ECLI:NL:RBDHA:2017:7797

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juli 2017
Publicatiedatum
13 juli 2017
Zaaknummer
09/777092-16; 09/818960-16; 09/777058-17
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van zeven verdachten voor autobranden en gerelateerde feiten in de wijk Molenwijk te 's-Gravenhage

Op 14 juli 2017 heeft de Rechtbank Den Haag zeven verdachten veroordeeld voor hun betrokkenheid bij een reeks autobranden in de wijk Molenwijk, die in mei en juni 2016 plaatsvonden. Deze autobranden veroorzaakten aanzienlijke maatschappelijke onrust in de wijk. De politie kwam de verdachten op het spoor via meldingen van buurtbewoners en jongerenwerkers. De rechtbank concludeerde dat de verdachten, die deel uitmaakten van een vriendengroep, gezamenlijk het doel hadden om autobranden te plegen. De verdachten werden veroordeeld voor verschillende feiten, waaronder het doen van valse autobrand-alarmmeldingen en andere aan de branden gerelateerde misdrijven.

De rechtbank legde straffen op in de vorm van jeugddetentie, leerstraffen en werkstraffen. De opgelegde jeugddetentie varieerde van 50 tot 150 dagen, afhankelijk van het aantal bewezen verklaarde feiten. Daarnaast werd aan enkele verdachten begeleiding door de Jeugdreclassering opgelegd, evenals de verplichting om een behandeling te volgen. De rechtbank benadrukte de ernst van de gepleegde feiten en de impact daarvan op de gemeenschap, en rekende het de verdachten zwaar aan dat zij zich niet aan de wet hielden.

De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer voor jeugdstrafzaken, waarbij de rechtbank de verdachte(n) ook de mogelijkheid bood om hun gedrag te verbeteren door middel van gedragsinterventies en begeleiding. De rechtbank sprak de verdachte vrij van een aantal beschuldigingen, maar achtte de overige feiten wettig en overtuigend bewezen. De uitspraak is een duidelijke boodschap dat dergelijk gedrag niet wordt getolereerd en dat de rechtbank de verantwoordelijkheid van jongeren serieus neemt.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummers: 09/777092-16; 09/818960-16; 09/777058-17
Datum uitspraak: 14 juli 2017

(Verkort vonnis)

De rechtbank Den Haag, rechtdoende in jeugdstrafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
[adres] .

De terechtzitting.

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting met gesloten deuren van 22 juni 2017 en 30 juni 2017.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.J.A. Grimmelikhuijsen, advocaat te Den Haag, is verschenen en gehoord.
Er heeft zich een benadeelde partij gevoegd.
De officier van justitie mr. S.F. Heslinga heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding 09/777092-16 onder 1 en 2, bij dagvaarding 09/818960-16 en bij dagvaarding 09/777058-17 wordt veroordeeld tot jeugddetentie voor de duur van 60 dagen met aftrek van de tijd in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, waarvan 26 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden, zoals deze door de Raad zijn voorgesteld, waaronder de gedragsinterventie Tools4You.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover, en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.

De tenlastelegging.

