ECLI:NL:RBDHA:2018:10703
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Zwaar inreisverbod voor vreemdeling met Sierraleoonse nationaliteit na veroordeling voor drugshandel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 13 augustus 2018 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende een zwaar inreisverbod opgelegd aan een eiser met de Sierraleoonse nationaliteit. Eiser, die sinds 1999 in Nederland verblijft, had eerder een verblijfsvergunning asiel en later een reguliere verblijfsvergunning. Deze vergunningen zijn echter ingetrokken en eiser is ongewenst verklaard na een veroordeling in Finland voor internationale drugshandel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 2 mei 2018 een inreisverbod van tien jaar opgelegd, waarbij hij zich beroept op de Terugkeerrichtlijn en de ernstige bedreiging die eiser vormt voor de openbare orde. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat onvoldoende rekening is gehouden met zijn recht op respect voor zijn privéleven, zoals vastgelegd in artikel 8 van het EVRM. Hij wijst op zijn langdurige verblijf in Nederland, zijn sociale en culturele banden en het feit dat hij geen contacten meer heeft in Sierra Leone.
De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel er sprake is van inmenging in het privéleven van eiser, deze inmenging gerechtvaardigd is ter bescherming van de openbare orde. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser een actuele en ernstige bedreiging vormt voor de samenleving, gezien zijn strafbare feiten en de ernst daarvan. De rechtbank heeft de belangenafweging van de staatssecretaris niet onterecht geacht en heeft geoordeeld dat het inreisverbod niet in strijd is met artikel 8 EVRM. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep.