ECLI:NL:RBDHA:2017:9692

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 augustus 2017
Publicatiedatum
28 augustus 2017
Zaaknummer
09/818750-16, 09/837073-17, 10/224468-15
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte voor dertien diefstallen en witwassen

Op 28 augustus 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich gedurende een periode van ongeveer negen maanden schuldig heeft gemaakt aan dertien diefstallen uit woningen en het witwassen van een geldbedrag van € 55.134,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening diverse goederen, waaronder dure auto’s en waardevolle spullen, heeft weggenomen. De diefstallen zijn gepleegd door middel van ‘hengelen’ en het gebruik van valse sleutels, waarbij de verdachte zich toegang tot de woningen heeft verschaft terwijl de bewoners aanwezig waren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte verplicht is om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers van de diefstallen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar meegewogen in de strafoplegging.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummers: 09/818750-16 (dagvaarding I), 09/837073-17 (dagvaarding II) en
10/224468-15 (tul)
Datum uitspraak: 28 augustus 2017
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting [adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 14 december 2016 (pro forma), 13 maart 2017 (pro forma), 17 mei 2017 (pro forma) en 14 augustus 2017 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. I. Doves en van hetgeen door de raadsvrouw van verdachte mr. C.C.J.L. Huurman, advocaat te Rotterdam, en door verdachte naar voren is gebracht.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 17 mei 2017 medegedeeld dat zij voornemens is een ontnemingsvordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken.

2.De tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijzigingen van de tenlastelegging ter terechtzitting van 14 december 2016 en 14 augustus 2017 – ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van dagvaarding I
1.
hij op of omstreeks 24 augustus 2016 te ’s-Gravenhage met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto (merk Volkswagen met [kenteken] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in de periode 25 augustus 2016 tot en met 4 september 2016 te ’s-Gravenhage en/of Rosmalen, althans in Nederland, een goed te weten een auto (merk Golf met het afgeven [kenteken] ) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat liet een
door misdrijf verkregen goed betrof;
2.
hij op of omstreeks 24 augustus 2016 te ’s-Gravenhage omstreeks, 03.00 uur in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, uit een woning gelegen aan de [adres] te Den Haag, alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geld (25 euro) en/of een spiegelreflexcamera (merk Canon 600) en /of een compactfotocamera (merk Canon) en/of een flitser en/of geheugenkaart en/of autosleutels, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in de periode 23 augustus 2016 tot en met 5 september 2016 te ’s-Gravenhage en/of Schiedam, althans in Nederland, een goed te weten een spiegelreflexcamera (merk Canon type 600) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3.
hij op of omstreeks 2 september 2016 te ’s-Gravenhage met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een woning gelegen aan de [adres] autosleutel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in de periode van 2 september 2016 tot en met 5 september 2016 te ’s-Gravenhage en/of Rijswijk en/of Schiedam, althans in Nederland, een goed te weten een autosleutel en/of een auto (merk Volkswagen met [kenteken] ) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
4.
hij in de periode 1 augustus 2016 tot en met 1 september 2016 te Harderwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, uit een woning gelegen aan de [adres] , een sleutelbos, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in de periode 31 augustus 2016 tot en met 5 september 2016 te ’s-Gravenhage en/of Harderwijk en/of Schiedam, althans in Nederland, een goed te weten een autosleutel (behorend bij [chassisnummer] ) en/of auto (merk Audi met [kenteken] ) en/of kentekenbewijs (afgeven voor [kenteken] ) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist,dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Ten aanzien van dagvaarding II
1.
(zaak 2.5)
hij in of omstreeks de periode tussen 31 augustus 2016 en 1 september 2016, tezamen en in vereniging, althans alleen, al dan niet gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Harderwijk, althans te Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een auto (Audi [kenteken] ), (auto)sleutels en/of een gereedschapskist (met gereedschap) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte waarbij verdachte zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel (door zogenaamd 'hengelen' en/of door het gebruik van een sleutel waartoe hij niet was gerechtigd);
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode tussen 31 augustus 2016 en 4 september 2016, te Harderwijk en/of Schiedam althans te Nederland (auto)sleutel(s), een en/of meerdere gereedschapskist(en)/gereedschapsdoos/dozen (met gereedschap) en/of twee althans een en/of meerdere kentekenbewij(s)(zen),in elk geval enig goed, heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2.
(zaak 2.7)
Hij in of omstreeks de periode tussen 18 augustus 2016 en 20 augustus 2016, tezamen en in vereniging, althans alleen, al dan niet gedurende de voor nachtrust bestemde tijd, te Apeldoorn, althans te Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een auto (BMW 3 serie [kenteken] ), een APK keuringsbewijs (horend bij BMW 3 serie [kenteken] ),
(auto)sleutels, een rijbewijs, een paspoort, een colbert, twee, althans één en of meerdere truien en/of
een zwart etui geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 7] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte waaarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel (door zogenaamd 'hengelen' en/of door het gebruik van een sleutel waartoe hij niet was gerechtigd);
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode tussen 18 augustus 2016 en 4 september 2016, te Apeldoorn en/of Schiedam, althans te Nederland, een APK keuringsbewijs (horend bij BMW 3 serie [kenteken] ),
heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3.
(zaak 2.8)
hij in of omstreeks de periode tussen 5 januari 2016 en 7 januari 2016, tezamen en in vereniging, althans alleen, al dan niet gedurende de voor nachtrust bestemde tijd, te Veenendaal, althans te Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een auto (Audi [kenteken] ), een auto (Audi [kenteken] ) en/of een (Makita) boormachine geheel of ten dele toebehorende aan [naam] en/of [aangever 8] en/of [bedrijf] , in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte waaarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel (door zogenaamd 'hengelen' en/of door het gebruik van een sleutel waartoe hij niet was gerechtigd);
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode tussen 5 januari 2016 en 4 september 2016, te Veenendaal en/of Schiedam, althans te Nederland, een auto (Audi [kenteken] ), een auto (Audi [kenteken] ) en/of een (Makita) boormachine heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
4.
(zaak 2.10)
hij op of omstreeks de periode tussen 4 augustus 2016, tezamen en in vereniging, althans alleen, al dan niet gedurende de voor nachtrust bestemde tijd, te Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee althans één en/of meerdere computer(s) (Apple Ibook),
een tablet (apple ipad), een scheermes, (auto)sleutel(s), een powerbank, een mediaspeler (apple tv) en/of drie althans een en/of meerdere zonnebril(len) (Rayban), geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 9] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte waaarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel (door zogenaamd 'hengelen');
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks de periode tussen 4 augustus 2016 en 21 september 2016 te Utrecht en/of Schiedam en/of Zoetermeer, twee althans één en/of meerdere computer(s) (Apple Ibook) en/of
een powerbank, heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
5.
(zaak 2.13)
hij op of omstreeks 25 januari 2016, tezamen en in vereniging, althans alleen, al dan niet gedurende de voor nachtrust bestemde tijd, te Harderwijk, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto (Audi [kenteken] ), geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel (door zogenaamd 'hengelen' en/of door het gebruik van een sleutel waartoe hij niet was gerechtigd);
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 26 januari 2016 te Rotterdam, een goed te weten een auto (Audi [kenteken] ) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans kon vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
6.
(zaak 2.14)
Hij op of omstreeks 1 september 2016, tezamen en in vereniging, althans alleen, al dan niet gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Rijswijk, althans te Nederland, met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto (Audi [kenteken] ),
(auto)sleutels en/of Een usb stick, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 10] en/of [naam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte waarbij verdachte zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel (door zogenaamd 'hengelen' en/of door het gebruik van een sleutel waartoe hij niet was gerechtigd);
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks de periode tussen 4 augustus 2016 en 7 september 2016, te Rijswijk en/of Den Haag en/of Schiedam, een auto (Audi [kenteken] ) en/of (auto)sleutels en/of Een usb stick, in elk geval enig goed, heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
7.
