ECLI:NL:RBDHA:2018:10360

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 juni 2018
Publicatiedatum
29 augustus 2018
Zaaknummer
6530717 \ RL EXPL 17-30575
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding bij schade aan glasvezelnetwerk; reparatie- en consignatiekosten

In deze zaak vorderde de besloten vennootschap Westland Infra Netbeheer B.V. (WIN) schadevergoeding van Aannemingsbedrijf Vermeulen Benthuizen B.V. (AVB) wegens schade aan een glasvezelnetwerk. De schade was ontstaan tijdens mechanische werkzaamheden uitgevoerd door AVB op 30 november 2016. WIN had AVB aansprakelijk gesteld voor de schade van € 19.600,70, maar AVB had een lager bedrag van € 8.049,29 aangeboden, wat WIN weigerde. De kantonrechter heeft op 13 juni 2018 uitspraak gedaan na een comparitie van partijen op 24 april 2018, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. WIN vorderde onder andere een verklaring voor recht dat AVB in strijd had gehandeld met de preprocessuele redelijkheid en billijkheid door eenzijdig een lager schadebedrag vast te stellen. AVB verweerde zich tegen de vordering en betwistte de hoogte van de door WIN opgevoerde kosten. De kantonrechter oordeelde dat de dagvaarding voldeed aan de eisen en dat de vordering van WIN toewijsbaar was. AVB werd veroordeeld tot betaling van € 19.967,35 aan WIN, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

Uitspraak

Rechtbank den haag

zittingsplaats 's-Gravenhage
EVV
Zaaknr. 6530717 \ RL EXPL 17-30575
13 juni 2018
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap Westland Infra Netbeheer B.V.,
gevestigd te Poeldijk,
eisende partij,
gemachtigde: mr. F.J. van Velsen,
tegen
de besloten vennootschap Aannemingsbedrijf Vermeulen Benthuizen B.V.,
gevestigd te Benthuizen,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. J.D. Mathis,
Partijen worden aangeduid als WIN en AVB.
Procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 28 november 2017;
  • de conclusie van antwoord;
Na de conclusie van antwoord is bij mondeling tussenvonnis een comparitie van partijen gelast voor het verstrekken van inlichtingen en het beproeven van een schikking. Deze heeft op 24 april 2018 plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat ter zitting is besproken. WIN is verschenen bij [betrokkene 1] , bijgestaan door mr. F.I.S.A.L. van Velsen, AVB is verschenen bij [betrokkene 2] , [betrokkene 3] en [betrokkene 4] , bijgestaan door mr. J.D. Mathis.

1.Feiten

De kantonrechter gaat uit van de navolgende feiten.
1.1
WIN is regionaal netbeheerder in de zin van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998 in het oorspronkelijke verzorgingsgebied Westland. In het kader van haar wettelijke taak, onderhoudt WIN ook een glasvezelnetwerk.
1.2
Onder verantwoordelijkheid van AVB zijn op 30 november 2016 mechanische werkzaamheden uitgevoerd op de locatie Honselersdijk, langs de Provincialeweg N222 ter hoogte van hectometerpaal Li. 3.1. Daarbij is schade toegebracht aan een onderdeel van het glasvezelnetwerk.
1.3
Op 6 december 2016 is AVB door WIN aansprakelijk gesteld voor de als gevolg van de werkzaamheden ontstane schade ten bedrage van € 19.600,70.
1.4
Op 13 december 2016 heeft Nationale Nederlanden (hierna: NN), de verzekeraar van AVB, schade-expert EMN opdracht gegeven onderzoek te doen naar de redelijkheid van de door WIN gevorderde schadevergoeding.
1.5
EMN heeft in een interim-schaderapport van 26 oktober 2017 geconcludeerd dat een schadebedrag van € 8.049,29 redelijk is.
1.6
AVB heeft dit lagere bedrag vervolgens aan WIN overgemaakt. WIN heeft dit bedrag geweigerd en aan AVB teruggestort.

