ECLI:NL:RBDHA:2017:9058

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 juli 2017
Publicatiedatum
11 augustus 2017
Zaaknummer
NL17.4334
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag van Roemeense burger

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 juli 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de niet-ontvankelijkheid van een asielaanvraag. Eiser, een Roemeense burger, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Bij besluit van 3 juli 2017 verklaarde de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie deze aanvraag niet-ontvankelijk. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

De rechtbank overwoog dat eiser, als burger van de Europese Unie, recht heeft op verblijf in Nederland op basis van de verblijfsrichtlijn. Dit verblijfrecht geeft hem geen procesbelang bij de beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van zijn asielaanvraag. De rechtbank concludeerde dat er geen andere feiten of omstandigheden waren die een procesbelang konden rechtvaardigen. Daarom werd het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard.

De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen een week hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL17.4334
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 juli 2017 in de zaak tussen

[naam] , eiser

(gemachtigde: mr. E.W.B. van Twist),
en

de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder

(gemachtigde: mr. K. Bruin).

ProcesverloopBij besluit van 3 juli 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 juli 2017. Eiser is, met voorafgaand bericht, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. De rechtbank ziet aanleiding om onmiddellijk uitspraak te doen en overweegt na sluiting van het onderzoek als volgt.
2. Eiser heeft de Roemeense nationaliteit en is dus burger van de Europese Unie. Dat betekent dat hij een verblijfsrecht heeft van drie maanden op grond van artikel 6 van de Richtlijn 2004/38/EG (de verblijfsrichtlijn). Op grond van artikel 7 van de verblijfsrichtlijn heeft hij daarna onder voorwaarden recht op voortgezet verblijf in Nederland.
3. Vanwege zijn verblijfsrecht heeft eiser geen procesbelang bij het verkrijgen van een oordeel over de niet-ontvankelijkverklaring van zijn asielaanvraag. Niet is gesteld of gebleken dat er sprake is van andere feiten of omstandigheden waaraan een procesbelang kan worden ontleend. Dat betekent dat zijn beroep niet-ontvankelijk is.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. M.Ch. Grazell, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 27 juli 2017.
griffier
rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Rechtsmiddel