Uitspraak
(Verkort vonnis)
[verdachte] ,
De terechtzitting
pro forma) en 27 juni 2017 (
inhoudelijk).
Rechtbank Den Haag
Op 11 juli 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich had aangesloten bij de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS) en zich schuldig had gemaakt aan deelname aan een criminele organisatie met een terroristisch oogmerk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich in het strijdgebied in Syrië bevond, waar hij deelnam aan een trainingskamp en betrokken was bij de gewapende jihadstrijd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden die aan de verdachte zijn ten laste gelegd, grondig onderzocht. De verdachte was niet verschenen op de terechtzittingen, maar de rechtbank heeft op basis van de beschikbare bewijsmiddelen de overtuiging gekregen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan. De tenlastelegging omvatte deelname aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven en de voorbereiding van moord, doodslag, brandstichting en ontploffingen met een terroristisch oogmerk.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de gepleegde feiten benadrukt, evenals de internationale verplichtingen van Nederland om terrorisme te bestrijden. De verdachte heeft zich gedurende een aanzienlijke periode in Syrië bevonden en heeft deelgenomen aan activiteiten die als terroristisch worden gekwalificeerd. De rechtbank heeft de strafoplegging in overeenstemming geacht met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en heeft een gevangenisstraf van zes jaren opgelegd, met een bevel tot gevangenneming van de verdachte.