ECLI:NL:RBDHA:2017:8480
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Internationale kinderontvoering en verzoek tot teruggeleiding van een minderjarige naar Iran
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 juli 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot teruggeleiding van een minderjarige naar Iran, ingediend door de moeder. De moeder, wonende in Iran, verzocht om de onmiddellijke terugkeer van haar kind, dat door de vader zonder haar toestemming naar Nederland was gebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige, geboren op [geboortedatum] in Iran, ongeoorloofd naar Nederland was overgebracht, maar dat de termijn van één jaar voor teruggeleiding was verstreken. De rechtbank heeft ook overwogen dat de minderjarige inmiddels in Nederland was geworteld, gezien zijn sociale leven, schoolgang en de hechting aan zijn vader en diens partner. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzoek tot teruggeleiding in het belang van de minderjarige moest worden afgewezen. De rechtbank heeft ook het verzoek van de moeder om de minderjarige uit huis te plaatsen afgewezen, evenals haar verzoek om de vader te veroordelen in de proceskosten. De bijzondere curator, mr. drs. I. Sandig, is benoemd om de belangen van de minderjarige te behartigen en zal haar taak voortzetten tijdens een eventuele hoger beroep procedure.