ECLI:NL:RBDHA:2017:8960
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige seksuele gerichtheid en identiteit
Op 9 augustus 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een Nigeriaanse vrouw die een verblijfsvergunning asiel had aangevraagd. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, omdat de verklaringen van de eiseres over haar seksuele gerichtheid als ongeloofwaardig werden beschouwd. Eiseres stelde dat zij lesbisch was en uit Nigeria was gevlucht vanwege de onacceptatie van homoseksualiteit in haar thuisland. Tijdens de zitting op 17 juli 2017 werd eiseres bijgestaan door een gemachtigde en een tolk. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de verklaringen van eiseres over haar seksuele gerichtheid en haar identiteit niet ten onrechte ongeloofwaardig had geacht. Eiseres had onvoldoende inzicht gegeven in haar proces van zelfacceptatie en de relatie met haar partner werd ook als ongeloofwaardig beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris op juiste gronden had geoordeeld dat de asielaanvraag ongegrond was. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.