ECLI:NL:RBDHA:2017:836

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 februari 2017
Publicatiedatum
1 februari 2017
Zaaknummer
C/09/522076 / FA RK 16-8798
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning en adoptie van een minderjarige met Filipijnse nationaliteit door een Nederlandse verzoeker

Op 1 februari 2017 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking uitgesproken in een adoptiezaak. Het verzoekschrift was ingediend op 21 november 2016 door de man, die in Australië woont, met als advocaat mr. V. Kidjan. De vrouw, de moeder van de minderjarige, woont eveneens in Australië. De zaak betreft de erkenning van een Filipijnse adoptie en de adoptie naar Nederlands recht van een minderjarige, geboren in de Filipijnen. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder brieven van de ambtenaar van de burgerlijke stand en aanvullende verzoekschriften van de verzoeker.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige op [geboortedatum] is geboren en dat de moeder en de minderjarige de Filipijnse nationaliteit hebben, terwijl de verzoeker de Nederlandse nationaliteit bezit. De rechtbank heeft beoordeeld of de Filipijnse adoptie kan worden erkend volgens het Haagse Adoptieverdrag en het Burgerlijk Wetboek. Aangezien de verzoeker, de moeder en de minderjarige ten tijde van de adoptie-uitspraak niet in de Filipijnen woonden, kon de Filipijnse adoptie niet worden erkend.

Vervolgens heeft de rechtbank de mogelijkheid van adoptie naar Nederlands recht beoordeeld. De verzoeker en de moeder zijn gehuwd en hebben gedurende ten minste drie jaar samengeleefd. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de vereisten van het Burgerlijk Wetboek is voldaan en heeft het verzoek tot adoptie toegewezen. De rechtbank heeft ook de wijziging van de geslachtsnaam van de minderjarige goedgekeurd en de noodzakelijke gegevens voor de opmaak van een geboorteakte vastgesteld. De beschikking is uitgesproken door mr. J.M. Vink, bijgestaan door P. Hillebrand als griffier.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 16-8798
Zaaknummer: C/09/522076
Datum beschikking: 1 februari 2017

Adoptie

Beschikking op het op 21 november 2016 ingekomen verzoekschrift van:

[de man]

verzoeker,
wonende te [woonplaats] , Australië,
advocaat: mr. V. Kidjan te Amsterdam
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vrouw]

( [de vrouw] )
de moeder,
wonende te [woonplaats] , Australië.

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage,

zetelend te 's-Gravenhage,
de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van:
- het verzoekschrift;
- de brief d.d. 22 december 2016 van de zijde van de ambtenaar;
- de brief d.d. 29 december 2016, van de zijde van verzoeker, strekkende tot
aanvulling van het verzoekschrift;
- de brief d.d. 9 januari 2017 van de zijde van ambtenaar.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot:
primair:
- erkenning naar Nederlands recht van de Filipijnse adoptie van na te noemen minderjarige door verzoeker;
subsidiair:
- adoptie naar Nederlands recht door verzoeker van de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Filipijnen.
alsmede:
  • de geslachtsnaam van de minderjarige te wijzigen in [geslachtsnaam man] ;
  • de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage te gelasten de geboorteakte van de minderjarige in te schrijven in het daartoe bestemde register, dan wel de geboortegegevens van de minderjarige vast te stellen en de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage te gelasten een vervangende geboorteakte op te maken en een latere vermelding van de adoptie toe te voegen.

Feiten

- Uit de moeder is op [geboortedatum] voornoemde minderjarige geboren.
- De moeder en de minderjarige hebben de Filipijnse nationaliteit. Verzoeker heeft
de Nederlandse nationaliteit.
- De moeder en verzoeker zijn op [huwelijksdatum] gehuwd te [huwelijksplaats] , [huwelijksplaats] .
- De minderjarige is door verzoeker in de Filipijnen geadopteerd op 1 juni 2015.
- Ten tijde van het adoptieverzoek verbleven verzoeker, de moeder en de
minderjarige in de Filipijnen. Ten tijde van de adoptie-uitspraak verbleven zij in
Indonesië.

