ECLI:NL:RBDHA:2017:9058
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag van Roemeense burger
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 juli 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de niet-ontvankelijkheid van een asielaanvraag. Eiser, een Roemeense burger, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Bij besluit van 3 juli 2017 verklaarde de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie deze aanvraag niet-ontvankelijk. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank overwoog dat eiser, als burger van de Europese Unie, recht heeft op verblijf in Nederland op basis van de verblijfsrichtlijn. Dit verblijfrecht geeft hem geen procesbelang bij de beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van zijn asielaanvraag. De rechtbank concludeerde dat er geen andere feiten of omstandigheden waren die een procesbelang konden rechtvaardigen. Daarom werd het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen een week hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.