(zaak 2.16)
hij op of omstreeks 25 mei 2016, tezamen en in vereniging, althans alleen, al dan niet gedurende de voor nachtrust bestemde tijd, te Barneveld, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto (Volvo [kenteken] ), een kentekenbeweijs en/of (auto)sleutels geheel of ten dele
toebehorende aan [aangever 11] en/of [bedrijf] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel (door zogenaamd 'hengelen' en/of door het gebruik van een sleutel waartoe hij niet was gerechtigd);
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks de periode tussen 25 mei 2016 en 8 september, te Barneveld en/of Rotterdam, althans te Nederland, een auto (Audi [kenteken] ), (auto)sleutels en/of Een usb stick, in elk geval enig goed, heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
8.
(zaak 2.23)
hij op of omstreeks de periode tussen 3 augustus 2016 en 5 augustus 2016, tezamen en in vereniging, althans alleen, al dan niet gedurende de voor nachtrust bestemde tijd, te Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een computer (HP), een computer (apple), een apple decoder, sleutels en/of een boorstandaard, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 12] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte waaarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel (door zogenaamd 'hengelen');
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks de periode tussen 4 augustus 2016 en 5 oktober 2016, te Utrecht en/of Zoetermeer, een computer (laptop), in elk geval enig goed, heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
9.
(zaak 2.24)
hij op of omstreeks 17 augustus 2016, tezamen en in vereniging, althans alleen, al dan niet gedurende de voor nachtrust bestemde tijd, te Harderwijk, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto (BMW [kenteken] ), een rijbewijs, bankpas(sen) en/of een smartphone (Samsung) geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 13] en/of [naam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel (door zogenaamd 'hengelen' en/of door het gebruik van een sleutel waartoe hij niet was gerechtigd);
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks de periode tussen 17 augustus 2016 en 4 oktober 2016, te Utrecht en/of Schiedam en/of Zoetermeer, een smartphone Samsung, in elk geval enig goed, heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
10.
hij in of omstreeks de periode tussen 11 oktober 2011 tot en met 11 oktober 2011 2016 te Schiedam, althans te Nederland, althans in Nederland, heeft verborgen en/of verhuld wie een voorwerp, te weten een geldbedrag van ongeveer 55.134 euro, voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
3. Bewijsoverwegingen [1]
3.1
Inleiding en aanleiding onderzoek
Op 30 augustus 2016 troffen verbalisanten op de [adres] te Rijswijk een auto van het merk Volkswagen, type Golf (hierna: VW Golf) met het [kenteken] aan. [2] Dat voertuig was tussen 24 augustus 2016 te 20.00 uur en 25 augustus 2016 te 8.00 uur weggenomen op de [adres] te Den Haag. [3]
Na overleg met de officier van justitie werd besloten een peilbaken onder dat voertuig te plaatsen. [4]
Op 31 augustus 2016 werd voornoemd voertuig vanuit Rijswijk verplaatst naar de [adres] te Rotterdam. Het voertuig was toen voorzien van twee andere kentekenplaten, te weten [kenteken] en [kenteken] . Op 4 september 2016 bleek uit gegevens van het peilbaken dat het voertuig in beweging was. Opnieuw waren er andere kentekenplaten op het voertuig bevestigd, te weten [kenteken] en [kenteken] . Het voertuig reed de A20 op in de richting van Dordrecht. Uiteindelijk werd het voertuig geparkeerd in Rosmalen. [5] Door twee verbalisanten werd de bestuurder van de VW Golf herkend als verdachte. [6] Ook werd verdachte in Rosmalen in de directe nabijheid van de VW Golf aangehouden. [7]
Na zijn aanhouding heeft er op 5 september 2016 een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van verdachte aan de [adres] te Schiedam. [8] Voorts heeft er op 21 september 2016 een doorzoeking plaatsgevonden in de woning aan het [adres] te Zoetermeer. De bewoonster van die woning, [naam] genaamd (hierna: [naam] ), betrof een vriendin van verdachte. [9]
In beide woningen werd een groot aantal goederen in beslag genomen die vermoedelijk van diefstal afkomstig zijn. Voorts werden in de woning aan de [adres] te Schiedam diverse bamboestokken aangetroffen. Aan één van deze bamboestokken zat een haak. [10]
De vraag die de rechtbank thans ter beantwoording voorligt, is of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een dertiental diefstallen, al dan niet in vereniging en door middel van “hengelen” en/of gebruikmaking van een valse sleutel gepleegd, dan wel aan heling van diverse goederen die van die diefstallen afkomstig zijn en aan het witwassen van een geldbedrag van € 55.134,-.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de bij dagvaarding I onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en de bij dagvaarding II onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair, 9 primair en 10 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. Zij heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat ten aanzien van dagvaarding I feit 2 en dagvaarding II de feiten 3 en 6 het medeplegen wettig en overtuigend bewezen kan worden. Bij de overige ten laste gelegde feiten dient verdachte van dat onderdeel van de tenlastelegging vrijgesproken te worden.
Ten aanzien van dagvaarding II feit 10 kan naar de mening van de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte een bedrag van € 49.718,- heeft witgewassen.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak van de bij dagvaarding I onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en de bij dagvaarding II onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair, 9 primair en 10 ten laste gelegde feiten bepleit wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
Ten aanzien van de bij dagvaarding I onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair, 4 subsidiair en de bij dagvaarding II onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5 subsidiair, 6 subsidiair, 7 subsidiair, 8 subsidiair en 9 subsidiair ten laste gelegde feiten heeft zij zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging
Ten aanzien van dagvaarding II feit 5
[aangever 1] (hierna: [aangever 1] ) heeft verklaard dat tussen 25 januari 2016 te 23.30 uur en 26 januari 2016 te 9.00 uur zijn sleutelbos, die op de dressoirkast in de hal van zijn woning aan de [adres] te Harderwijk lag, is weggenomen. Voorts is zijn auto van het merk Audi met het [kenteken] weggenomen. Hij heeft geen braaksporen aan zijn woning aangetroffen. Aan de voorzijde van zijn woning heeft [aangever 1] een camera hangen. Op de camerabeelden is te zien dat op 26 januari 2016 omstreeks 2.21 uur een manspersoon voor zijn woning staat die met een zaklamp naar binnen schijnt bij het halletje van zijn woning. Vervolgens is het zicht op de voordeur verdwenen, omdat de camera is gedraaid. Via het Track & Trace-systeem in de auto zag [aangever 1] dat zijn auto stilstond in Rotterdam. [11]
De auto van [aangever 1] werd in een parkeergarage aan de [adres] te Rotterdam aangetroffen. [12]
Tien verbalisanten hebben de man die te zien is op de door [aangever 1] ter beschikking gestelde camerabeelden, herkend als verdachte. [13]
Voornoemde camerabeelden zijn ter terechtzitting getoond. Ook de rechtbank heeft uit eigen waarneming verdachte herkend als de persoon op de beelden, gelet op de sterke gelijkenissen tussen verdachte en de persoon op de camerabeelden, in het bijzonder het gezicht, de neus-, de mond en de haarlijn.
