ECLI:NL:RBDHA:2017:6714
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van bedreiging van twee leden van de Koninklijke Marechaussee
Op 21 juni 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van bedreiging van twee leden van de Koninklijke Marechaussee. De zaak vond zijn oorsprong op 1 januari 2017, toen de verdachte zich verward gedroeg nabij de woning van de koninklijke familie in Wassenaar. Hij had een blikje bier en een rijbewijs in zijn handen en deed verschillende uitlatingen over prinses Amalia en zijn intenties om met haar te trouwen. Tijdens het gesprek met de beveiligers deed hij meerdere dreigende uitspraken, maar de rechtbank oordeelde dat deze niet als een daadwerkelijke bedreiging konden worden opgevat. De officier van justitie eiste een veroordeling, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat de uitingen van de verdachte voortkwamen uit een verwarde toestand en niet bedoeld waren als bedreiging. De rechtbank concludeerde dat de woorden van de verdachte niet voldoende waren om bij de beveiligers een redelijke vrees voor gevaar te doen ontstaan. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde bedreiging. De rechtbank oordeelde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldiging, en sprak de verdachte vrij.