Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
eiseres,
gemachtigde: mr. J. Dietz,
gedaagde,
gemachtigde: mr. H.W. van Eeuwijk.
1.Procedure
- de dagvaarding van 7 december 2016;
- de conclusie van antwoord;
- de in het geding gebrachte producties.
2.Feiten
‘(…)
a) op enigerlei wijze, direct of indirect, gehonoreerd of ongehonoreerd, in enigerlei vorm werkzaam of betrokken te zijn bij enige persoon, instelling, werkgever of onderneming die soortgelijke, aanverwante of anderszins concurrerende activiteiten ontplooit als werkgever of de aan hem gelieerde ondernemingen, dan wel daarin of daarbij enig belang hebben;
7. Het concurrentiebeding en geheimhoudingsbeding en het daarbij behorende boetebeding zoals opgenomen in de arbeidsovereenkomst blijven onverkort van toepassing.
10. Met uitzondering van de verplichtingen uit deze overeenkomst, verleent Werknemer aan Werkgever, alsmede de aan hem gelieerde rechtspersonen, werknemers en bestuurders, finale kwijting ter zake van alle aanspraken uit de arbeidsovereenkomst, alsmede de beëindiging daarvan. Werknemer is de gelegenheid geboden om eventuele aanspraken die hij buiten de finale kwijting wil houden aan te geven, maar heeft uitdrukkelijk aangegeven dat deze er niet zijn en dat hij niets meer van Werkgever heeft te vorderen.
Ook Werkgever verleent finale kwijting aan Werknemer.
11. Door ondertekening van de Overeenkomst verklaart Werknemer uitdrukkelijk dat (a) hij een goed en volledig begrip heeft van de inhoud en consequenties van de Overeenkomst, (b) hij instemt met de inhoud en consequenties van de Overeenkomst en (c) hij de gelegenheid heeft gehad zich te laten bijstaan c.q. adviseren door een juridisch adviseur.
12. De Overeenkomst is een vaststellingsovereenkomst in de zin van artikel 7:900 BW. De artikelen 7:900 tot en met 7:906 BW zijn derhalve van toepassing.
3.Geschil
4.Beoordeling
wordt beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de overeenkomst op zekere wijze werkzaam te zijnin beginsel alleen rechtsgeldig worden overeengekomen wanneer sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Voor zover een dergelijk beding desondanks wordt opgenomen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan dit alleen rechtsgeldig gebeuren als
uit de bij dat beding opgenomen schriftelijke motivering van de werkgever blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen.(vgl. artikel 7:653 lid 1 sub a en lid 2)
“short term opportunities”maar niet onderbouwd is dat dit ook voor eiseres prospects waren. Naar het oordeel van de kantonrechter is van een overtreding van het geheimhoudingsbeding daarom op dit punt geen sprake.