Op grond van vorenstaande bewijsmiddelen – in onderling verband en samenhang bezien – acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de bij dagvaarding II onder 5 primair ten laste gelegde diefstal heeft begaan. Niet is gebleken dat er tussen verdachte en een ander persoon, dan wel andere personen een nauwe en bewuste samenwerking bestond. Verdachte zal derhalve van het onderdeel “medeplegen” in de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Uit het vorenstaande kan afgeleid worden dat verdachte in de nacht van 25 op 26 januari 2016 naar Harderwijk is gegaan en de sleutelbos uit de woning van [aangever 1] heeft weggenomen door middel van vermoedelijk “hengelen”. Aan de woning van [aangever 1] zijn immers geen braaksporen aangetroffen en de sleutelbos lag op een dressoir vlak achter de voordeur. Met de weggenomen sleutelbos werd vervolgens de auto van [aangever 1] weggenomen. De auto is daarna “koud gezet” in een parkeergarage te Rotterdam om vermoedelijk op een later moment weer opgehaald te worden.
In de periode van 5 januari 2016 tot en met 2 september 2016 hebben in diverse plaatsen in Nederland diefstallen plaatsgevonden die op soortgelijke wijze zijn gepleegd. Dit betreffen de navolgende diefstallen.
Dagvaarding I feit 1
[aangever 2] (hierna: [aangever 2] ) heeft verklaard dat er tussen 24 augustus 2016 te 20.00 uur en 25 augustus 2016 te 8.00 uur een inbraak heeft plaatsgevonden in zijn woning aan de [adres] te Den Haag. Daarbij werden diverse goederen weggenomen, waaronder zijn autosleutel en een VW Golf met het [kenteken] . [14]
Op 30 augustus 2016, omstreeks 11.25 uur, werd door een verbalisant op een parkeerplaats tegenover perceel [adres] te Rijswijk de VW Golf met het [kenteken] aangetroffen. [15]
Na overleg met de officier van justitie is besloten om een peilbaken onder voornoemde VW Golf te plaatsen. [16]
Op 31 augustus 2016 omstreeks 9.15 uur is waargenomen dat voornoemde VW Golf geparkeerd stond in de [adres] ter hoogte van [nummer] te Rotterdam. Het voertuig was aan de voorzijde voorzien van het [kenteken] en aan de achterzijde
[kenteken] .
Op 4 september 2016, omstreeks 16.00 uur, zag een verbalisant op de [adres] te Rotterdam een persoon in de VW Golf rijden. Te 16.14 uur zag de verbalisant een persoon door de [adres] lopen. Dit betrof dezelfde persoon die zojuist in de VW Golf reed. Deze persoon stapte in de [adres] in een zwarte Volvo V40, [kenteken] , en parkeerde het voertuig op de [adres] . Even later zagen twee verbalisanten deze man in de VW Golf rijden. Door de twee verbalisanten wordt deze man herkend als verdachte. [17]
Op 4 september 2016, omstreeks 16.10 uur, wordt er een structurele bewegingsmelding met betrekking tot de VW Golf waargenomen. Het voertuig was toen aan voorzijde voorzien van het [kenteken] en aan de achterzijde van het [kenteken] en reed de A20 op richting Dordrecht. De auto is uiteindelijk gestopt op de [adres] te Rosmalen. [18]
Verdachte werd in Rosmalen in de directe nabijheid van de VW Golf aangehouden. [19]
In de bagageruimte van de VW Golf werden drie kentekenplaten aangetroffen met de navolgende kentekens: [kenteken] , [kenteken] en [kenteken] . Op de achterbank lag een bruinkleurige aktetas. In de aktetas zaten een paspoort en visitekaartjes op naam van [aangever 2] . Op de vloer voor de achterbank lag een kentekenplaat met het kenteken
[kenteken] . In het middenconsole werden diverse pasjes en een rijbewijs op naam van [aangever 2] aangetroffen. [20]
Verdachte heeft verklaard dat hij de gebruiker was van het [telefoonnummer] . [21]
Voornoemd nummer straalde op 24 augustus 2016 vanaf 23.48.40 uur diverse zendmasten aan in de directe omgeving van de [adres] te Den Haag en de [adres] te Rijswijk.
Ten aanzien van dagvaarding I feit 2
[aangever 3] (hierna: [aangever 3] ) heeft verklaard dat er tussen 23 augustus 2016 te 23.00 uur en 24 augustus 2016 te 7.30 uur een diefstal uit zijn woning aan de [adres] te Den Haag heeft plaatsgevonden. Daarbij werden een bedrag van
€ 25,-, een spiegelreflexcamera van het merk Canon 600 met serienummer [nummer] , een lens van het merk Canon Ef17-55 met serienummer [nummer] , een flitser van het merk Godox Thinklite 680c, een geheugenkaart en de autosleutels van een Seat Ibiza weggenomen. [aangever 3] zag geen braakschade aan zijn woning en de schuifpui aan de achterzijde van zijn woning stond open. [22] Hij zag voorts dat de sleutel van de schuifpui aan de buitenzijde in het slot zat. Deze sleutel lag op een tafeltje in de gang. De afstand tussen de voordeur en deze tafel was ongeveer 1,5 meter. Vanaf het raam in de voordeur had men goed zich op deze tafel. [23]
Op 5 september 2016 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van verdachte aan de [adres] te Schiedam. In deze woning werden onder andere aangetroffen een spiegelreflexcamera van het merk Canon 600 met serienummer [nummer] , een lens van het merk Canon Ef17-55 met serienummer [nummer] , een flitser van het merk Godox Thinklite 680c. [24]
De mobiele telefoon met het [telefoonnummer] maakte op 23 augustus 2016 van 23.08 uur tot en met 23.34 uur gebruik van zendmasten in de omgeving van Schiedam. Daarna bewoog het toestel zich richting Den Hoorn en Wateringen. Uiteindelijk maakte de mobiele telefoon gebruik van de zendmast [adres] te Wateringen, welke gericht stond richting [adres] te Den Haag. [25]
Ten aanzien van dagvaarding I feit 3
[aangever 4] (hierna: [aangever 4] ), die namens [bedrijf] aangifte doet, heeft verklaard dat tussen 1 september 2016 te 20.00 uur en 2 september 2016 te 7.40 uur de autosleutels van haar vriend, die werkt voor [bedrijf] , werden weggenomen. Deze sleutels lagen op de traptrede van haar woning aan de [adres] te Den Haag. Ook werd een VW Golf bedrijfsauto met het [kenteken] weggenomen. [26]
Bij de brievenbus van de woning van [aangever 4] werd schade aan de binnen- en buitenzijde van het rooster geconstateerd. De traptrede waar de autosleutels lagen, bevond zich op een afstand van 1,5 meter van de voordeur. De sleutel was vanaf de openbare weg zichtbaar. [27]
Voornoemde VW Golf werd op 2 september 2016 op de derde parkeerhaven op de [adres] te Rijswijk aangetroffen. [28]
Op 5 september 2016 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van verdachte aan de [adres] te Schiedam. In de slaapkamer werd de autosleutel van voornoemde VW Golf aangetroffen. [29]
De mobiele telefoon met het [telefoonnummer] maakte op 2 september 2016 te 3.53 uur gebruik van een zendmast in de omgeving van de [adres] te Den Haag, te weten van het basisstation aan de [adres] te Rijswijk. [30]
Ten aanzien van dagvaarding I feit 4 en dagvaarding II feit 1
[aangever 5] (hierna: [aangever 5] ) heeft verklaard dat tussen 31 augustus 2016 te 21.30 uur en 1 september 2016 te 7.45 uur zijn autosleutel, die aan de binnenzijde van de deur van zijn woning aan de [adres] te Harderwijk hing, is weggenomen. Voorts is zijn auto, een VW Golf met het [kenteken] , weggenomen. [aangever 5] zag bij zijn woning geen sporen die te maken konden hebben met deze diefstal. [31]
