4.13.Eisers hebben, zakelijk weergegeven, het volgende aangevoerd ter onderbouwing van hun stelling dat de gestelde schade het gevolg is van de onrechtmatige doorhaling van de varkensrechten:
1. voor de verplaatsing van de bedrijfsactiviteiten die werden uitgevoerd op de [locatie 1] en de [locatie 2] naar de [locatie 3] was een bedrag van 1,8 miljoen euro nodig en de Rabobank was na de intrekking van de varkensrechten niet langer bereid die verplaatsing te financieren; de reden hiervan was dat [de broers A] , zo lang het onrechtmatige besluit in stand bleef, minder solvabel waren. Door de doorhaling hadden [de broers A] een gat in hun begroting van € 600.000, zijnde de waarde van de varkensrechten;
2. het sluiten van een exploitatie-overeenkomst met gemeente en het opstarten van de benodigde, dure, planologische procedures was niet mogelijk, althans dit was voor [de broers A] geen reële optie, zolang niet duidelijk was of de Rabobank de nieuwbouw zou financieren. Deze activiteiten zouden immers nodeloos zijn als het onrechtmatige besluit in stand zou blijven en de Rabobank om die reden geen financiering wilde verstrekken;
3. toen het onrechtmatige besluit was vernietigd, de varkensrechten weer beschikbaar waren en Rabobank wederom tot financiering bereid was, waren het politieke klimaat en de samenstelling van de gemeenteraad en het college van b&w na de gemeenteraadsverkiezingen gewijzigd, waardoor niet is ingestemd met de vereiste bestemmingsplanwijziging;
4. zonder het onrechtmatige besluit zou de Rabobank bereid zijn geweest tot financiering van de verplaatsing van de bedrijven aan de [locatie 1] en de [locatie 2] naar de [locatie 3] . Alsdan zou er geen vertraging zijn opgetreden in het indienen van de aanvragen voor de bestemmingsplanwijziging, de milieuvergunning en de bouwvergunning. In dat geval zouden eisers de aanvragen begin januari 2009 hebben ingediend. Deze aanvragen zouden niet langer dan zes maanden in behandeling zijn geweest, zodat daarop begin juli 2009 (naar de rechtbank begrijpt: in positieve zin) zou zijn beslist;
5. in de gemeenteraad in de oude samenstelling hadden de fracties van de PvdA en het CDA de meerderheid. Deze fracties hebben later, toen de gemeenteraad een nieuwe samenstelling had, voor het ontwerpbestemmingsplan gestemd. Eisers stellen dat kan worden aangenomen dat deze fracties in 2009 ook voor het ontwerp zouden hebben gestemd toen de gemeenteraad nog in de oude samenstelling was.