Uitspraak
Internationale kinderontvoering
Beschikking op het op 14 april 2017 ingekomen verzoek van:
[verzoeker] ,
[belanghebbende] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- de brief van 5 mei 2017, met bijlagen, van de zijde van de vader;
- het faxbericht van 16 mei 2017 van de zijde van de moeder;
- de brief van 23 mei 2017, inhoudende het gewijzigde verzoek van de zijde van de vader;
- het verslag van de bijzondere curator van 30 mei 2017;
- het verweerschrift;
- het aanvullend verweerschrift;
- de brief van 7 juni 2017, met bijlagen, van de zijde van de vader, tevens inhoudende het gewijzigde verzoek van de zijde van de vader;
- het faxbericht van 8 juni 2017, met bijlagen, van de zijde van de moeder;
- het faxbericht van 9 juni 2017, met bijlage, van de zijde van de moeder;
- de brief van 9 juni 2017, met bijlagen, van de zijde van de vader;
- faxbericht van 9 juni 2017, met bijlagen, van de zijde van de moeder.
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de bijzondere curator mevrouw J.A.M. Hendriks.
Verzoek en verweer
primairnaar de
subsidiairnaar [adres] te [woonplaats] , Tasmanië (Australië),
meer subsidiairmaar Australië, uiterlijk 16 juni 2017, althans 18 juni 2017, althans zo spoedig mogelijk, althans op een datum die de rechtbank juist acht,
Beoordeling
‘…all the duties, powers, responsibilities and authority which, by law, parents have in relation to children’. Dit verandert niet door wijzigingen in de relatie van de ouders, zoals het verbreken van de relatie en/of (her)trouwen van (één van) de ouders.
One problem common to both of these situations was determining the place to which the child had to be returned. The Convention did not accept a proposal to the effect that the return of the child should always be to the State of its habitual residence before its removal. Admittedly, one of the underlying reasons for requiring the return of the child was the desire to prevent the 'natural' jurisdiction of the courts of the State of the child's residence being evaded with impunity, by force. However, including such a provision in the Convention would have made its application so inflexible as to be useless. In fact, we must not forget that it is the right of children not to be removed from a particular environment which sometimes is a basically family one, which the fight against international child abductions seeks to protect. Now, when the applicant no longer lives in what was the State of the child's habitual residence prior to its removal, the return of the child to that State might cause practical problems which would be difficult to resolve. The Convention's silence on this matter must therefore be understood as allowing the authorities of the State of refuge to return the child directly to the applicant, regardless of the latter's present place of residence’.