Op 5 september 2016 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van verdachte aan de [adres] te Schiedam. In de keuken op het aanrecht werd een kentekenbewijs van het [kenteken] aangetroffen. [32] Voornoemd kentekenbewijs lag in een map in het dashboardkastje van de weggenomen auto van [aangever 5] . [33]
[aangever 6] (hierna: [aangever 6] ) heeft verklaard dat tussen 31 augustus 2016 te 22.00 uur en 1 september 2016 te 7.58 uur, zijn sleutelbos met daaraan onder andere zijn autosleutel is weggenomen. De sleutelbos hing aan de wand in de gang van zijn woning aan het [adres] te Harderwijk. Voorts is zijn auto van het merk Audi met het [kenteken] weggenomen. Uit zijn garage werden onder andere een gereedschapskist met diverse gereedschappen weggenomen. Via de Track & Trace op zijn telefoon zag [aangever 6] dat zijn auto op de [adres] in Harderwijk stilstond. Hij zag voorts dat de auto om 5.48 uur is gaan rijden en dat er 12 km / 27 minuten met de auto is gereden. [34]
Op 5 september 2016 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van verdachte aan de [adres] te Schiedam. In de slaapkamer werd de autosleutel van voornoemde Audi aangetroffen. [35] Voorts werd in de keuken op het aanrecht een kentekenbewijs van het [kenteken] aangetroffen. [36] Tevens werd in deze woning de weggenomen gereedschapskist van [aangever 6] aangetroffen. [37]
De mobiele telefoon met het [telefoonnummer] heeft op 1 september 2016 te 6.23 uur een zendmast in Harderwijk aangestraald. [38]
Uit de GPS-locaties uit de mobiele telefoon van verdachte blijkt dat de mobiele telefoon op 19 augustus 2016 omstreeks 19.00 uur op ongeveer 180 meter van de woning aan de [adres] te Harderwijk was. Tevens was de mobiele telefoon op 3 september 2016 tussen 14.53 uur en 15.01 uur in de nabije omgeving van voornoemd adres. [39]
De adressen [adres] en [adres] te Harderwijk liggen 609 meter bij elkaar vandaan. [40]
Ten aanzien van dagvaarding II feit 2
[aangever 7] (hierna: [aangever 7] ) heeft verklaard dat tussen 19 augustus 2016 te 1.00 uur en 19 augustus 2016 te 8.00 uur zijn sleutelbos met daaraan zijn autosleutel uit zijn woning aan [adres] te Apeldoorn is weggenomen. De sleutelbos zat in een zwart etui. Voorts is zijn auto van het merk BMW, type 3 serie, [kenteken] , weggenomen. In zijn auto lagen een colbert met daarin zijn paspoort en rijbewijs, en twee truien. [aangever 7] heeft geen braakschade aan zijn woning waargenomen. [41]
Op 5 september 2016 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van verdachte aan de [adres] te Schiedam. In de slaapkamer werd een APK Keuringsbewijs van het [kenteken] aangetroffen. [42]
De mobiele telefoon met het [telefoonnummer] heeft op 19 augustus 2016 van 1.28.06 uur tot 1.34.09 uur zendmasten in Apeldoorn aangestraald. [43]
Uit de GPS-locaties uit de mobiele telefoon van verdachte blijkt dat de mobiele telefoon op 22 augustus 2016 tussen 22.57 uur en 23.24 uur in de omgeving van [adres] te Apeldoorn is geweest. [44]
Ten aanzien van dagvaarding II feit 3
[aangever 8] (hierna: [aangever 8] ), die aangifte doet namens [bedrijf] en zijn broer [naam] , heeft verklaard dat tussen 5 januari 2016 te 23.30 uur en 6 januari 2016 te 5.30 uur, de sleutelbos van zijn vrouw, die op een dressoir in de hal van zijn woning aan de [adres] te Veenendaal lag, is weggenomen. Aan deze sleutelbos zat de autosleutel van de auto, een Audi A3 met het [kenteken] , van zijn broer [naam] . Ook lag op de dressoir een sleutel van een nieuwe Audi A3 met het kenteken [kenteken] die [aangever 8] in gebruik had en eigendom is van zijn werkgever [bedrijf] . Beide auto’s werden weggenomen. Aan de buitenzijde van zijn woning zag [aangever 8] dat in het cilinderslot van de voordeur de huissleutel zat. [aangever 8] vermoedt dat men via de brievenbus de huissleutel van zijn vrouw eruit heeft gehengeld.
Tevens is onder andere nog een boormachine van het merk Makita, type DDF458 weggenomen. [45]
Op 4 juli 2016 kwam er bij de politie de melding binnen dat op de [adres] ter hoogte van [nummer] te Schiedam een auto van het merk Audi met het [kenteken] al maanden daar geparkeerd stond. De auto bleek te zijn voorzien van valse kentekenplaten. [46]
Het originele kenteken bleek [kenteken] te zijn. [47]
In voornoemde Audi werden diverse sporen veiliggesteld, waaronder een spoor op een lege fles “Quellbrunn” bronwater, die op de zitting van de stoel van de bijrijder lag. [48] Het spoor werd geïdentificeerd op verdachte. [49]
Het woonadres van verdachte aan de [adres] te Schiedam is 313 meter verwijderd van de [adres] te Schiedam. [50]
In de woning van verdachte aan de [adres] te Schiedam werd een Makita boormachine DDF4587 in beslag genomen. In de koffer zat een meetlint met de bedrijfsnaam [bedrijf] erop. [51]
Ten aanzien van dagvaarding II feit 4
[aangever 9] (hierna: [aangever 9] ) heeft verklaard dat tussen 4 augustus 2016 te 0.00 uur en 4 augustus 2016 te 8.10 uur, diverse goederen, waaronder twee computers van met merk Apple, type iBook, een Apple iPad, een scheermes, autosleutels, een powerbank, een mediaspeler van het merk Apple TV en drie zonnebrillen van het merk Rayban uit zijn woning aan de [adres] te Utrecht werden weggenomen. Men is in de woning van [aangever 9] geweest, maar [aangever 9] heeft geen braakschade aan zijn woning aangetroffen. De achterdeur zat niet meer op slot. [52]
[aangever 9] heeft op 4 augustus 2016 omstreeks 9.30 uur via Find My iPhone contact gemaakt met de weggenomen iPad. Hij zag dat zijn iPad uitstraalde in Zoetermeer bij het [adres] . [53]
Op 5 september 2016 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van verdachte aan de [adres] te Schiedam. In de woning werden de twee weggenomen computers van het merk Apple, type iBook aangetroffen. [54]
Ten aanzien van dagvaarding II feit 6
[aangever 10] (hierna: [aangever 10] ) heeft verklaard dat tussen 1 september 2016 te 22.00 uur en 2 september 2016 te 7.30 uur haar autosleutel, die op traptrede van haar woning aan [adres] te Rijswijk lag, is weggenomen. Voorts zijn de sleutelbos van haar man, [naam] genaamd, met daaraan een USB-stick, en een auto van het merk Audi met het [kenteken] weggenomen. [aangever 10] heeft geen sporen van braak waargenomen. De afstand van de brievenbus tot de traptrede is ongeveer anderhalve meter. [55]
Voornoemde Audi werd op 7 september 2017 voor het perceel [adres] te Den Haag aangetroffen. Volgens een bewoonster van voornoemde woning stond de auto daar al enkele dagen. [56]
Op 5 september 2016 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van verdachte aan de [adres] te Schiedam. In de woning werd de autosleutel van voornoemde Audi aangetroffen. [57]
De mobiele telefoon met het [telefoonnummer] heeft op 2 september 2016 te 3.53 uur gebruik gemaakt van het basisstation aan de [adres] te Rijswijk. [58]