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
dagvaarding 09/777092-16
1.
hij op of omstreeks 21 mei 2016 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [naam wijkagent] heeft bedreigd met
- verkrachting en/of;
- feitelijke aanranding van de eerbaarheid en/of;
- met enig misdrijf tegen het leven gericht,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
opzettelijk meerdere whatsapp-berichten (zowel tekstberichten als gesproken berichten) aan voornoemde [naam wijkagent] gestuurd met de dreigende tekst: "ik maak je dood met seks" en/of "ik wil op je verliefd ik wil seks bij stuwstraat" en/of "ik ga jouw kanker oma neuken, kankerhoer, je bent toch politieagent",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op of omstreeks 21 mei 2016 te 's-Gravenhage, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [naam wijkagent] , gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, via whatsapp heeft toegevoegd de woorden: "ik heb gehoord dat jij benr goed in seks" en/of "kanker kanker kanker jood" en/of "ik wil op je verliefd ik wil seks bij stuwstraat" en/of "ik ga jouw kankeroma neuken, kankerhoer, je bent toch politieagent", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
dagvaarding 09/818960-16
Hij op of omstreeks 22 september 2016 te 's-Gravenhage, althans in Nederland, zich opzettelijk mondeling, door gebaren, bij geschrift en/of afbeelding jegens [betrokkene] heeft geuit, kennelijk om diens vrijheid om naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij, verdachte, wist of ernstige reden had te vermoeden dat die verklaring zou worden afgelegd en/of voornoemde [betrokkene] te bewegen een eerder door haar naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter of ambtenaar afgelegde verklaring te wijzigen, immers heeft hij, verdachte, opzettelijke meerdere whatsapp-berichten naar de telefoon van voornoemde [betrokkene] gestuurd met de tekst:
-"Ey";
-" [betrokkene] ";
-"trek jou verklaring in";
-"wat je hebt gezegd";
-"hy zit vasy door jou";
-"eh kkr hoertje";
-"je hebt hem kkr hard veraden";
-"eh kkr zwerver";
-"trek die klr verklaring in";
-"eh kanker hoertje";
-"kanker hollander";
-"he kanker oma";
-"wat verraad je";
-"kk kehba";
-"je kanker moeder",
althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking;
dagvaarding 09/777058-17
hij op of omstreeks 12 juni 2017 te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets
(E-bike, merk Gazelle), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan Stichting Aanpak Voertuig-Criminaliteit, in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte;

Vrijspraak feit 1 dagvaarding 09/777092/16.

De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte bij dagvaarding 09/777092-16 onder 1 is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe dat niet kan worden uitgesloten dat – zoals de verdachte heeft verklaard – iemand anders dan hij, de (bedreigende) berichtjes heeft getypt en verzonden en dat de verdachte hierin geen aandeel heeft gehad.

Bewijsoverweging ten aanzien van feit 2 van dagvaarding 09/777092-16.

De rechtbank stelt voorop dat de teksten zoals ten laste gelegd, naar aard en strekking onmiskenbaar van beledigende aard zijn. Ter zitting heeft de verdachte verklaard dat hij de woorden ‘kanker kanker kanker jood’ en meermalen ‘bureau Laak’ heeft ingesproken en via WhatsApp met een telefoon, waarvan kan worden aangenomen dat deze op dat moment bij de verdachte in gebruik was, heeft verstuurd. Dit zou zijn gedaan nadat iemand uit een groepje tegen de verdachte zou hebben gezegd: ‘spreek wat in, het is een politieagent’(pv-nummer PL1500-2016142131-10). Dit bericht zou blijkens het dossier zijn verstuurd om 18:23 uur. Vervolgens zijn er direct hierna nog ten minste twee ingesproken berichten met die telefoon via WhatsApp verstuurd, beide om 18:24 uur, met de inhoud zoals ten laste gelegd. Gelet op het feit dat met de telefoon van de verdachte ten minste door de verdachte en een ander de desbetreffende teksten zijn ingesproken binnen een zeer kort tijdsbestek, acht de rechtbank, anders dan het standpunt van de raadsvrouw, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gepleegd. Dat dit mogelijk als grap binnen een ‘geinende setting’ zou zijn bedoeld, zoals door de raadsvrouw ter zitting aangevoerd, doet hier verder niet aan af.

De bewijsmiddelen.

De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist met de bewijsmiddelen, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit vonnis zal worden gehecht.

De bewezenverklaring.

