Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
Ambtshalve ziet de rechtbank zich gesteld voor de vraag of eiser zichzelf mag vertegenwoordigen tijdens een beroep tegen een vreemdelingenrechtelijke maatregel van bewaring. Artikel 98 Vw bepaalt dat de vreemdeling zich bij onder meer het gehoor ingevolge artikel 94 Vw uitsluitend kan doen bijstaan door één of meer van zijn raadslieden en bepaalt welke vereisten aan deze raadslieden worden gesteld. Artikel 99 Vw ziet op de keuzevrijheid van eiser met betrekking tot de raadsman die hem vertegenwoordigt. In artikel 100, eerste lid, Vw is te lezen dat ‘op verzoek van de vreemdeling’ aan hem een raadsman wordt toegevoegd, zodra hem ingevolge de Vw zijn vrijheid is ontnomen.
Uit voornoemde artikelen volgt naar het oordeel van de rechtbank niet dat eiser verplicht is zich te doen bijstaan door een raadsman. Nu eiser zowel tijdens het gehoor van 31 mei 2017 voorafgaand aan de oplegging van de maatregel van bewaring, als tijdens het onderzoek ter zitting uitdrukkelijk heeft aangegeven dat hij zijn eigen verdediging wenst te voeren bij de vreemdelingenrechter en daarnaast ter zitting heeft aangegeven dat mr. El Assrouti niet namens hem optreedt, zal de rechtbank dan ook inhoudelijk ingaan op de gronden die door eiser in persoon zijn aangevoerd.
Ten slotte had de politie eiser de ‘European Guidelines’ ter hand moeten stellen op het politiebureau. Eiser heeft hier herhaaldelijk om gevraagd, maar de politie heeft steeds geweigerd hem hierin ter wille te zijn. Ook dit is in strijd met maritiem recht en eisers mensenrechten, aldus eiser. Eiser heeft familie in Spanje en Ierland, zodat hij op grond van deze richtlijnen kan aantonen dat de politie hem niet had mogen aanhouden. Daarnaast kan hij met deze richtlijnen aantonen dat hij niet in bewaring gesteld had mogen worden.
Met betrekking tot hetgeen eiser aanvoert over het ter beschikking stellen van de ‘European Guidelines’, overweegt de rechtbank dat eiser ter zitting, desgevraagd, niet heeft kunnen verduidelijken welke ‘guidelines’ hij bedoelt en wat hieruit zou volgen. Eisers stellingen nopen dan ook niet tot het oordeel dat de maatregel onrechtmatig is.
De beroepsgrond slaagt niet.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.