ECLI:NL:RBDHA:2018:10140
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Cubaanse lesbische vrouw op grond van onvoldoende zwaarwegende problemen in herkomstland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 februari 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Cubaanse vrouw die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. Eiseres, geboren in 1971, heeft aangevoerd dat zij vanwege haar lesbische geaardheid in Cuba problemen heeft ondervonden, waaronder discriminatie op het werk en in haar sociale omgeving. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft haar aanvraag echter afgewezen, omdat de rechtbank oordeelt dat de problemen die eiseres heeft ervaren niet zwaarwegend genoeg zijn om haar als vluchteling te kwalificeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat hoewel het asielrelaas van eiseres geloofwaardig is, de situatie in Cuba voor LHBT-ers de laatste jaren is verbeterd en dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij bij terugkeer naar Cuba een reëel risico loopt op ernstige schade. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris bevestigd en het beroep van eiseres ongegrond verklaard. De uitspraak benadrukt dat discriminatie op basis van seksuele geaardheid in Cuba niet automatisch leidt tot een vluchtelingenstatus, en dat eiseres niet heeft aangetoond dat zij niet kan terugkeren naar haar land van herkomst zonder gevaar voor haar leven of welzijn.