AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Veroordeling van zeven verdachten voor betrokkenheid bij autobranden in Molenwijk, Den Haag
Op 14 juli 2017 heeft de Rechtbank Den Haag zeven verdachten veroordeeld voor hun betrokkenheid bij een reeks autobranden in de wijk Molenwijk. Deze branden, die plaatsvonden in mei en juni 2016, veroorzaakten aanzienlijke maatschappelijke onrust. De politie kwam de verdachten op het spoor door meldingen van buurtbewoners en jongerenwerkers. De rechtbank concludeerde dat de verdachten, die deel uitmaakten van een vriendengroep, gezamenlijk het doel hadden om autobranden te plegen. De rechtbank oordeelde dat de verdachten zich schuldig hadden gemaakt aan het opzettelijk in brand steken van voertuigen, wat leidde tot gemeen gevaar voor andere goederen.
De rechtbank legde straffen op in de vorm van jeugddetentie, leerstraffen en werkstraffen. De jeugddetentie varieerde van 50 tot 150 dagen, afhankelijk van het aantal bewezen verklaarde feiten. Daarnaast werd aan enkele verdachten begeleiding door de Jeugdreclassering opgelegd, evenals de verplichting om een behandeling te volgen. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact die de branden hadden op de gemeenschap, en nam daarbij ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachten in overweging. De uitspraak werd gedaan in tegenspraak, waarbij de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging in overweging nam.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit – voor zover niet anders weergegeven - delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier met het nummer 2016125516 / DH3R016053, Leipzig onderzoek (doorgenummerd p. 1 t/m 1281, alsmede het Methodiekendossier met het nummer 2016125516 / DH3R016053, Leipzig onderzoek (doorgenummerd p. 1 t/m 410).
2.Het proces-verbaal aangifte, [aangever], d.d.5 mei 2016, p. 159-160.
3.Het proces-verbaal bevindingen gemeen gevaar voor andere goederen, p. 987.
4.Het proces-verbaal van verhoor getuige, [getuige], d.d. 4 mei 2016, p. 162.
5.Blijkens de eigen verklaring van de verdachte is dit zijn Instagramaccountnaam. Zie het proces-verbaal verhoor minderjarige verdachte, [verdachte], d.d. 7 juni 2016, p. 405 en 407.
6.Het proces-verbaal WhatsApp, p. 636-637.
7.Het proces-verbaal WhatsApp, p. 637.
8.De telefoon van [medeverdachte 2] betrof een Appel Iphone 5S voorzien van Imeinummer 013619004584373. In deze telefoon bleek gebruik te zijn gemaakt van telefoonnummer 06-85050254. Zie hiervoor het proces-verbaal binnentreden woning, p. 132, het proces-verbaal van bevindingen, p. 333, het proces-verbaal digitaal onderzoek p. 349 en het proces-verbaal Analyse telecom [medeverdachte 2] in vergelijking met PD’s, p. 1119.
9.Het proces-verbaal digitaal onderzoek, p. 334-335; het proces-verbaal WhatsApp, p. 634-636; Het proces-verbaal van bevindingen gesprek [medeverdachte ], p. 688.
10.Het proces-verbaal digitaal onderzoek, p. 334-335; het proces-verbaal WhatsApp, p. 634-636; Het proces-verbaal van bevindingen gesprek [medeverdachte ], p. 688.
11.Verklaring verdachte ter zitting van 20 juni 2017.
12.Het proces-verbaal digitaal onderzoek, p. 334-335; het proces-verbaal WhatsApp, p. 634-636; Het proces-verbaal van bevindingen gesprek [medeverdachte ], p. 688.
13.Op 21 juni 2016 is vertrouwelijke communicatie opgenomen tussen de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] Deze OVC-gesprekken zijn woordelijk uitgewerkt (en vertaald) in het dossier, p. 885-904, meer specifiek p. 887.