Ten aanzien van dagvaarding II feit 7
[aangever 11] (hierna: [aangever 11] ), die aangifte doet namens [bedrijf] , heeft verklaard dat tussen 24 mei 2016 te 21.30 uur en 25 mei 2016 te 6.30 uur haar sleutelbos, die aan een kapstok van zijn woning aan de [adres] te Barneveld hing, is weggenomen. Aan de sleutelbos zat ook haar autosleutel. Voorts is een leaseauto van de firma [bedrijf] van het merk Volvo, type V40 met het [kenteken] weggenomen. [aangever 11] heeft geen braakschade in en rondom haar woning aangetroffen. Voorts zaten alle deuren nog steeds op slot. [59]
Op 8 september 2016 werd in de omgeving van de [adres] te Rotterdam een zwarte Volvo V40 met het [kenteken] aangetroffen. Na onderzoek naar het VIN-nummer bleek bij het voertuig het kenteken [kenteken] horen. [60]
In voornoemde Volvo werd een spoor op het stuur veiliggesteld. [61] De kans dat dit spoor matcht met het DNA van een willekeurig ander persoon dan verdachte, is kleiner van één op één miljard. [62]
Op de [kenteken] werden twee vingerafdrukken veiliggesteld. [63] Deze twee vingerafdrukken komen overeen met de vingerafdrukken van verdachte. [64]
In voornoemde Volvo werden voorts een sleutelbos, twee posters met een persoon en RIP Wendel, twee stokken en een verbogen stick aangetroffen. [65]
De sleutels op de sleutelbos bleken te passen op de voordeur van de woning van verdachte aan de [adres] te Schiedam. [66]
In de in beslag genomen mobiele telefoon van verdachte werd een foto met een persoon en RIP Wendel aangetroffen. Dit betrof dezelfde foto als op de posters aangetroffen in de Volvo. [67]
De mobiele telefoon met het [telefoonnummer] maakte op 24 mei 2016 van 23.28.51 uur tot 1.45.27 uur gebruik van zendmasten in Barneveld. [68]
Ten aanzien van dagvaarding II feit 8
[aangever 12] (hierna: [aangever 12] ) heeft verklaard dat tussen 3 augustus 2016 te 23.00 uur en 4 augustus 2016 te 10.30 uur een computer van het merk HP, een computer van het merk Apple, een Apple decoder, sleutels en een boorstandaard uit zijn woning aan de [adres] te Utrecht zijn weggenomen. [aangever 12] zag dat zijn achterdeur openstond. Hij zag geen braakschade. [69]
In een bij verdachte in beslag genomen laptop werden verwijderde bestanden teruggehaald. Eén van die bestanden betrof een belastingaangifte op naam van [aangever 12] . [70]
Ten aanzien van dagvaarding II feit 9
[aangever 13] (hierna: [aangever 13] ), die mede namens [naam] aangifte doet, heeft verklaard dat tussen 17 augustus 2016 te 0.30 uur en 17 augustus 2016 te 8.30 uur zijn sleutels, rijbewijs, bankpassen en zijn mobiele telefoon van het merk Samsung, type Edge uit zijn woning aan de [adres] te Harderwijk zijn weggenomen. Zijn sleutels lagen in het vakje 1,5 meter achter de voordeur. Voorts is een auto van het merk BMW met het [kenteken] van [naam] weggenomen. [aangever 13] heeft geen braakschade geconstateerd, maar zag wel dat in de voordeur een sleutel zat. Deze sleutel lag in een vak naast de kapstok. Dit is op ongeveer 110 cm van de deur af. [71]
In de woning van verdachte werd een Samsung Edge aangetroffen. Na onderzoek bleek dit de telefoon van [aangever 13] te zijn. [72]
Beoordeling van de bij dagvaarding I onder 1 tot en met 4 en de bij dagvaarding II onder 1 tot en met 4 en onder 6 tot en met 9 ten laste gelegde feiten
De rechtbank is van oordeel dat de feitelijke gang van zaken rondom bovengenoemde ten laste gelegde feiten op essentiële punten overeenkomt met het onder dagvaarding II feit 5 bewezen verklaarde feit en dat het bewijs ten aanzien van dat feit het bewijs ten aanzien van deze andere feiten versterkt. Alle feiten zijn op een soortgelijke wijze in de nachtelijke uren begaan. Vermoedelijk door middel van “hengelen” wordt een sleutelbos uit een woning weggenomen. In alle zaken zijn geen braaksporen aangetroffen en de sleutelbos lag op een plek in de nabijheid van de voordeur/brievenbus. Door gebruik te maken van de “gehengelde” sleutelbos worden woningen betreden en een of meer goederen, veelal auto’s, weggenomen. In een aantal gevallen worden de weggenomen auto’s op een bepaalde plek “koud gezet” om vermoedelijk op een later moment weer opgehaald te worden.
Uit de zendmast- en GPS-gegevens van de mobiele telefoon van verdachte blijkt dat verdachte ten tijde van een deel van de ten laste gelegde diefstallen in de directe omgeving van de plaats delict is geweest. Voorts zijn de sporen van verdachte in een aantal gestolen auto’s aangetroffen. In zijn woning is een groot aantal goederen, die van de diefstallen afkomstig zijn, aangetroffen. Met betrekking tot deze in hoge mate belastende feiten en omstandigheden heeft verdachte geen enkele uitleg willen geven, noch in meerdere verhoren bij de politie, noch ter terechtzitting, terwijl een uitleg wel van hem verwacht mag worden. De rechtbank houdt hier rekening mee bij de beoordeling van de ten laste gelegde feiten.
Gelet op het vorenstaande – in onderling verband en samenhang bezien – acht de rechtbank ook de bij dagvaarding I onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en de bij dagvaarding II onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair en 9 primair ten laste gelegde diefstallen wettig en overtuigend bewezen.
Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank ten aanzien van dagvaarding I feit 2 en dagvaarding II feit 6 het medeplegen niet wettig en overtuigend bewezen. Dit is ten aanzien van dagvaarding I feit 2 overigens ook niet ten laste gelegd. Ten aanzien van dagvaarding II feit 6 is niet komen vast te staan dat er een nauwe en bewuste samenwerking bestond tussen verdachte en een ander, dan wel anderen.
Met betrekking tot dagvaarding II feit 3 acht de rechtbank het medeplegen wettig en overtuigend bewezen, aangezien op ongeveer hetzelfde tijdstip twee auto’s werden weggenomen. Aannemelijk is dat dit feit door (in ieder geval) twee personen is gepleegd.
Met betrekking tot de overige feiten op dagvaarding II zal verdachte van het onderdeel “medeplegen” in de tenlastelegging vrijgesproken worden.
Ten aanzien van dagvaarding II feit 10
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het in de delictsomschrijving van artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht opgenomen bestanddeel "afkomstig uit enig misdrijf", niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Ook indien van een voorwerp op grond van minder direct gerelateerde feiten en omstandigheden niet kan worden vastgesteld dat dit met legale middelen is verworven, kan bewezen worden geacht dat een voorwerp “uit enig misdrijf” afkomstig is.
Van een verdachte die inkomsten heeft verworven of geld en/of voorwerpen voorhanden heeft gehad die niet passen bij zijn (bekende) reguliere bronnen van inkomen en vermogen, mag een concrete, verifieerbare en niet op voorhand als hoogst onwaarschijnlijk aan te merken verklaring worden verwacht.
De rechtbank zal bij de beoordeling van dit feit het navolgende toetsingskader hanteren.