Beoordeling

Verzoeker heeft te kennen gegeven dat hij voornemens is zich met de moeder en de minderjarige in de toekomst in Nederland te vestigen. De rechtbank acht, gelet op het vorenstaande, voldoende aanknopingspunten met de Nederlandse rechtssfeer aanwezig om van het onderhavige verzoek kennis te nemen.
Erkenning van de Filipijnse adoptie
Ten tijde van het adoptieverzoek waren verzoeker, de moeder en de minderjarige woonachtig in de Filipijnen. Hierdoor is niet voldaan aan het bepaald in artikel 2 lid 1 van het Haagse Verdrag inzake de bescherming van kinderen en samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie van 29 mei 1993 (hierna: Haags Adoptieverdrag), namelijk dat er sprake dient te zijn van een interlandelijke adoptie waarbij beide staten (de staat van herkomst van het kind en de staat van opvang) aangesloten dienen te zijn bij dit verdrag. Dat verzoeker en zijn gezin ten tijde van de adoptie-uitspraak (tijdelijk) in Indonesië verbleven maakt dit niet anders. Bovendien is Indonesië niet aangesloten bij het Haags Adoptieverdrag. Nu het Haags Adoptieverdrag niet van toepassing is, dient het verzoek te worden beoordeeld naar het bepaalde in afdeling 3 van titel 6 van Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek (hierna BW). Deze wet betreft het toepasselijke recht op de in Nederland uit te spreken adoptie en haar rechtsgevolgen, alsmede de erkenning en haar rechtsgevolgen van een adoptie die tot stand is gekomen in een staat die geen partij is bij het Haags Adoptieverdrag.
Het verzoek dient te worden beoordeeld aan de vereisten van artikel 10:108 BW.
In artikel 10:108 lid 1 BW is bepaald dat een in het buitenland gegeven beslissing waarbij een adoptie tot stand is gekomen in Nederland van rechtswege wordt erkend indien zij is uitgesproken door:
a. een ter plaatse bevoegde autoriteit van de staat waar de adoptiefouders en het kind zowel ten tijde van het verzoek tot adoptie als ten tijde van de uitspraak hun gewone verblijfplaats hadden; of
b. een ter plaatse bevoegde autoriteit van de staat waar hetzij de adoptiefouders, hetzij het kind zowel ten tijde van het verzoek tot adoptie als ten tijde van de uitspraak hun gewone verblijfplaats hadden.
In lid 2 van dit artikel is bepaald dat aan een beslissing houdende adoptie erkenning wordt onthouden indien:
a. aan die beslissing kennelijk geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan, of
b. in het geval, bedoeld in lid 1, onder b, de beslissing niet is erkend in de staat waar het kind, onderscheidenlijk de staat waar de adoptiefouders zowel ten tijde van het verzoek tot adoptie als ten tijde van de uitspraak hun gewone verblijfplaats hadden; of
c. de erkenning van die beslissing kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde.
In lid 3 is bepaald dat op de in lid 2, onder c, genoemde grond aan een beslissing houdende adoptie in elk geval erkenning wordt onthouden indien de beslissing kennelijk op een schijnhandeling betrekking heeft.
In lid 4 van dit artikel is bepaald dat de erkenning van de beslissing, ook wanneer daarbij een Nederlander betrokken is, niet op de in lid 2, onder c, genoemde grond kan worden geweigerd enkel omdat daarop een ander recht is toegepast dan uit de bepalingen van afdeling 2 zou zijn gevolgd.
Nu vast staat dat verzoeker, de moeder en de minderjarige ten tijde van de adoptie-uitspraak niet in de Filipijnen woonachtig waren staat dit aan erkenning van de Filipijnse adoptie op grond van artikel 10:108 BW in de weg.
Adoptie naar Nederlands recht
Verzoeker, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , en de moeder, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Filipijnen, zijn gehuwd op [huwelijksdatum] te [huwelijksplaats] , [huwelijksplaats] , Filipijnen.
