CA B.V. heeft in het slot van haar conclusie van antwoord in reconventie (onder b en c) nog verzocht te verklaren voor recht dat zij haar betalingsverplichting wat betreft de managementvergoeding voor een bepaalde periode mag opschorten. Nog daargelaten of CA B.V. op deze wijze nog een nadere vordering mag instellen, is er geen reden om deze verklaring voor recht te geven, nu niet is komen vast te staan dat CA B.V. gerechtigd is tot opschorting.
4.33.
[A] zal, als de jegens CA B.V. in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de door hem bij CA B.V. veroorzaakte proceskosten, tot op heden begroot op
- salaris advocaat
€ 1.074,-(50% van 2 punten × tarief € 1.074,-)
totaal € 1.074,-
4.34.
CA B.V. zal, als de jegens GVK Holding in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de door haar bij GVK Holding veroorzaakte proceskosten, tot op heden begroot op:
- salaris advocaat
€ 1.074,-(50% van 2 punten × tarief € 1.074,-)
totaal € 1.074,-

5.De beslissing

De rechtbank
in de hoofdzaak
5.1.
veroordeelt [A] tot voldoening aan Inditex van een bedrag van € 50.000,-
5.2.
veroordeelt [A] in de door hem veroorzaakte proceskosten aan de zijde van Inditex, tot op heden begroot op € 4.169,31, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
5.3.
veroordeelt Inditex in de proceskosten aan de zijde van CA B.V., tot op heden begroot op € 4.609,-;
5.4.
verklaart dit vonnis in de hoofdzaak tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in de vrijwaringszaak 17-839
5.6.
wijst de vorderingen af;
5.7.
veroordeelt [A] in de proceskosten, aan de zijde van CA B.V. c.s. tot op heden begroot op € 4.072,-;
in de vrijwaringszaak 17-844
in conventie
5.8.
wijst de vorderingen af;
5.9.
veroordeelt CA B.V. in de proceskosten, aan de zijde van [A c.s.] tot op heden begroot op € 4.072,-;
5.10.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
5.11.
veroordeelt CA B.V. tot voldoening aan GVK Holding van een bedrag van € 77.827,20, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW daarover te rekenen vanaf de vervaldata van de afzonderlijke termijnen tot aan de dag der algehele voldoening;
5.12.
veroordeelt CA B.V. in de door haar bij GVK Holding veroorzaakte proceskosten, tot op heden begroot op € 1.074,-;
5.13.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.14.
veroordeelt [A c.s.] in de door hem bij CA B.V. tot op heden veroorzaakte proceskosten, tot op heden begroot op € 1.074,-;
5.15.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.C. Kranenburg en in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2018, in tegenwoordigheid van de griffier. [1]

Voetnoten

1.type: 1769