Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
31augustus 2016 tot en met 1 september 2016 te Harderwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, uit een woning gelegen aan de [adres] , een sleutelbos, toebehorende aan [aangever 5] ;
met een ander, gedurende de voor nachtrust bestemde tijd, te Veenendaal met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto, Audi [kenteken] , een auto, Audi [kenteken] en een Makita boormachine, toebehorende aan [aangever 8] en [bedrijf] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel, door zogenaamd 'hengelen' en door het gebruik van een sleutel waartoe hij niet was gerechtigd;
inde periode tussen 3 augustus 2016 en 5 augustus 2016 gedurende de voor nachtrust bestemde tijd, te Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een computer, HP, een computer ,Apple, een Apple decoder, sleutels en een boorstandaard, toebehorende aan [aangever 12] waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel door zogenaamd 'hengelen';
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De strafoplegging
7.De vorderingen van de benadeelde partijen
8.De in beslag genomen goederen
9.De vordering tenuitvoerlegging
10.De toepasselijke wetsartikelen
11. De beslissing
5 (VIJF) JAREN;
[bedrijf]toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [bedrijf] een bedrag van € 853,99, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 7 januari 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
[aangever 6]gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [aangever 6] een bedrag van € 636,03, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 1 september 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
[aangever 12]toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [aangever 12] een bedrag van € 350,17, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 5 augustus 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
[aangever 7]gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [aangever 7] een bedrag van € 1.968,40, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 20 augustus 2016 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
1 (ÉÉN) MAAND.