Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
- het drukken van een hand van verdachte in het gezicht van die [slachtoffer 6] en/of
- het drukken van een vinger in een oog van die [slachtoffer 6] en/of
- het beetpakken van de/een hand(en) van die [slachtoffer 6] en/of
- het tegen die [slachtoffer 6] zeggen: "hij heeft een gannoe bij zich, hij gaat je shooten. Wij zijn torriemannen", althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
- het plaatsen/zetten van een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 6] en/of
- het schuiven/halen/trekken van die ring(en) van de vingers van die [slachtoffer 6] en/of
- het trekken van een oorbel uit een oor van die [slachtoffer 6] en/of
- het tegen die [slachtoffer 6] zeggen dat hij moest blijven zitten tot stationRoosendaal en als hij wat zou doen zouden ze hem doodschieten, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking;
- het drukken van een hand van verdachte in het gezicht van die [slachtoffer 6] en/of
- het drukken van een vinger in een oog van die [slachtoffer 6] en/of
- het beetpakken van de/een hand(en) van die [slachtoffer 6] en/of
- het tegen die [slachtoffer 6] zeggen: "hij heeft een gannoe bij zich, hij gaat je shooten. Wij zijn torriemannen", althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
- het plaatsen/zetten van een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 6] en/of
- het tegen die [slachtoffer 6] zeggen dat hij zijn telefoon moest geven, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
- het tegen die [slachtoffer 6] zeggen dat hij moest blijven zitten tot station Roosendaal en als hij wat zou doen zouden ze hem doodschieten, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking;
3.Bewijsoverwegingen
Verdachte wordt verdacht van – kort gezegd – het plegen van een aantal straatroven in Den Haag, Dordrecht en Rotterdam in november 2016. De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of verdachte de persoon is geweest die de berovingen heeft gepleegd. Verdachte heeft dit ontkent.
-eigening heeft weggenomen een
iPhone 6 en drie ringen en een tas met inhoud, toebehorende aan [slachtoffer 1] , welke diefstal werd voorafgegaan van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het inklemmen van de benen van die [slachtoffer 1] en het zeggen "Zet jou
wtelefoon in je tasje, doe je ringen af anders maak ik je dood!" en het (vervolgens) zeggen "Denk je dat ik grappen maak, begin je spullen in je tas te doen" en het met gebalde vuist slaan en het van de vingers trekken van die ringen en het trekken van die tas over de nek van die [slachtoffer 1] ;
iPhone 6+, toebehorende aan [slachtoffer 2] , en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als lener, namelijk door te doen alsof hij, verdachte, moest bellen waardoor hij de telefoon kortstondig te leen heeft gekregen, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend
voorwerp(trekkende) bewegingen gemaakt (alsof dat wapen werd doorgeladen), zichtbaar voor die [slachtoffer 2] ;
eigening heeft weggenomen een jas (merk Moncler), toebehorende aan [slachtoffer 3] , welke diefstal werd voorafgegaan van bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld bestond uit het houden van een mes
voordie [slachtoffer 3] en daarbij tegen die [slachtoffer 3] zeggen: "Doe je jas nou uit";
iPhone 6) met bijbehorende code, toebehorende aan die [slachtoffer 4] , welke bedreiging met geweld bestond uit het tonen van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [slachtoffer 4] en daarbij tegen die [slachtoffer 4] zeggen: "
Geef me je telefoon" en "
Wat is je koulocode" en "
Blijf zitten, blijf zitten";
Trek je jas uit";
eigening heeft weggenomen twee gouden ringen en een riem (merk Gucci) en een oorbel en pasjes, toebehorende aan [slachtoffer 6] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 6] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan zijn mededader de vlucht mogelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit
- het drukken van een hand in het gezicht van die [slachtoffer 6] en
- het drukken van een vinger in een oog van die [slachtoffer 6] en
- het beetpakken van een hand van die [slachtoffer 6] en
- het tegen die [slachtoffer 6] zeggen: "
- het zetten van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp tegen het hoofd van die [slachtoffer 6] en
- het schuiven van die ringen van de vingers van die [slachtoffer 6] en
- het trekken van een oorbel uit een oor van die [slachtoffer 6] en
- het tegen die [slachtoffer 6] zeggen dat hij moest blijven zitten tot station Roosendaal en als hij wat zou doen zouden ze hem doodschieten;
iPhone 7), toebehorende aan die [slachtoffer 6] , welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit
- het drukken van een hand in het gezicht van die [slachtoffer 6] en
- het drukken van een vinger in een oog van die [slachtoffer 6] en
- het beetpakken van een hand van die [slachtoffer 6] en
- het tegen die [slachtoffer 6] zeggen: "
- het zetten van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp tegen het hoofd van die [slachtoffer 6] en
- het tegen die [slachtoffer 6] zeggen dat hij zijn telefoon moest geven en
- het tegen die [slachtoffer 6] zeggen dat hij moest blijven zitten tot station Roosendaal en als hij wat zou doen zouden ze hem doodschieten.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
- een advies van Reclassering Nederland van 14 september 2017;
- het Pro Justitia-rapport (klinisch multidisciplinair onderzoek) van 27 juli 2017, opgemaakt door drs. M.D. Beijer-Holtman en drs. D. Matser, respectievelijk GZ-psycholoog en kinder- en jeugdpsychiater;
- het Pro Justitia-rapport van 12 maart 2017, opgemaakt door B. van der Hoorn en A. Hossaini, respectievelijk psychiater en psychiater in opleiding;
- het Pro Justitia-rapport van 2 maart 2017, opgemaakt door drs. L. Heukelom, GZ-psycholoog;
- een advies van Reclassering Nederland van 28 november 2016.
7.De vorderingen van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
8.De in beslag genomen goederen
- Het onder 1 genoemde goed dient te worden onttrokken aan het verkeer.
- Het onder 2 genoemde goed dient te worden terug gegeven aan aangever [slachtoffer 3] .
- Het onder 4 genoemde goed dient te worden terug gegeven aan aangever [slachtoffer 1] .
- Het onder 5 genoemde goed dient te worden verbeurd verklaard, gelet op de daarop aangetroffen foto’s van gestolen goederen.
- De onder 3 en 6 tot en met 14 genoemde goederen dienen te worden terug gegeven aan verdachte.
- het onder 2 genoemde goed (de Monclerjas) moet worden terug gegeven aan aangever [slachtoffer 3] ;
- het onder 4 genoemde goed (de Gucciriem) moet worden teruggegeven aan aangever [slachtoffer 1] ;
- de onder 3 en 5 tot en met 13 genoemde goederen moeten worden terug gegeven aan verdachte. De rechtbank merkt nog op dat de telefoon (nr. 5) ondanks de daarop aangetroffen afbeeldingen niet voldoet aan de vereisten voor verbeurdverklaring zoals vermeld in artikel 33a, lid 1 Sr.
9.De toepasselijke wetsartikelen
10.De beslissing
432 (vierhonderd tweeëndertig) dagen;
de terbeschikkingstellingvan veroordeelde en beveelt dat veroordeelde
van overheidswege zal worden gepleegd;