Verzoeker heeft derhalve ten minste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaand aan de indiening van het verzoek met de moeder samengeleefd. Verzoeker heeft met de moeder sedertdien en derhalve gedurende ten minste één jaar de minderjarige verzorgd en opgevoed.
Bij de stukken bevindt zich een schriftelijke verklaring van de moeder d.d. 29 oktober 2016, waarbij zij meedeelt akkoord te gaan met de adoptie van de minderjarige ten gunste van de verzoeker.
Uit de schriftelijke verklaring van de minderjarige d.d. 31 oktober 2016, blijkt dat zij tegen toewijzing van het verzoek geen bezwaar te heeft.
Nu aan de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek (BW) – voor zover in deze zaak van toepassing – is voldaan, zal de rechtbank het verzoek tot adoptie toewijzen.
Namen
De namen van de minderjarige luiden volgens voormelde Filipijnse adoptie-uitspraak [minderjarige] , welke naamsvaststelling volgens artikel 10:19 BW dient te worden erkend in Nederland. Nu verzoeker en de moeder geen wijziging van de geslachtsnaam hebben verzocht, komt aan artikel 1:5, derde lid, juncto 1:5, achtste lid, BW geen betekenis toe en behoudt de minderjarige de geslachtsnaam
[geslachtsnaam man] .
Nu de rechtbank heeft overwogen dat de adoptie van de minderjarige zal worden uitgesproken, zijn op het verzoek tot voornaamswijziging achtereenvolgens de artikelen 10:22 en 10:20 BW van toepassing.
Ongeacht of de minderjarige nog een andere nationaliteit heeft, meent de rechtbank dat – vooruitlopend op de verkrijging van het Nederlanderschap door de minderjarige – thans reeds op het verzoek tot voornaamswijziging kan worden beslist volgens Nederlands recht.
Het verzoek tot voornaamswijziging kan als op de wet gegrond worden toegewezen.
Vaststellen geboortegegevens
Voldoende aannemelijk is gemaakt dat met betrekking tot de minderjarige niet kan worden beschikt over een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte geboorteakte, althans dat niet kan worden beschikt over een overeenkomstig de voorschriften naar Nederlands recht opgemaakte geboorteakte. De overgelegde geboorteakte bevat immers de gegevens van de adoptiefouders en geeft niet de situatie weer zoals deze gold op het moment van geboorte van de minderjarige.
De ambtenaar heeft geadviseerd omtrent de wijze van vaststelling van de geboortegegevens van de minderjarige.
De rechtbank is van oordeel dat uit de inhoud van de in het geding gebrachte stukken voldoende aanwijzingen zijn verkregen omtrent de omstandigheden waaronder en de datum waarop de geboorte van voornoemde minderjarige moet hebben plaatsgehad.
De rechtbank beslist, gelet op artikel 1:25c lid 3 BW, als na te melden.
Het verzoek de ambtenaar te gelasten een vervangende geboorteakte van de minderjarige op te maken en aan deze akte een latere vermelding van de adoptie toe te voegen wordt wegens gebrek aan belang afgewezen nu een en ander reeds uit de wet volgt.

Beslissing

De rechtbank:
*
spreekt uit de adoptie van:
[minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] Filipijnen,
door [de man] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ;
*
bepaalt dat de griffier, wanneer deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift van deze beschikking zal doen toekomen aan het gezagsregister, om daarin aantekening te doen van deze beschikking;
*
gelast de wijziging van de namen van de minderjarige in de voornamen [namen]
*
stelt de volgende voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens vast:
geslachtsnaam : [geslachtsnaam vrouw]
voornamen : [namen]
geboortedatum : [geboortedatum]
geboorteplaats : [geboorteplaats] , Filipijnen
geslacht : vrouwelijk
MOEDER
geslachtsnaam : [geslachtsnaam vrouw]
voornaam : [namen]
geboortedatum : [geboortedatum]
geboorteplaats : [geboorteplaats] , Filipijnen
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. Vink, bijgestaan door P. Hillebrand als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 februari 2017.