ECLI:NL:RBDHA:2017:897
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in verband met feitelijke uitzetting naar Servië
Op 16 januari 2017 heeft verzoeker, een Servische nationaliteit bezittende man, bezwaar gemaakt tegen zijn voorgenomen feitelijke uitzetting naar Belgrado, Servië, die gepland stond voor 19 januari 2017. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet uitgezet kan worden totdat er een beslissing op zijn bezwaar is genomen. De voorzieningenrechter heeft op 18 januari 2017 uitspraak gedaan zonder zitting, gelet op de spoedeisendheid van de zaak.
De voorzieningenrechter overweegt dat verzoeker in beginsel bereid is om vrijwillig terug te keren naar Servië, maar dat hij zonder identiteitsdocumenten moeite zal hebben om een bestaan op te bouwen. Verzoeker heeft ook gezondheidsproblemen, waaronder een rughernia, en stelt dat zijn uitzetting in strijd is met artikel 24 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, omdat hij geen gelegenheid heeft om afscheid te nemen van zijn kinderen.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder, heeft echter gesteld dat verzoeker kan worden uitgezet en dat er geen nieuwe feiten zijn die een bezwaar tegen de uitzetting rechtvaardigen. Verweerder heeft ook aangegeven dat verzoeker geen aanvraag heeft gedaan op grond van de Vreemdelingenwet en dat hij geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft. De voorzieningenrechter concludeert dat verzoeker zijn medische problemen niet heeft onderbouwd en dat er geen reden is om aan te nemen dat zijn uitzetting in strijd is met het gezinsleven.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek van verzoeker afgewezen, omdat het bezwaar tegen de voorgenomen uitzetting geen redelijke kans van slagen heeft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, op 18 januari 2017.