AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Computervredebreuk en de grenzen van ethisch hacken
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 30 augustus 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van computervredebreuk. De verdachte had in de periode van 7 oktober 2015 tot en met 17 november 2015 opzettelijk en wederrechtelijk toegang verkregen tot een deel van de webserver van [benadeelde] door gebruik te maken van een script dat ID's invoerde om persoonsgegevens op te vragen. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een minimale beveiliging, aangezien de toegang tot de database alleen mogelijk was na invoer van een geldig ID. De verdachte had het script geschreven om de omvang van een datalek aan te tonen, maar de rechtbank oordeelde dat hij verder was gegaan dan noodzakelijk en dat zijn handelen niet proportioneel was. De verdachte had het datalek niet eerst gemeld aan [benadeelde], maar aan de media, wat de rechtbank als een schending van de subsidiariteit beschouwde. De rechtbank verklaarde de verdachte schuldig aan computervredebreuk, maar legde geen straf op, omdat hij geen kwade bedoelingen had en openheid van zaken had gegeven tijdens het onderzoek. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat deze te complex was voor behandeling in het strafgeding.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2015335252, van de politie eenheid Den Haag, district Den Haag-West, districtsrecherche Den Haag-West, met bijlagen (doorgenummerd p. 1 t/m 89).
2.Proces-verbaal van aangifte van [naam 1] namens [benadeelde] , p.31-33.
3.Een geschrift, te weten het rapport van Fox-IT genaamd “ [naam 4] ” d.d. 16 november 2015, opgesteld door [naam 3] , p. 39-57.
4.Proces-verbaal van aanvraag doorzoeking ter inbeslagneming, p. 62-64.
5.De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 16 augustus 2018.
6.De rechtbank leidt dit af uit de geschiedenis van de totstandkoming van de strafbaarstelling van computervredebreuk: Kamerstukken II 1989-90, 21 551, nr. 3, p. 16-17, Kamerstukken II 1990-91, 21 551, nr. 6, p. 28-29 en Kamerstukken II 1991-92, 21 551, nr. 11, p. 18.
7.Kamerstukken II 1990-91, 21 551, nr. 7, p. 4-5.
8.Vgl. de conclusie van advocaat-generaal mr. Knigge van 28 september 2010, ECLI:NL:PHR:2011:BN9287, overweging 65.