Door de inhoud van de vorenstaande bewijsmiddelen – elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft – staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast en is de rechtbank op grond daarvan tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding 09/777092-16 onder 2, bij dagvaarding 09/818960-16 en bij dagvaarding 09/777058-17 vermelde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht:
dagvaarding 09/777092-16
2.
hij op 21 mei 2016 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [naam wijkagent] , via WhatsApp heeft toegevoegd de woorden: "ik heb gehoord dat jij benr goed in seks" en "kanker kanker kanker jood" en "ik wil op je verliefd ik wil seks bij stuwstraat" en "ik ga jouw kankeroma neuken, kankerhoer, je bent toch politieagent";
dagvaarding 09/818960-16
hij op 22 september 2016 te ’s-Gravenhage, althans in Nederland, zich opzettelijk bij geschrift jegens [betrokkene] heeft geuit, kennelijk om diens vrijheid om naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij, verdachte, wist of ernstige reden had te vermoeden dat die verklaring zou worden afgelegd en
te trachtenvoornoemde [betrokkene] te bewegen een eerder door haar naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter of ambtenaar afgelegde verklaring te wijzigen, immers heeft hij, verdachte, opzettelijke meerdere WhatsApp-berichten naar de telefoon van voornoemde [betrokkene] gestuurd met de tekst:
-"Ey";
-" [betrokkene] ";
-"trek jou verklaring in";
-"wat je hebt gezegd";
-"hy zit vasy door jou";
-"eh kkr hoertje";
-"je hebt hem kkr hard veraden";
-"eh kkr zwerver";
-"trek die klr verklaring in";
-"eh kanker hoertje";
-"kanker hollander";
-"he kanker oma";
-"wat verraad je";
-"kk kehba";
-"je kanker moeder";
dagvaarding 09/777058-17
hij op 12 juni 2017 te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (merk Gazelle) toebehorende aan Stichting Aanpak Voertuig-Criminaliteit.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
De verdachte is eveneens strafbaar, omdat niet is gebleken van omstandigheden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

Strafmotivering.

Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere strafbare feiten.
Hij heeft zich op 21 mei 2016 samen met een of meer anderen schuldig gemaakt aan belediging van de wijkagent. Deze belediging vormt een inbreuk en ondermijning van het respect en gezag van de wijkagent en geeft blijk van het feit dat de verdachte de regels van de wet en die van fatsoen aan zijn laars lapt. De rechtbank rekent de verdachte dit feit dan ook zeer aan. Voorts heeft de verdachte op 22 september 2016 een getuige, die een belastende verklaring over een medeverdachte bij de politie had afgelegd, benaderd teneinde deze getuige te beïnvloeden, in die zin dat zij haar verklaring zou intrekken. Hiermee heeft de verdachte de verklaringsvrijheid van een persoon in een strafrechtelijk onderzoek ondermijnd. Beïnvloeding van een getuige is, ongeacht of het kennelijk beoogde gevolg is ingetreden, op zich reeds een ernstig feit waardoor de rechtsgang kan worden geschaad. Het raakt de fundamentele beginselen van de rechtsstaat en belemmert de waarheidsvinding. De rechtbank rekent de verdachte dit feit dan ook eveneens zeer zwaar aan.
Tot slot heeft de verdachte zich op 12 juni 2017 schuldig gemaakt aan diefstal van een lokfiets. De rechtbank rekent verdachte in het bijzonder aan dat hij dit feit heeft gepleegd, nadat zijn voorlopige hechtenis ten aanzien van de verdenking van beïnvloeding van de getuige was geschorst en ten aanzien van de verdachte aldus schorsende voorwaarden van kracht waren, waaronder het niet plegen van strafbare feiten. Het baart de rechtbank ernstige zorgen dat dit verdachte er niet van heeft weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen.
De rechtbank betrekt bij haar oordeel voor wat betreft de strafmaat dat de verdachte op geen enkel moment heeft laten blijken spijt van zijn daden te hebben of verantwoordelijkheid daarvoor te willen nemen.
Voorts is komen vast te staan dat de verdachte, blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie van 13 juni 2017, in het verleden reeds eerder is veroordeeld voor het plegen van een overtreding.
De rechtbank heeft tevens acht geslagen op het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 19 juni 2017. De Raad heeft geadviseerd aan de verdachte een onvoorwaardelijke jeugddetentie en een deels voorwaardelijke taakstraf op te leggen. De Raad heeft een aantal bijzondere voorwaarden geformuleerd die aan de voorwaardelijke straf kunnen worden verbonden. Ter terechtzitting is namens de Raad toegelicht dat de verdachte baat heeft bij de gedragsinterventie Tools4You. Deze interventie kan zowel in de vorm van een leerstraf als in het kader van de bijzondere voorwaarden aan de verdachte worden opgelegd.
Gelet op de ernst van de feiten, is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke jeugddetentie van aanzienlijke duur een passende reactie vormt. Daarnaast zal de rechtbank een voorwaardelijke jeugddetentie aan de verdachte opleggen om hem ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen en in het bijzonder om begeleiding van de verdachte door de reclassering mogelijk te maken en zo de kans op herhaling te verkleinen. Aan het voorwaardelijk strafdeel zullen als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de jeugdreclassering, het verplicht volgen van een individuele behandeling bij het Palmhuis of een soortgelijke instelling, het verplicht volgen van onderwijs en de gedragsinterventie Tools4You, alsmede een contactverbod met de [medeverdachte] aangeefster [betrokkene] worden verbonden.

