ECLI:NL:RBDHA:2017:7584

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 juli 2017
Publicatiedatum
10 juli 2017
Zaaknummer
C/09/524317 - FA RK 16-9843
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot inschrijving van Egyptische huwelijksontbinding in de registers van de burgerlijke stand

Op 10 juli 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, met zowel de Nederlandse als de Egyptische nationaliteit, verzocht om de inschrijving van een Egyptische huwelijksontbinding in de registers van de burgerlijke stand. Het verzoekschrift was ingediend op 23 december 2016, en de rechtbank heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder brieven van de verzoeker en de ambtenaar van de burgerlijke stand. Tijdens de zitting op 12 juni 2017 zijn de verzoeker en de belanghebbende, een vrouw zonder bekende woon- of verblijfplaats, niet verschenen, terwijl de advocaat van de verzoeker en een vertegenwoordiger van de ambtenaar wel aanwezig waren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker tijdig zijn verzoek heeft ingediend en dat zij bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen. De rechtbank heeft vervolgens de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in overweging genomen. Verzoeker stelde dat de door hem overgelegde verklaring van herroepelijke verstoting, die volgens hem een ontbinding van het huwelijk inhoudt, erkend zou moeten worden en ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

De rechtbank oordeelde echter dat de Nederlandse wetgeving geen mogelijkheid biedt om een buitenlandse akte van echtscheiding te registreren in de registers van de burgerlijke stand. Artikel 1:25 van het Burgerlijk Wetboek biedt geen ruimte voor inschrijving van aktes betreffende verstoting of ontbinding van een huwelijk. De rechtbank heeft het verzoek van de man dan ook afgewezen, omdat er geen wettelijke grondslag voor was. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd, en de rechtbank heeft het verzoek om kostenvergoeding afgewezen. De beschikking is gegeven door een enkelvoudige kamer en is openbaar uitgesproken op 10 juli 2017.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 16-9843
Zaaknummer: C/09/524317
Datum beschikking: 10 juli 2017

Verzoek ex artikel 1:27 van het Burgerlijk Wetboek

Beschikking op het op 23 december 2016 ingekomen verzoekschrift van:

[verzoeker] ,

verzoeker,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. Z. Yeral te Roosendaal.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[vrouw] ,

zonder bekende woon- of verblijfplaats,

DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE’S-GRAVEHAGE,

de ambtenaar,
gevestigd te ’s-Gravenhage.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- de brief van verzoeker van 19 januari 2017, met bijlagen;
- de brief van de ambtenaar van 30 januari 2017;
- de brief van 3 maart 2017 van verzoeker;
- de brief van 14 maart 2017 van de ambtenaar, met bijlagen.
Op 12 juni 2017 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de advocaat van verzoeker en de heer [naam] namens de ambtenaar. Verzoeker en belanghebbende [vrouw] (hierna: [vrouw] ) zijn – hoewel behoorlijk opgeroepen – niet ter terechtzitting verschenen.

Verzoek

Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank de ambtenaar zal bevelen de Egyptische huwelijksontbinding in te schrijven in de daartoe bestemde registers van de burgerlijke stand en dat voor zover mogelijk de ambtenaar in de kosten van deze procedure zal worden veroordeeld, een en ander voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.

Feiten

- Verzoeker en [vrouw] zijn op [datum] te [huwelijksplaats] , Egypte, gehuwd.
  • Op 16 april 2016 is een “declaration of a revocable divorce before consummating marriage” (“een verklaring van herroepelijke verstoting voordat de wettelijke consummatie van het huwelijk heeft plaatsgehad”) ingeschreven bij de burgerlijke stand van [huwelijksplaats] , Egypte, onder nummer [nummer] . De verstoting ziet blijkens dit document op een eerste (herroepelijke) verstoting van de echtgenote van verzoeker, [vrouw] , door verzoeker.
  • Verzoeker heeft de Nederlandse en Egyptische nationaliteit.

Beoordeling

Ontvankelijkheid
Verzoeker heeft zijn verzoek binnen zes weken na het besluit van de ambtenaar van
30 november 2016, derhalve tijdig, ingediend. Verzoeker kan dan ook worden ontvangen in zijn verzoek.
Rechtsmacht
Nu verzoeker in Nederland verblijft en de Nederlandse nationaliteit heeft, acht de rechtbank zich op grond van artikel 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bevoegd om van het verzoek kennis te nemen.
Artikel 1:25 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
Ingevolge artikel 1:25 BW worden – voor zover hier van belang – buiten Nederland overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akten van geboorte, huwelijksakten, akten van registratie van een partnerschap en akten van overlijden op verzoek van een belanghebbende ingeschreven in de registers onderscheidenlijk van geboorten, van huwelijken, van geregistreerde partnerschappen en van overlijden van de gemeente ‘s-Gravenhage, indien de akte een persoon betreft die op het ogenblik van het verzoek Nederlander is.
Volgens verzoeker kan de door hem overgelegde “verklaring van herroepelijke verstoting voordat de wettelijke consummatie van het huwelijk heeft plaatsgehad” – die volgens hem een ontbinding van het huwelijk van verzoeker inhoudt – op grond van artikel 10:58 BW worden erkend. Er moet volgens verzoeker, in ieder geval op grond van de redelijkheid en billijkheid, de mogelijkheid bestaan om de ontbinding van het huwelijk in te schrijven in een daartoe bestemd register.
De ambtenaar heeft aangegeven dat volgens de Nederlandse wetgeving betreffende de Burgerlijke Stand er geen mogelijkheid is om een buitenlandse akte betreffende een echtscheiding te registreren in de registers van de Nederlandse burgerlijke stand. Artikel 1:25 BW biedt hiertoe geen mogelijkheid. De ambtenaar heeft voorts opgemerkt dat er geen huwelijksakte in Nederland is ingeschreven, zodat de mogelijkheid van een latere vermelding van een echtscheiding in het buitenland niet kan worden opgenomen bij die ingeschreven huwelijksakte.
De rechtbank is van oordeel dat de door de man overgelegde “verklaring van herroepelijke verstoting voordat de wettelijke consummatie van het huwelijk heeft plaatsgehad” – nog daargelaten of sprake is van een ontbinding van een huwelijk dat in Nederland erkend kan worden – niet kan worden ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Immers, artikel 1:25 BW voorziet niet in inschrijving van aktes betreffende verstoting of ontbinding van een huwelijk. Een dergelijk register bestaat ook niet. Het toevoegen van een latere vermelding overeenkomstig artikel 1:20b BW is evenmin mogelijk, aangezien er geen huwelijksakte van verzoeker en [vrouw] in het daartoe bestemde register van de ambtenaar is ingeschreven. De rechtbank zal het verzoek van de man dan ook bij gebrek aan wettelijke grondslag afwijzen.
De proceskosten
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, zodat zij het daartoe strekkende verzoek zal afwijzen.

Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. P.M.E. Bernini, M.P. Verloop en J.C. Sluymer bijgestaan door mr. M.T.E. Krijger-van Huut als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 juli 2017. Bij afwezigheid van de voorzitter ondertekend door de oudste rechter.