2.Vordering

WIN vordert dat bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
-te verklaren voor recht dat de handelwijze van AVB (althans voor/namens haar: de verzekeraar respectievelijk verzekeringsexpert) inhoudende eenzijdige vaststelling zonder (zinnig) weerlegbare motivering op een substantieel lager bedrag dan op het door WIN zelf vastgestelde schadebedrag, een handelwijze is in strijd met de preprocessuele redelijkheid en billijkheid;
- te verklaren voor recht dat (ook) in een situatie waarbij de verbintenis tot schadevergoeding voortvloeit uit onrechtmatige daad, WIN gerechtigd is om een betaling die een lager bedrag vertegenwoordigt dan de volledige aflossing van de hoofdsom, als bedoeld in artikel 6:44 lid 3 jo. 6:29 BW, te weigeren (en terug te storten);
- AVB te veroordelen tegen bewijs van kwijting aan WIN te voldoen een bedrag van € 19.967,35 vermeerderd met de wettelijke rente over € 18.800,70, vanaf 28 november 2017 tot aan de dag der voldoening,
een en ander met veroordeling van AVB in de kosten van de procedure.
WIN legt aan de vordering voormelde vaststaande feiten ten grondslag, alsmede de navolgende stellingen.
2.1
Bij het inslaan van de palen ten behoeve van een nieuw te plaatsen vangrailconstructie, is de glasvezelkabel met toebehoren beschadigd geraakt. De herstelkosten beliepen € 18.700,70, hierin begrepen zijn de kosten voor tijdelijk en definitief herstel.
2.2
AVB heeft in strijd gehandeld met de in het maatschappelijk verkeer betamende zorgvuldigheid, hetgeen onrechtmatig is. AVB is dan ook gehouden de schade aan WIN te vergoeden.
2.3
Ondanks sommatie daartoe is AVB niet tot betaling van het door haar verschuldigde overgegaan.
2.4
De zaakschade uit onrechtmatige daad is geleden op het moment dat de beschadiging is ontstaan. Het verzuim is dan ook van rechtswege op 30 november 2016 ingetreden. WIN maakt vanaf die datum aanspraak op vergoeding van de wettelijke rente. Berekend tot 28 november 2017 bedraagt die rente € 366,65.
2.5
Daarnaast heeft WIN ter administratieve vaststelling en afhandeling van de schade medewerkers van haar financiële- en haar verhaalsafdeling werkzaamheden moeten laten verrichten: het verzamelen van alle relevante gegevens en het samenstellen van de schadeopstelling, het verzorgen van de aansprakelijkstelling en correspondentie met (de verzekeraar van) AVB. Dit zijn kosten ter vaststelling van aansprakelijkheid, schade en verhaal. De kosten zijn onvermijdelijk en voldoen aldus aan de eerste redelijkheid toets. WIN maakt hierbij aanspraak op een degressief forfaitaire vergoeding, gerelateerd aan de omvang van de schade. Voor de tweede redelijkheidstoets heeft WIN aansluiting gezocht bij de staffel buitengerechtelijke incassokosten, terwijl de werkelijke kosten hoger lagen. De kosten van bureau GEKO worden hier ook onder begrepen. WIN begroot de aan deze werkzaamheden verbonden kosten op een bedrag van € 800,00.

3.Verweer

AVB verweert zich tegen de vordering en voert daartoe, zakelijk weergegeven, het navolgende aan.
3.1
WIN heeft niet aan haar stelplicht voldaan door in de dagvaarding niet de gronden en onderliggende bewijsmiddelen te vermelden ter onderbouwing van haar vermeende schade. De vordering dient reeds op die grond te worden afgewezen.
Voor het geval de kantonrechter deze stelling niet volgt heeft het volgende te gelden.
AVB betwist de hoogte van de door WIN gestelde schade.
3.2
In opdracht van NN heeft EMN onderzoek gedaan naar de door WIN opgevoerde kosten voor tijdelijk en definitief herstel. Blijkens het rapport van 26 oktober 2016 concludeert EMN dat het herstel van de glasvezelkabel is aan te merken als “een regulier herstelwerk van een beschadigde kabel”. Op basis van de expertise en ervaringen met vergelijkbare schadegevallen concludeert EMN, dat de kosten die redelijkerwijs verband houden met het herstellen van een “48-vezelige glasvezelkabel” ongeveer € 7.199,29 zouden moeten bedragen. Mogelijk te vermeerderen met een bedrag van € 850,00 voor kosten “opname/engineering/coördinatie/begeleiding”.
3.3
Naar aanleiding van deze rapportage heeft EMN WIN verzocht een aantal kostenposten toe te lichten en te substantiëren, waaronder: de kosten voor tijdelijk herstel ad € 4.750,00, de expertisekosten, consignatiekosten, reparatie gebonden bijkomende kosten en vaststelling aansprakelijkheid en schade en verhaal.
3.4
De door WIN opgevoerde kosten voor tijdelijk herstel, die zien op het ompatchen van alle verbindingen, rechtvaardigen de opgevoerde kosten van € 4.750,00 niet, nu het ompatchen, volgens het EMN-rapport, relatief eenvoudig werk is dat in een paar minuten kan worden gedaan.
3.5
Daarnaast maakt AVB bezwaar tegen de hoogte van de opgevoerde expertisekosten, consignatiekosten, reparatie-geboden bijkomende kosten, vaststelling aansprakelijkheid en schade en verhaal, nu WIN die kosten onvoldoende heeft onderbouwd en/of gespecificeerd.
3.6
Daarnaast heeft WIN geen inzicht gegeven in de daadwerkelijk uitgevoerde werkzaamheden inzake de post “engineering, voorbereiding en uitvoering definitief herstel” en kan AVB de noodzaak voor de hoogte van deze kosten niet in verhouding brengen tot de normale herstelwerkzaamheden van een 48-verzelige kabel.
3.7
WIN heeft de betaling van het bedrag van € 8.049,29 ten onrechte geweigerd. AVB is dan ook niet gehouden daar de wettelijke rente over te voldoen.
3.8
WIN vordert de volledige schade aan de glasvezelkabel met toebehoren. Win heeft dan ook geen belang bij de gevorderde verklaringen voor recht.