De vordering van de benadeelde partij.

[naam wijkagent] heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 310,-, bestaande uit immateriële schade.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte ten aanzien van het ten laste gelegde feit waarop de vordering – blijkens de toelichting – betrekking heeft, te weten de bedreiging, zal worden vrijgesproken.
Dit brengt mee dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met zijn verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten de rechtbank begroot op nihil.

Toepasselijke wetsartikelen.

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 47, 63, 77a, 77g, 77h, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 266, 310 en 285a van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

Beslissing.

De rechtbank:
verklaart
niet wettig en overtuigend bewezendat de verdachte het bij dagvaarding
09/777092-16 onder 1ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart
wettig en overtuigend bewezendat de verdachte de hem bij dagvaarding
09/777092-16 onder 2, bij
dagvaarding 09/818960-16en bij
dagvaarding 09/777058-17ten laste gelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van dagvaarding 09/777092-16 onder 2:
medeplegen van eenvoudige belediging;
ten aanzien van dagvaarding 09/818960-16:
opzettelijk mondeling zich jegens een persoon uiten, kennelijk om diens vrijheid om een verklaring naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat die verklaring zal worden afgelegd;
ten aanzien van dagvaarding 09/777058-17:
diefstal;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte bij dagvaarding meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot

jeugddetentie voor de duur van 44 (vierenveertig) DAGEN;

bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie, groot
30 (dertig) DAGEN,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden;
stelt de proeftijd vast op twee jaren onder de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de jeugdreclassering te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende een door jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met de medeverdachte [medeverdachte] (geboren op 11 oktober 2000 te ’s-Gravenhage) en de aangeefster [betrokkene] (geboren op 24 januari 2000 te Zoetermeer);
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van het Palmhuis, of een soortgelijke instelling, op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven;
- gedurende de proeftijd zal deelnemen aan een gedragsinterventie, bestaande uit Tools4You, waarbij de veroordeelde zich dient te houden aan de aanwijzingen zoals die gedurende deze gedragsinterventie aan de veroordeelde zullen worden gegeven;
- gedurende de proeftijd onderwijs zal volgen;
geeft opdracht aan Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, een gecertificeerde instelling die jeugdreclassering uitvoert om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
bepaalt dat
de benadeelde partij [naam wijkagent] niet ontvankelijkis in de vordering tot schadevergoeding en veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, welke kosten begroot op nihil;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.J. Peters, kinderrechter, voorzitter,
mr. A.J.J.M. Weijnen, kinderrechter,
en mr. M.C. Bruining, kinderrechter,
in tegenwoordigheid van mr. F. Verkijk, griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 juli 2017.