ECLI:NL:RBDHA:2017:7720
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid Italië voor behandeling van asielverzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 juli 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, een Iraanse vrouw, in beroep ging tegen het besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie om haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling te nemen. Dit besluit was gebaseerd op de stelling dat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van haar aanvraag, conform de Dublinverordening. Eiseres had op 13 februari 2017 een asielaanvraag ingediend, maar haar aanvraag werd niet in behandeling genomen omdat Italië eerder een Schengenvisum aan haar had verstrekt, dat geldig was van 28 oktober 2016 tot 23 november 2016. Eiseres betwistte de verantwoordelijkheid van Italië en voerde aan dat zij niet in staat was om naar Italië te reizen vanwege het in beslag nemen van haar paspoort en de schrijnende situatie in Italië.
De rechtbank overwoog dat de staatssecretaris terecht had geconcludeerd dat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, aangezien eiseres een geldig visum had ontvangen. De rechtbank oordeelde dat er geen rechtsregel was die zich ertegen verzette dat de staatssecretaris een voornemen uitbracht voordat een claimakkoord met Italië was bereikt. Eiseres had de mogelijkheid om haar zienswijze naar voren te brengen en de rechtbank vond geen reden om te twijfelen aan de informatie die de staatssecretaris had verkregen over de situatie in Italië. De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een overdracht aan Italië onredelijk zouden maken en dat de asielaanvraag van eiseres terecht niet in behandeling was genomen. Het beroep werd ongegrond verklaard en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.