Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
De beroepsgrond slaagt niet.
- een internetuitdraai van een artikel van Hrana News Agancy van [datum 2] 2015, getiteld “ [eiser] Released on the Bail from Evin Prison”;
Eiser betoogt voorts dat hij gedetailleerd heeft verklaard over zijn reis van Frankrijk naar Iran. Verweerder heeft in redelijkheid niet aan hem kunnen tegenwerpen dat hij niet zijn paspoort heeft overgelegd, waaruit zijn terugkeer naar Iran blijkt, omdat eiser, zoals blijkt uit de door hem overgelegde nieuwsberichten, bij terugkeer in Iran is gearresteerd door de Iraanse veiligheidsdienst. Hij heeft zijn paspoort niet teruggekregen na zijn vrijlating.
In zijn nadere reactie stelt verweerder zich aanvullend op het standpunt dat de door eiser overgelegde stukken niet afkomstig zijn uit een objectieve en verifieerbare bron, waardoor de authenticiteit van de stukken niet kan worden vastgesteld. Voorts wijst verweerder erop dat uit de werkgeversverklaring en de overgelegde arbeidsovereenkomst blijkt dat eiser eerst op 21 april 2015 is begonnen met zijn baan, terwijl hij in het aanmeldgehoor heeft verklaard dat hij bij terugkeer naar Iran
weeraan het werk moest in de fabriek.
Voorts wijst verweerder erop dat in de arbeidsovereenkomst staat vermeld dat eiser 8 uur per dag werkt, terwijl in de werkgeversverklaring staat dat sprake is van een werkweek van 44 uur. Volgens verweerder spreken de stukken elkaar tegen.
Verweerder acht het opmerkelijk dat in de arbeidsovereenkomst niet staat vermeld voor welk bedrijf eiser werkzaam zal zijn. Tevens staat op zowel de werkgeversverklaring en de arbeidsovereenkomst dat het huisnummer van het bedrijf 76 is, terwijl op de website als huisnummer 67 staat vermeld.
Volgens de werkgeversverklaring heeft eiser gewerkt van 21 april 2015 tot en met 24 juni 2015 en is daarna op zijn verzoek zijn dienstverband beëindigd. In het uittreksel van de Sociale Dienst Bijstand staat echter dat de periode van de dienstbetrekking van 21 april 2015 tot 22 augustus 2015 is geweest. Voorts wijst verweerder erop dat op de verklaring van de Sociale Dienst een ander bedrijf wordt genoemd, namelijk “ [naam 3] ”, dan het bedrijf dat de werkgeversverklaring en de arbeidsovereenkomst heeft afgegeven.
Daarnaast acht verweerder het opmerkelijk dat de gemachtigde van eiser in haar brief van 9 oktober 2015, waarin zij een nadere toelichting heeft gegeven bij de aanvraag van eiser, heeft aangegeven dat eiser stelt dat hij een arbeidsovereenkomst had bij een bedrijf genaamd ‘ [naam 1] ’ en dat die arbeidsovereenkomst was voor de duur van drie maanden. De door eiser overgelegde arbeidsovereenkomst is echter voor de duur van vier maanden.
Ter zitting van 28 maart 2017 heeft verweerder zijn tegenwerping, dat het huisnummer van het adres op de werkgeversverklaring niet overeenkomt met het huisnummer op de website, laten vallen, nu uit de door eiser overgelegde aanvullende verklaring van zijn werkgever blijkt dat sprake was van een typefout op de website en dat, nadat eiser de werkgever daarop had gewezen, de vermelding van het huisnummer op de website is aangepast, zoals ook blijkt uit de door eiser overgelegde recente uitdraai van de website. De website geeft daarnaast voldoende informatie over het bedrijf - een fabriek voor (plastic) speelgoed -, zodat verweerder zich ook ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat het niet gaat om een (internationaal) bekend bedrijf.