ECLI:NL:RBDHA:2018:10143
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van Dublinverordening en interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Soedanese nationaliteit hebbende man, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op grond van de Dublinverordening, omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft overwogen dat de situatie in Italië, ondanks zorgen over opvang en rechtshulp, niet zodanig is dat overdracht aan Italië in strijd is met de mensenrechten. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar eerdere uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die bevestigen dat Italië nog steeds kan worden beschouwd als een veilig land voor asielzoekers. Eiser heeft diverse rapporten overgelegd die de situatie in Italië beschrijven, maar de rechtbank oordeelt dat deze rapporten geen wezenlijk ander beeld geven dan eerder is vastgesteld. De rechtbank concludeert dat er geen grond is om aan te nemen dat Italië de verdragsbeginselen van het Verdrag van Genève en het EVRM niet zal naleven. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.