4.Beoordeling

4.1
De door WIN uitgebrachte dagvaarding voldoet aan de daaraan te stellen eisen nu het voor AVB voldoende duidelijk was wat de vordering inhield en wat daaraan ten grondslag werd gelegd. Dit verweer van AVB wordt dan ook verworpen.
4.2
De door WIN gevorderde verklaring voor recht dat AVB, door de schade zelf vast te laten stellen een handelwijze is die in strijd is met de preprocessuele redelijkheid en billijkheid wordt afgewezen. Het staat een partij vrij de bij haar in rekening gebrachte schade zelf vast te stellen met de middelen die zij daarvoor noodzakelijk acht.
4.3
De mede gevorderde verklaring voor recht dat WIN gerechtigd is om een betaling die een lager bedrag vertegenwoordigt dan de volledige aflossing van de hoofdsom, als bedoeld in artikel 6:44 lid 3 jo. 6:29 BW, te weigeren (en terug te storten) zal eveneens worden afgewezen vanwege een gebrek aan belang nu dit recht volgt uit de wet, op grond waarvan een schuldeiser geen genoegen hoeft te nemen met deelbetalingen. Dit heeft tot gevolg dat ook over het hele toe te wijzen bedrag de wettelijke rente verschuldigd is.
4.4
Partijen verschillen uitsluitend nog van mening over de hoogte van de door WIN in rekening gebrachte kosten. WIN heeft die kosten gespecificeerd in de “schadeopstelling infraschade d.d. 01-09-2017”. Voor zover hier van belang bevattende:
4.5
Ter gelegenheid van de comparitie van partijen is komen vast te staan dat het verweer van AVB zich voornamelijk richt tegen de opgevoerde kosten van “eigen personeel/tijdelijk herstel ad € 3.592,50.
4.6
Ter onderbouwing van die posten heeft WIN het navolgende aangevoerd:
Eigen personeel
De opgevoerde kosten zien op kosten voor het ingeschakelde eigen personeel die ook extern in rekening worden gebracht tegen de marktconforme tarieven en door de ACM (Autoriteit Consument en Markt) worden gecontroleerd.
Tijdelijk herstel
Na de schademelding is een team ingezet om de schadelocatie vast te stellen. Toen bleek dat die locatie naast de Provincialeweg was gelegen. De breuk is vervolgens opgegraven en de schade is geïnventariseerd. Toen bleek dat de mantelbuis, waarin de kabel is gelegen, en de kabel waren beschadigd en de breuk bovendien was gelegen tussen twee mangaten (toegangspunten), hetgeen meer en uitgebreidere werkzaamheden tot gevolg heeft. Vanwege de toepasselijke regelgeving en de omstandigheid dat als gevolg daarvan het (gedeeltelijk) afzetten van de Provincialeweg noodzakelijk was en een vergunning vereiste, kon pas op een later moment tot definitief herstel worden overgegaan.
Vervolgens zijn er voorzieningen getroffen om de kabel om te patchen (omleiden). Het ompatchen van de 48-aderige kabel is een handmatige handeling is en neemt de nodige tijd in beslag. Dit is noodzakelijk om de integriteit en snelheid van het netwerk te waarborgen en is een contractuele verplichting die WIN tegenover haar afnemers heeft. Vervolgens heeft definitief herstel van de kabel plaatsgevonden waarbij een substantieel stuk van de kabel werd weggenomen om demping van het signaal te voorkomen. Demping van het signaal dient te worden voorkomen om de snelheid van het netwerk te garanderen.
4.7
AVB heeft tegen deze opgevoerde kosten aangevoerd dat WIN direct had kunnen overgaan tot definitief herstel, hetgeen de in rekening gebrachte kosten voor tijdelijk herstel, overbodig maakt.
4.8
