ECLI:NL:RBDHA:2018:10876

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 september 2018
Publicatiedatum
10 september 2018
Zaaknummer
AWB - 18 _ 36
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken procesbelang in vreemdelingenzaak

Op 10 september 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, geboren in 1974 en van Marokkaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, onder de beperking 'arbeid als zelfstandige'. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris op 15 december 2015 afgewezen. Eiser ging in bezwaar, maar dit bezwaar werd op 6 december 2017 ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van beroep door eiser.

Tijdens de zitting op 14 augustus 2018, waar de gemachtigde van eiser aanwezig was, maar de Staatssecretaris niet, werd duidelijk dat eiser inmiddels een nieuwe aanvraag voor een verblijfsvergunning had ingediend. De rechtbank overwoog dat, gezien deze nieuwe aanvraag en de verklaring van de gemachtigde dat eiser gedurende deze aanvraagfase arbeid mag verrichten, er geen procesbelang meer bestond bij de beoordeling van het onderhavige beroep. De rechtbank verklaarde het beroep daarom niet-ontvankelijk.

De uitspraak werd gedaan door rechter mr. E.S.G. Jongeneel, in aanwezigheid van griffier mr. M.D. Gunster, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat binnen vier weken hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 18/36

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 september 2018 in de zaak tussen

[eiser], eiser, V-nummer [V-nummer]

(gemachtigde: mr. M.G. Evers),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

Bij besluit van 15 december 2015 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd in de zin van artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000), onder de beperking ‘arbeid als zelfstandige’ afgewezen.
Bij besluit van 6 december 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 augustus 2018. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Namens verweerder is niemand verschenen.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] 1974 en heeft de Marokkaanse nationaliteit.
2. De rechtbank overweegt als volgt.
Uit het procesdossier komt naar voren dat eiser een nieuwe aanvraag om een verblijfsvergunning heeft ingediend wegens nieuwe ontwikkelingen. De gemachtigde van eiser heeft voorts ter zitting desgevraagd aangegeven dat eiser gedurende de aanvraagfase van deze nieuwe aanvraag arbeid mag verrichten en dat geen procesbelang meer aanwezig is bij de beoordeling van onderhavig beroep.
3. Gelet op het vorenstaande verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.S.G. Jongeneel, rechter, in aanwezigheid van mr. M.D. Gunster, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 september 2018.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.