ECLI:NL:RBDHA:2017:9710
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet in behandeling nemen asielaanvraag op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 augustus 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiseres. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie niet in behandeling genomen. De staatssecretaris stelde dat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag, aangezien eiseres eerder in Duitsland om asiel had verzocht. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 24 augustus 2017 is eiseres verschenen, maar haar gemachtigde was niet aanwezig. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft overwogen dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek. Dit is gebaseerd op de Dublinverordening, die bepaalt dat de lidstaat waar de asielzoeker voor het eerst asiel heeft aangevraagd, verantwoordelijk is voor de verdere behandeling van de aanvraag.
Eiseres voerde aan dat zij vanuit veiligheidsoverwegingen belang had bij een inhoudelijke behandeling van haar aanvraag in Nederland, omdat zij bedreigd werd door haar familie in Duitsland. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres niet voldoende bewijs had geleverd voor haar claims en dat de staatssecretaris terecht het interstatelijk vertrouwensbeginsel toepaste. De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere, individuele omstandigheden waren die aanleiding gaven om de aanvraag van eiseres onverplicht in behandeling te nemen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag, en eiseres heeft de mogelijkheid om binnen een week hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.