ECLI:NL:RBDHA:2018:10148
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Cubaanse homoseksueel met HIV-besmetting
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 februari 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Cubaanse eiser die homoseksueel is en HIV-besmet. De eiser had op 17 december 2017 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke op 18 januari 2018 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, omdat de door hem aangevoerde redenen niet voldoende zwaarwegend werden geacht om in aanmerking te komen voor asiel. De eiser heeft aangevoerd dat hij in Cuba problemen heeft ondervonden vanwege zijn seksuele geaardheid, waaronder arrestaties en boetes door de autoriteiten. Hij heeft geprobeerd Cuba per boot te verlaten, maar werd onderschept en teruggestuurd. De rechtbank oordeelde dat de geloofwaardige elementen in het asielrelaas van de eiser niet zwaarwegend genoeg waren om te concluderen dat hij een reëel risico loopt op ernstige schade bij terugkeer naar Cuba. De rechtbank heeft vastgesteld dat homoseksualiteit in Cuba niet strafbaar is en dat de situatie voor LHBT-ers in Cuba de laatste jaren is verbeterd. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer in Cuba een reëel risico loopt op vervolging of ernstige schade, en dat zijn medische situatie (HIV) geen grond vormt voor het verlenen van een verblijfsvergunning. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor proceskostenveroordeling.