ECLI:NL:RBDHA:2017:778
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van ongeloofwaardige identiteit en herkomst
In deze zaak heeft eiseres, een Eritrese vrouw, beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De aanvraag werd afgewezen op 26 september 2016, omdat de verweerder de door eiseres gestelde identiteit, nationaliteit en herkomst ongeloofwaardig achtte. Eiseres had op 19 oktober 2016 beroep ingesteld tegen dit besluit. Tijdens de zitting op 13 januari 2017 was eiseres aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, terwijl de verweerder niet verscheen. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.
Eiseres stelde dat zij geboren is op een bepaalde datum en de Eritrese nationaliteit bezit. Ze had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd afgewezen omdat zij niet in staat was om haar identiteit en herkomst aannemelijk te maken met originele documenten. De rechtbank oordeelde dat de door eiseres overgelegde documenten, zoals doop- en huwelijksakten, niet authentiek waren volgens het Bureau Documenten. Eiseres betwistte de afwijzing en stelde dat de verklaring van het Bureau Documenten onvoldoende inzichtelijk was.
De rechtbank overwoog dat de verweerder zich terecht had gebaseerd op het deskundigenadvies van het Bureau Documenten en dat eiseres geen contra-expertise had ingebracht. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij als vluchteling kon worden aangemerkt of dat zij te vrezen had voor ernstige schade. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 30 januari 2017.