Toetsingskader
1. Allereerst dient de rechtbank vast te stellen of de aangedragen feiten en omstandigheden van dien aard zijn, dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen.
2. Is dat het geval, dan mag van de verdachte worden verlangd dat hij een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft voor de herkomst van het geld of de goederen.
3. Zodra het door de verdachte geboden tegenwicht daartoe aanleiding geeft, ligt het vervolgens op de weg van het openbaar ministerie om nader onderzoek te doen naar de uit de verklaring van de verdachte blijkende alternatieve herkomst van het geld of de goederen.
4. Uit de resultaten van een dergelijk onderzoek zal moeten blijken dat met een voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat de geldbedragen en goederen, waarop de verdenking betrekking heeft, een legale herkomst hebben en dat dus een criminele herkomst als enige aanvaardbare herkomst kan gelden.
5. Als de verdachte, hoewel daarnaar gevraagd, een dergelijke verklaring niet verstrekt, dan wel uit nader onderzoek is gebleken dat die verklaring niet deugdelijk is, kan sprake zijn van witwassen.
Uit het rekeningoverzicht van de bankrekening van verdachte over de periode 11 oktober 2011 tot en met 11 oktober 2016 blijkt dat verdachte in die periode een bedrag van
€ 55.134,- contant op zijn bankrekening heeft gestort. [73]
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt – kort samengevat – dat verdachte in de periode 2009 tot en met 2015 geen inkomsten heeft genoten. [74]
Gelet op de legale inkomsten die bekend zijn bij de Belastingdienst over verdachte afgezet tegen de hierboven vastgestelde contante stortingen van totaal € 55.134,-, is de rechtbank van oordeel dat er voldoende feiten en omstandigheden zijn aangedragen die van dien aard zijn, dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen. De legale inkomsten kunnen immers de contante stortingen niet verklaren.
Bij de politie heeft verdachte geen verklaring willen afleggen. Ter zitting heeft hij slechts zeer summier verklaard dat hij een bedrijf heeft en daaruit inkomsten heeft genoten. Hij had dj’s onder contract staan en als de dj’s werden geboekt, ontving hij als provisie contant een bepaald bedrag. Dit gebeurde zwart en zonder bon. Deze stelling is op geen enkele wijze verder onderbouwd, zodat de rechtbank het niet aannemelijk vindt geworden dat verdachte (legale) inkomsten had. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat de contante stortingen verricht zijn met gelden die van enig misdrijf afkomstig zijn.
De rechtbank acht derhalve het bij dagvaarding II onder 10 ten laste gelegde witwassen wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank ziet geen aanleiding om van het bedrag van
€ 55.134,- af te wijken. Hoewel verdachte in die periode een bedrag van € 5.416,- van het gestorte geld heeft opgenomen, heeft verdachte dit van misdrijf afkomstige geld gedurende de ten laste gelegde periode voorhanden gehad.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten aanzien van verdachte bewezen dat:
Ten aanzien van dagvaarding I
1.
hij op 24 augustus 2016 te ’s-Gravenhage met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto, merk Volkswagen met [kenteken] toebehorende aan [aangever 2]
2.
hij op 24 augustus 2016 te ’s-Gravenhage omstreeks 03.00 uur uit een woning gelegen aan de [adres] te Den Haag, alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geld, 25 euro, en een spiegelreflexcamera, merk Canon 600, en een compactfotocamera, merk Canon, en een flitser en geheugenkaart en autosleutels, toebehorende aan [aangever 3] ;
3.
hij op 2 september 2016 te ’s-Gravenhage met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een woning gelegen aan de [adres] autosleutels, toebehorende aan [aangever 4] ;
4.
hij in de periode
31augustus 2016 tot en met 1 september 2016 te Harderwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, uit een woning gelegen aan de [adres] , een sleutelbos, toebehorende aan [aangever 5] ;
Ten aanzien van dagvaarding II
1.
hij in de periode tussen 31 augustus 2016 en 1 september 2016 gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Harderwijk, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een auto, Audi [kenteken] , (auto)sleutels en een gereedschapskist met gereedschap, toebehorende aan [aangever 6] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel, door zogenaamd 'hengelen' en door het gebruik van een sleutel waartoe hij niet was gerechtigd;
2.
Hij in de periode tussen 18 augustus 2016 en 20 augustus 2016 gedurende de voor nachtrust bestemde tijd, te Apeldoorn, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een auto, (BMW 3 serie [kenteken] ,, een APK keuringsbewijs, horend bij BMW 3 serie [kenteken] , (auto)sleutels, een rijbewijs, een paspoort, een colbert, twee truien en
een zwart etui, toebehorende aan [aangever 7] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel, door zogenaamd 'hengelen' en door het gebruik van een sleutel waartoe hij niet was gerechtigd;
3.
hij in de periode tussen 5 januari 2016 en 7 januari 2016, tezamen en in vereniging
met een ander, gedurende de voor nachtrust bestemde tijd, te Veenendaal met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto, Audi [kenteken] , een auto, Audi [kenteken] en een Makita boormachine, toebehorende aan [aangever 8] en [bedrijf] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel, door zogenaamd 'hengelen' en door het gebruik van een sleutel waartoe hij niet was gerechtigd;
4.
hij op 4 augustus 2016 gedurende de voor nachtrust bestemde tijd, te Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee computers, Apple iBook,
een tablet, Apple iPad), een scheermes, (auto)sleutels, een powerbank, een mediaspeler, Apple tv) en drie zonnebrillen, Rayban, toebehorende aan [aangever 9] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel door zogenaamd 'hengelen';
5.
hij omstreeks25 januari 2016 gedurende de voor nachtrust bestemde tijd, te Harderwijk, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto, Audi [kenteken] , toebehorende aan [aangever 1] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel door zogenaamd 'hengelen' en door het gebruik van een sleutel waartoe hij niet was gerechtigd;
6.
Hij op 1 september 2016 gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Rijswijk, met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto, Audi [kenteken] ,
(auto)sleutels en een usb stick, toebehorende aan [aangever 10] en [naam] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel door zogenaamd 'hengelen' en door het gebruik van een sleutel waartoe hij niet was gerechtigd;
7.
hij op 25 mei 2016 gedurende de voor nachtrust bestemde tijd, te Barneveld, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto, Volvo [kenteken] , een kentekenbewijs en (auto)sleutels aan [aangever 11] en [bedrijf] , iwaarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel door zogenaamd 'hengelen' en door het gebruik van een sleutel waartoe hij niet was gerechtigd;
8.
hij
inde periode tussen 3 augustus 2016 en 5 augustus 2016 gedurende de voor nachtrust bestemde tijd, te Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een computer, HP, een computer ,Apple, een Apple decoder, sleutels en een boorstandaard, toebehorende aan [aangever 12] waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel door zogenaamd 'hengelen';
9.
hij op 17 augustus 2016gedurende de voor nachtrust bestemde tijd, te Harderwijk, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto, BMW [kenteken] , een rijbewijs, bankpassen en een smartphone, Samsung, toebehorende aan [aangever 13] en [naam] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel door zogenaamd 'hengelen' en/of door het gebruik van een sleutel waartoe hij niet was gerechtigd;
10.
hij in de periode tussen 11 oktober 2011 tot en met 11 oktober 2016 te Schiedam, een voorwerp, te weten een geldbedrag van ongeveer 55.134 euro voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat dat voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
ten aanzien van dagvaarding I feit 1 primair
diefstal
ten aanzien van dagvaarding I feit 2 primair
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt
ten aanzien van dagvaarding I feit 3 primair
diefstal
ten aanzien van dagvaarding I feit 4 primair
diefstal
ten aanzien van dagvaarding II feit 1 primair
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
ten aanzien van dagvaarding II feit 2 primair
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
ten aanzien van dagvaarding II feit 3 primair
diefstal door twee of meer verenigde personen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
ten aanzien van dagvaarding II feit 4 primair
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
ten aanzien van dagvaarding II feit 5 primair
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
ten aanzien van dagvaarding II feit 6 primair
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
ten aanzien van dagvaarding II feit 7 primair
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
ten aanzien van dagvaarding II feit 8 primair
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
ten aanzien van dagvaarding II feit 9 primair
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
ten aanzien van dagvaarding II feit 10
witwassen.

