3.4.1.Bewezenverklaring geweldshandelingen
Op 24 mei 2018 omstreeks 22:15 uur kreeg de politie een melding van een vechtpartij tussen twee mannen op de [straatnaam] in Den Haag, waarbij een man een andere man tegen het hoofd zou schoppen. Van de schoppende man werd een signalement opgegeven. Ter hoogte van de [straatnaam] en de [straatnaam] zag de politie een persoon, naar later bleek de verdachte, lopen die voldeed aan dit signalement. De verbalisanten zagen dat de handen en armen van de verdachte onder het bloed zaten. Hierop is hij aangehouden.
Geweldshandelingen
Meerdere personen zijn getuige geweest van de vechtpartij. Door [getuige 1] is verklaard dat zij een man met een groen T-shirt op het kruispunt zag liggen. Zij zag een andere man met al zijn kracht in ieder geval één trap geven tegen het hoofd van de man die op de grond lag.[getuige 2] zag dat twee mannen ruzie hadden en over en weer aan het vechten waren. Hij zag dat een van de mannen op enig moment op de grond lag en dat een andere man bij zijn hoofd ging staan en een paar keer tegen zijn hoofd schopte met zijn voet.Ook [getuige 3] zag dat een man meerdere keren schopte tegen een man die op de grond lag, waarbij hij de man twee à drie harde schoppen tegen het hoofd gaf.[getuige 4] zag een man met een rugzak meerdere trappen in het gezicht geven van een man op de grond.
Van het incident zijn camerabeelden gemaakt door de getuigen [getuige 2] en [getuige 4] .
Op deze beelden is te zien dat twee mannen aan het vechten zijn waarbij één man ( [slachtoffer] ) op de grond terecht komt. De andere man schopt hem vervolgens meerdere malen tegen het hoofd.Verdachte heeft zichzelf ter zitting als deze man herkend.Op enig moment hurkt de verdachte, die sportschoenen draagt, naast het hoofd van het slachtoffer en geeft hij het slachtoffer daarna nog een schop tegen zijn gelaat en stampt hij op het gezicht van het slachtoffer. De verdachte is zichtbaar onvast ter been.
De verdachte heeft bekend dat hij meerdere schoppen heeft gegeven aan [slachtoffer] op zijn gehele lichaam. Hij had veel gedronken die avond.
Letsel
Het slachtoffer is na het incident opgenomen in het Haga Ziekenhuis in Den Haag en is daar onderzocht door een arts. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat [slachtoffer] een gebroken neus, een gebroken bovenkaak, een gebroken oogkas en een gebroken rib heeft opgelopen.
Kwalificatie van het geweld
Zoals hiervoor is vastgesteld, bestond het geweld uit het meerdere malen schoppen tegen en stampen op het hoofd van [slachtoffer] . De vraag die vervolgens aan de orde is, is of deze handelingen aan te merken zijn als een poging tot doodslag.
De rechtbank is – anders dan de officier van justitie – van oordeel dat uit de bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting niet blijkt dat de verdachte het volle opzet had op de dood van [slachtoffer] . Uit de handelingen die door de verdachte zijn verricht kan naar het oordeel niet worden afgeleid dat hij de bedoeling had om [slachtoffer] te doden.
Nu er geen sprake is van vol opzet, rijst de vraag of er sprake is van voorwaardelijk opzet op de dood. Daarvan is sprake als kan worden vastgesteld dat de kans op de dood van het slachtoffer door het handelen van de verdachte aanmerkelijk was en de verdachte deze kans bewust heeft aanvaard. De rechtbank overweegt in dat kader dat het hoofd bij uitstek een kwetsbaar en vitaal deel van het lichaam betreft. Naar algemene ervaringsregels kan het meermalen met geschoeide voet schoppen tegen en stampen op het hoofd leiden tot de dood van het slachtoffer, omdat het schedel- en hersenletsel met dodelijke afloop tot gevolg kan hebben. Niet ieder schoppen tegen of stampen op het hoofd levert echter zodanig letsel op. Of in een concreet geval sprake is van een aanmerkelijke kans op het ontstaan daarvan, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Hierbij spelen de kracht waarmee, de wijze waarop en de plek op het hoofd waar is geschopt een rol.
Op de camerabeelden is te zien dat de verdachte onvast ter been is en op ongecontroleerde wijze meerdere malen met kracht tegen het hoofd van [slachtoffer] schopt en daarop stampt. Ook de getuigen verklaren hierover. Zo verklaart [getuige 1] dat de verdachte “met al zijn kracht” tegen het hoofd van het slachtoffer schopte en [getuige 3] heeft het over zeker twee à drie “harde” schoppen. De plek waar het slachtoffer is geraakt kan worden afgeleid uit het letsel dat bij hem is geconstateerd, namelijk op zijn neus, bovenkaak en oogkas. De verdachte heeft het slachtoffer dus geraakt in het aangezicht, maar wel dichtbij meer kwetsbare delen van het hoofd, zoals de slaap en het voorhoofd. Bij een rake – krachtige – schop of stamp tegen díe delen was de kans op een dodelijke afloop groot geweest. Door de zeer ongecontroleerde wijze waarop de verdachte – die dronken en onvast ter been was – steeds weer tegen het hoofd van het slachtoffer heeft geschopt en gestampt, is de kans dat hij ook die delen van het hoofd zou hebben geraakt aanmerkelijk te achten. De rechtbank is daarom van oordeel dat door het handelen van verdachte de kans op het overlijden van het slachtoffer aanmerkelijk was.
Deze kans heeft de verdachte bewust aanvaard. Op de camerabeelden is te zien dat de verdachte op verschillende momenten tegen het hoofd van het slachtoffer schopt en stampt. Ook wanneer het slachtoffer roerloos op de grond ligt, schopt de verdachte nogmaals tegen het hoofd van het slachtoffer. De verdachte heeft er dus telkens voor gekozen om specifiek op het hoofd van het slachtoffer te schoppen en stampen. Dit terwijl ook de verdachte moet hebben geweten dat daarmee een aanmerkelijke kans bestond op de dood van het slachtoffer. De rechtbank leidt daaruit af dat de verdachte die aanmerkelijke kans bewust heeft aanvaard.
Conclusie
Gelet op het vorenstaande stelt de rechtbank vast dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij door zijn handelen (te weten het schoppen tegen en het stampen op het hoofd) het slachtoffer dodelijk zou verwonden, zodat er sprake is van voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer. De rechtbank verklaart het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.