Uitspraak
Rechtbank den haag
de Staat der Nederlanden(Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, afdeling Rijksvastgoedbedrijf)
,
Waterschap Hoogheemraadschap van Rijnland,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak vordert eiser, die eigenaar is van een perceel grond, dat de Staat en het Hoogheemraadschap worden veroordeeld om de blokkade van een boothelling op te heffen en het exclusieve gebruik van een strook grond te gedogen. Eiser stelt dat hij sinds 2008 eigenaar is van het perceel en dat hij en zijn familie al tientallen jaren gebruik maken van de strook grond en de boothelling. De Staat betwist dit en stelt dat de strook grond eigendom is van de Staat en dat de boothelling niet op het perceel van eiser ligt. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiser een beroep kan doen op verkrijgende verjaring, omdat hij en zijn rechtsvoorgangers de strook grond al lange tijd in bezit hebben. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vorderingen van eiser toewijsbaar zijn, omdat de Staat onrechtmatig handelt door de blokkade van de boothelling op te werpen en de huurovereenkomst met een derde partij te sluiten. De Staat wordt veroordeeld om de blokkade op te heffen en het exclusieve gebruik van de strook grond door eiser te gedogen. De kosten van de procedure worden aan de Staat opgelegd.