Dit verweer wordt verworpen. WIN heeft voldoende onderbouwd waarom zij genoodzaakt was eerst over te gaan tot het tijdelijke herstel van de kabel om daarna de schade definitief te kunnen herstellen. Hetgeen in verband daarmee door AVB ter weerlegging is aangevoerd is onvoldoende.
Zo heeft AVB niet weersproken dat de door WIN gehanteerde tarieven voor haar eigen personeel markt conform zijn en dat WIN, als gevolg van de omstandigheid dat eerst een vergunning moest worden verkregen van de Provincie Zuid-Holland om de werkzaamheden ter vervanging van een deel van de kabel uit te voeren, waardoor tijdelijke vervanging als onderdeel van haar contractuele verantwoordelijkheid om voor een deugdelijk glasvezelnetwerk zorg te dragen, noodzakelijk was. AVB heeft evenmin weersproken dat het handmatig ompatchen van een 48-delige kabel meer tijd in beslag neemt dan de door AVB gestelde 5 minuten voor het ompatchen via een computer, zoals men bij KPN doet.
4.9
WIN heeft de overigens door haar gevorderde kosten waaronder consignatiekosten, reparatie-gebonden bijkomende kosten, vaststelling aansprakelijkheid en schade en verhaal, ter gelegenheid van de comparitie voldoende onderbouwd.
Zo heeft WIN te kennen gegeven dat zij de voor reparatie benodigde materialen op voorraad moet hebben om direct op te kunnen treden bij een storing en dat zij daarvoor een voorraad- en besteladministratie heeft, alsmede dat er renteverlies wordt gelden doordat materiaal opgeslagen ligt, hetgeen ook weer magazijnruimte noodzakelijk maakt en loonkosten met zich brengt. WIN brengt daarvoor een opslag van 10% op de materiaalkosten in rekening.
Opnames van schades worden uitbesteed aan gespecialiseerde externe technici. Zo wordt het aantal storingsminuten beperkt en de kwaliteit gewaarborgd.
WIN heeft daarnaast een storingsdienst in stand te houden die 24/365 paraat is. Alleen op die manier is geborgd dat op ieder moment van de dag een storing kan worden verholpen.
De kosten van het in standhouden van deze organisatie komt voor rekening van WIN, maar de schadeveroorzaker is gehouden een evenredig deel (consignatiekosten) daarvan te betalen.
Ten aanzien van de reparatie gebonden kosten voert WIN aan dat die zien op bijkomende handelingen die voortvloeien uit iedere storing en maken dus deel uit maken van de herstelkosten.
Ook de kosten van vaststelling van de schade, de aansprakelijkheid en verhaal zijn het directe gevolg van de veroorzaakte schade en komen dus voor rekening van de veroorzaker.
4.1
AVB heeft de verschuldigdheid en hoogte van die kosten inhoudelijk niet meer betwist, zodat ook deze kosten toewijsbaar zijn.

5.Slotsom; proceskosten

5.1
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de vordering van WIN toewijsbaar.
5.2
AVB wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure veroordeeld.
Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt AVB om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan WIN te betalen een bedrag van € 19.967,35, met de wettelijke rente over € 18.800,70 vanaf 28 november 2017 tot de dag van de voldoening;
veroordeelt AVB in de kosten van de procedure tot hiertoe aan de zijde van WIN vastgesteld op € 1.624,21, waaronder begrepen een bedrag van € 600,00 als het aan de gemachtigde van WIN toekomende salaris;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.C. Vink, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 juni 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.