ECLI:NL:RBDHA:2017:8143
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse vreemdeling met verhoogd inreisverbod
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 mei 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Marokkaanse vreemdeling. De eiser, vertegenwoordigd door mr. P. Scholtes, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, vertegenwoordigd door mr. S. Smit, was afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag op 27 april 2017 kennelijk ongegrond was verklaard. Eiser heeft in zijn asielaanvraag onder andere verklaard dat hij vreest voor vervolging in Marokko vanwege zijn politieke activiteiten en problemen met een drugsbende. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verklaringen van eiser ongeloofwaardig zijn, onder andere omdat hij inconsistenties vertoonde in zijn verhaal en niet kon aantonen dat hij daadwerkelijk gevaar liep bij terugkeer naar Marokko. De rechtbank heeft ook de verhoging van het inreisverbod van twee naar vijf jaar door verweerder bekrachtigd, omdat er geen bijzondere omstandigheden waren die een kortere duur rechtvaardigden. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat zijn aanvraag gegrond was op omstandigheden die een rechtsgrond voor verlening van de asielaanvraag zouden vormen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een proceskostenveroordeling.