5.De strafbaarheid van verdachte

Verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om aan verdachte – gelet op zijn persoonlijke omstandigheden – een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van zijn voorarrest en een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden en een taakstraf op te leggen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van ongeveer negen maanden op de hiervoor omschreven wijze schuldig gemaakt aan dertien diefstallen uit woningen van de slachtoffers. Verdachte had het met name gemunt op dure auto’s en goederen met een hoge waarde.
De handelingen van verdachte geven blijk van minachting voor de slachtoffers en hun eigendom. Hij heeft ’s nachts de woningen van de slachtoffers betreden die op dat moment in hun woning aanwezig waren en lagen te slapen. Een dergelijk feit heeft een forse impact op de slachtoffers. Verdachte heeft slechts oog gehad voor zijn eigen geldelijk gewin en heeft zich daarbij niets gelegen laten liggen aan de mogelijke gevolgen die zijn handelen voor de slachtoffers zouden kunnen hebben. Algemene ervaringsregels leren dat slachtoffers van dergelijke feiten nog lange tijd onder de psychische gevolgen daarvan te lijden hebben. Bovendien worden door dergelijke feiten de in de samenleving bestaande gevoelens van angst en onveiligheid bevestigd en versterkt. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Tevens heeft verdachte een groot geldbedrag witgewassen. Door het witwassen worden criminele activiteiten in stand gehouden en bevorderd. Witwassen vormt een ernstige bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Geld dat wordt verdiend door het plegen van strafbare feiten heeft als onderdeel van een zwartgeldcircuit een ontwrichtende werking.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van verdachte van 7 september 2016, waaruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten. Bovendien liep hij in een proeftijd terzake een veroordeling voor een soortgelijk delict.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van een deeladvies EC d.d. 15 mei 2017 en voorlichtingsrapport d.d. 16 mei 2017 van de Stichting Reclassering Nederland, betreffende verdachte.
De rechtbank ziet, mede gelet op de ernst van de bewezen verklaarde feiten, de periode waarin deze feiten zijn gepleegd en de forse schade die deze feiten hebben veroorzaakt, geen redenen om af te wijken van de eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft bij dagvaarding meegedeeld dat een negental feiten ad informandum gevoegd worden. Omdat verdachte deze feiten heeft ontkend, zal de rechtbank hier bij de strafoplegging geen rekening mee houden.
De rechtbank acht na te melden straf passend en geboden.

7.De vorderingen van de benadeelde partijen

[bedrijf] . heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 853,99.
[aangever 6] heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 2.686,03.
[aangever 12] heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 350,17.
[aangever 7] heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 2.244,04.
7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen [bedrijf] ., [aangever 6] en [aangever 12] , met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Zij heeft geconcludeerd tot gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [aangever 7] tot een bedrag van € 1.580,01 en tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij voor het overige, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht, aangezien zij vrijspraak van de primair ten laste gelegde feiten heeft bepleit, de benadeelde partijen niet-ontvankelijk te verklaren in hun vorderingen.
Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [aangever 6] heeft de raadsvrouw zich subsidiair op het standpunt gesteld dat de post “gederfde omzet” een onevenredige belasting in dit strafgeding oplevert.
Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [aangever 7] heeft de raadsvrouw zich subsidiair op het standpunt gesteld dat de vordering onvoldoende is onderbouwd en dat er onvoldoende rekening is gehouden met de afschrijving van bepaalde goederen.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de benadeelde partij [bedrijf]
De vordering is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding II onder feit 3 primair bewezen verklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 853,99.
De rechtbank zal voorts de gevorderde wettelijke rente toewijzen, omdat vast is komen te staan dat de schade met ingang van 7 januari 2016 is ontstaan.
Dit brengt mee dat verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met zijn vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Aangezien verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het bij dagvaarding II onder 3 primair bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 853,99, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 7 januari 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [bedrijf]
Ten aanzien van de benadeelde partij [aangever 6]
De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op de post “gederfde omzet”, de vordering niet-ontvankelijk verklaren, aangezien de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De vordering, voor zover deze betrekking heeft op de overige posten, is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding II onder 1 primair bewezen verklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 636,03.
De rechtbank zal voorts de gevorderde wettelijke rente toewijzen, omdat vast is komen te staan dat de schade met ingang van 1 september 2016 is ontstaan.
Dit brengt mee dat verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met zijn vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Aangezien verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het bij dagvaarding II onder 1 primair bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 636,03, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 1 september 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [aangever 6] .
Ten aanzien van de benadeelde partij [aangever 12]
De vordering is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding II onder 8 bewezen verklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 350,17.
De rechtbank zal voorts de gevorderde wettelijke rente toewijzen, omdat vast is komen te staan dat de schade met ingang van 5 augustus 2016 is ontstaan.
Dit brengt mee dat verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met zijn vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Aangezien verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het bij dagvaarding II onder 8 primair bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 350,17, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 5 augustus 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [aangever 12] .
Ten aanzien van de benadeelde partij [aangever 7]
De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op de post “zonnebril”, de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien deze schade onvoldoende is onderbouwd. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De vordering, voor zover deze betrekking heeft op de overige posten, is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding II onder 2 primair bewezen verklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 1.968,40.
De rechtbank zal voorts de gevorderde wettelijke rente toewijzen, omdat vast is komen te staan dat de schade met ingang van 20 augustus 2016 is ontstaan.
Dit brengt mee dat verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met zijn vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Aangezien verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het bij dagvaarding II onder 2 primair bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 1.968,40, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 20 augustus 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [aangever 7] .

8.De in beslag genomen goederen

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de lijst van in beslag genomen voorwerpen (beslaglijst, die als bijlage A aan dit vonnis is gehecht) onder 39 tot en met 44 genummerde voorwerpen zullen worden verbeurd verklaard en dat de onder 1 tot en met 38 en 45 tot en met 52 genummerde voorwerpen zullen worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft teruggave aan verdachte van de aan hem toebehorende goederen verzocht.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting kan met betrekking tot de op de beslaglijst onder 1 tot en met 52 genummerde voorwerpen geen persoon als rechthebbende worden aangemerkt. De rechtbank zal daarom de bewaring van deze voorwerpen ten behoeve van de rechthebbende gelasten.

9.De vordering tenuitvoerlegging

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter bij de rechtbank Rotterdam, locatie Dordrecht d.d. 20 juni 2016 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf, te weten een gevangenisstraf voor de duur van één maand.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging verzocht. Subsidiair heeft zij verlenging van de proeftijd verzocht.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht termen aanwezig voor toewijzing van de vordering van de officier van justitie van 13 oktober 2016 tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf, waartoe verdachte werd veroordeeld bij onherroepelijk geworden vonnis van de politierechter bij de rechtbank te Rotterdam, locatie Dordrecht d.d. 20 juni 2016 , omdat uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat verdachte de algemene voorwaarde niet heeft nageleefd, doordat hij zich voor het einde van de proeftijd die bij voormeld vonnis was opgelegd, wederom heeft schuldig gemaakt aan soortgelijke feiten.

