ECLI:NL:RBDHA:2018:10620
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning wegens gebruikelijke zorg of mantelzorg
Op 4 september 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, die lijdt aan schizofrenie, en het college van burgemeester en wethouders van Delft. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), die was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de ondersteuning die haar ex-partner [X] verleent, kan worden aangemerkt als gebruikelijke zorg of mantelzorg, waardoor er geen recht op de gevraagde maatwerkvoorziening bestaat. Eiseres had eerder ook al een aanvraag gedaan die was afgewezen, en de rechtbank volgde de conclusie van verweerder dat de zorgbehoefte van eiseres niet wezenlijk was gewijzigd ten opzichte van de eerdere aanvraag. Eiseres betoogde dat het bestreden besluit onzorgvuldig was voorbereid en onvoldoende gemotiveerd, maar de rechtbank oordeelde dat de Wmo-rapportage van verweerder voldoende zorgvuldig was en dat de conclusies inzichtelijk waren gemotiveerd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken van eiseres af.