ECLI:NL:RBDHA:2017:7157
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige verklaringen over desertie en afvalligheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juni 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een vreemdeling met een V-nummer, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel op basis van problemen die hij ondervond in zijn thuisland Iran. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, die de verklaringen van eiser over zijn desertie en de problemen die hij ondervond na zijn afvalligheid ongeloofwaardig achtte. Eiser had verklaard dat hij in 2010 was gedeserteerd omdat hij niet langer de islam aanhing en dat hij in 2012 in hechtenis was genomen. Hij stelde dat hij na zijn vrijlating problemen had ondervonden, waaronder een aanval in een moskee en bedreigingen van de inlichtingendienst. Tijdens de zitting op 8 juni 2017 werd eiser bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank oordeelde dat eiser onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn claims en dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat er geen gegronde vrees voor vervolging bestond. De rechtbank concludeerde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij een reëel risico liep op ernstige schade bij terugkeer naar Iran. Het beroep werd ongegrond verklaard en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 20 juni 2017, en er werd een rechtsmiddel tegen deze uitspraak aangekondigd.