Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 juli 2016, met producties 1 t/m 15;
- de conclusie van antwoord van Museum Catering;
- de conclusie van antwoord van Adhoc, met producties 1 en 2;
- de akte overlegging procesdossier van 4 oktober 2016 van Museum Catering;
- het proces-verbaal van de op 21 februari 2017 gehouden comparitie van partijen, en de daarin genoemde producties 16, 17 en 18;
- de reactie van Museum Catering op het buiten aanwezigheid van partijen opgemaakte proces-verbaal van comparitie.
2.De feiten
- Verkoop van de gehele onderneming middels een zogenaamde activatransactie;
- Overnemen van de huurovereenkomst (verhuurder was al akkoord);
- Levering voor wat betreft de zaken uiterlijk 1 september 2011;
- De afspraken worden uitgeschreven in een schriftelijke overeenkomst, waar Adhoc voor zou worden ingeschakeld.
- Op dit moment is Braque nagenoeg schoon van vast personeel, op het moment dat zij langer open zouden blijven zou dit betekenen dat zij nieuw personeel moeten gaan aannemen.
- Vanaf september wordt het een ontzettend drukke periode voor Museum Catering met grote evenementen en nieuwe locaties, Braque staat hier te ver vanaf om het erbij te blijven doen.
- Omdat ze zich niet op de omzetten van Braque kunnen focussen, gaat het waarschijnlijk alleen maar meer geld kosten.
- De koopsom bedraagt € 75.000,--
- de datum van overdracht is 1 september 2011
De levering en betaling van het verkochte zal plaatsvinden op 1 september 2011 (leveringsdatum) of zoveel eerder of later als partijen overeenkomen.”
- Aanvang werkzaamheden maandag 5 september 2011.
- Geplande oplevering 4 november 2011.
Annuleringskosten na ondertekening van contract 10% van de aanneemsom.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ne bis in idem/ gezag van gewijsde
ne bis in idem-beginsel (voor zover dat beginsel in het civiele recht al geldt) of met het gezag van gewijsde, zoals door Adhoc naar voren is gebracht. De verweren van Adhoc in dit verband worden dan ook gepasseerd.
condicio sine qua non-verband) is doorbroken, omdat Rootz door haar afwachtende houding haar rechten heeft prijsgegeven. Hoewel Rootz gelet op artikel 3:298 BW een ouder en daarmee sterker recht op levering had dan [X] , is zij willens en wetens niet opgekomen in het door [X] tegen Museum Catering aangespannen kort geding. Daardoor heeft Rootz zich ‘de kaas van het brood laten eten’, aldus Adhoc. In ieder geval heeft Rootz door zich niet te voegen of tussen te komen in het kort geding tegen [X] volgens Adhoc in strijd met haar schadebeperkingsplicht gehandeld.
- Huur € 15.520,00
- Gas € 2.332,00
- Energie € 1.580,45
€ 20.092,00
- Managementfee € 13.775,00
- Advocaatkosten € 25.238,38
- Afkoop advocaatkosten [X] € 7.500,00
- Gederfde netto-inkomsten