10.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
- 14 g, 24c, 36f, 57, 310, 311 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11. De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de bij dagvaarding I onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair en de bij dagvaarding II onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8 primair, 9 primair en 10 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hiervoor onder 3.5 bewezen verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van dagvaarding I feit 1 primair
diefstal
ten aanzien van dagvaarding I feit 2 primair
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt
ten aanzien van dagvaarding I feit 3 primair
diefstal
ten aanzien van dagvaarding I feit 4 primair
diefstal
ten aanzien van dagvaarding II feit 1 primair
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
ten aanzien van dagvaarding II feit 2 primair
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
ten aanzien van dagvaarding II feit 3 primair
diefstal door twee of meer verenigde personen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
ten aanzien van dagvaarding II feit 4 primair
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
ten aanzien van dagvaarding II feit 5 primair
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
ten aanzien van dagvaarding II feit 6 primair
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
ten aanzien van dagvaarding II feit 7 primair
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
ten aanzien van dagvaarding II feit 8 primair
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
ten aanzien van dagvaarding II feit 9 primair
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
ten aanzien van dagvaarding II feit 10
witwassen;
verklaart het bewezenverklaarde en verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
5 (VIJF) JAREN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij
[bedrijf]toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [bedrijf] een bedrag van € 853,99, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 7 januari 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 853,99, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 7 januari 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [bedrijf]
bepaalt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt – onder handhaving van voormelde verplichting – vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 17 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij
[aangever 6]gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [aangever 6] een bedrag van € 636,03, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 1 september 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
bepaalt dat de vordering voor het overige deel niet-ontvankelijk is en dat de benadeelde partij dit deel van de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 636,03, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 1 september 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [aangever 6] ;
bepaalt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt – onder handhaving van voormelde verplichting – vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 12 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij
[aangever 12]toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [aangever 12] een bedrag van € 350,17, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 5 augustus 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 350,17, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 5 augustus 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [aangever 12] ;
bepaalt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt – onder handhaving van voormelde verplichting – vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 7 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij
[aangever 7]gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [aangever 7] een bedrag van € 1.968,40, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 20 augustus 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
bepaalt dat de vordering voor het overige deel niet-ontvankelijk is en dat de benadeelde partij dit deel van de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 1.968,40, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 20 augustus 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [aangever 7] ;
bepaalt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt – onder handhaving van voormelde verplichting – vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 29 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de op de beslaglijst onder 1 tot en met 52 genummerde voorwerpen;
gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voorwaardelijk opgelegd bij voormeld vonnis van de politierechter in de rechtbank te Rotterdam, locatie Dordrecht d.d. 20 juni 2016, gewezen onder parketnummer 10/224468-15, te weten:
gevangenisstraf voor de duur van
1 (ÉÉN) MAAND.
Dit vonnis is gewezen door
mr. V.J. de Haan, voorzitter,
mr. A.M. Boogers, rechter,
mr. A.P. Sno, rechter,
in tegenwoordigheid van W.H. Ng, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 augustus 2017.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer DH3R016086, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 648).
2.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 159.
3.Proces-verbaal aangifte [aangever 2] , blz. 145.
4.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 160.
5.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 161.
6.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 174 en 175.
7.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 162.
8.Proces-verbaal doorzoeking [adres] te Schiedam, blz. 106.
9.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 117.
10.Proces-verbaal doorzoeking [adres] te Schiedam, blz. 106.
11.Proces-verbaal aangifte [aangever 1] , blz. 418 en 419.
12.Een geschrift, te weten een mutatierapport, blz. 423.
13.Proces-verbaal herkenning, blz. 428 en 429, proces-verbaal herkenning, blz. 430 en 431, proces-verbaal van bevindingen, blz. 433.
14.Proces-verbaal aangifte [aangever 2] , blz. 145 en 146.
15.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 159.
16.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 160.
17.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 174 en 175.
18.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 161.
19.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 162.
20.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 191.
21.Eigen verklaring verdachte ter terechtzitting van 14 augustus 2017.
22.Proces-verbaal aangifte [aangever 3] , blz. 216 en een geschrift, te weten een bijlage gestolen goederen, blz. 219.
23.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 221.
24.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 225
25.Proces-verbaal analyse histo ten opzichte van zaak 2.3, blz. 229.
26.Proces-verbaal aangifte, [aangever 4] , blz. 232.
27.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 239.
28.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 244.
29.Proces-verbaal Autosleutel [adres] aangetroffen woning [verdachte] , blz. 247.
30.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 253-255.
31.Proces-verbaal aangifte [aangever 5] , blz. 286.
32.Proces-verbaal onderzoek kentekenbewijs 18-ZNZ-8, blz. 290.
33.Proces-verbaal, blz. 291.
34.Proces-verbaal aangifte [aangever 6] , blz. 257 en 258.
35.Proces-verbaal onderzoek Audisleutels, blz. 269.
36.Proces-verbaal onderzoek kentekenbewijs [kenteken] , blz. 270/
37.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 273.
38.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 294.
39.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 297 en 298.
40.Proces-verbaal afstand tussen 2 pd’s Harderwijk, blz. 271.
41.Proces-verbaal aangifte [aangever 7] , blz. 301.
42.Proces-verbaal APK Keuringsbewijs [kenteken] weggenomen in Apeldoorn, blz. 305.
43.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 307-309.
44.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 310.
45.Proces-verbaal aangifte [aangever 8] , blz. 327 en een geschrift, te weten een bijlage goederen, blz. 318.
46.Een geschrift, te weten een mutatierapport, blz. 339.
47.Een geschrift, te weten een mutatierapport, blz. 344.
48.Proces-verbaal sporenonderzoek, blz. 341 en 342.
49.Een geschrift, te weten een mutatierapport, blz. 344.
50.Proces-verbaal zaak 2.8 afstand tussen woning verdachte en aantreffen voertuig, blz. 347.
51.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 113 en 114, en proces-verbaal van bevindingen, blz. 349.
52.Proces-verbaal van aangifte [aangever 9] , blz. 379 en 380, en een geschrift, te weten bijlage goederen, blz. 383.
53.Proces-verbaal Find My iPhone, blz. 386.
54.Proces-verbaal zaak 2.10 aantreffen I Books woning [verdachte] , blz. 385.
55.Proces-verbaal aangifte [aangever 10] , blz. 441 en 442.
56.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 450.
57.Proces-verbaal zaak 2.14 aantreffen Audi Cabrio op [adres] , blz. 453.
58.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 457.
59.Proces-verbaal aangifte [aangever 11] , blz. 463 en 464.
60.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 462.
61.Proces-verbaal sporenonderzoek, blz. 467.
62.Een rapport van het NFI d.d. 22 september 2016, blz. 472.
63.Proces-verbaal onderzoek stuk van overtuiging, blz. 477.
64.Proces-verbaal Uitslag sporenonderzoek n.a.v. dactyloscopische onderzoek, blz. 478, een rapport dactyloscopisch onderzoek, blz. 480, en een rapport dactyloscopisch onderzoek, blz. 484.
65.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 492 en 494-496.
66.Proces-verbaal Sleutels van woning [adres] , blz. 500.
67.Proces-verbaal, blz. 501.
68.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 503.
69.Proces-verbaal aangifte [aangever 12] , blz. 587 en 588, en een geschrift, te weten bijlage goederen, blz. 589.
70.Proces-verbaal, blz. 591.
71.Proces-verbaal aangifte [aangever 13] blz. 594-595, en bijlage goederen, blz. 597.
72.Proces-verbaal blz. 599.
73.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 644 en 645.
74.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 604 en 605.