ECLI:NL:RBDHA:2017:6550
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Buiten behandelingstelling van een aanvraag voor een verblijfsvergunning op grond van ontbrekende medische gegevens
Op 16 juni 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, een Marokkaanse vreemdeling die in Nederland verblijft, en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiseres had op 27 mei 2016 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd op basis van medische behandeling. Deze aanvraag werd op 8 augustus 2016 door de staatssecretaris buiten behandeling gesteld, omdat de relevante medische gegevens ontbraken. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft zij beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 4 mei 2017 werd eiseres vertegenwoordigd door haar gemachtigde, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank overwoog dat de aanvraag terecht buiten behandeling was gesteld op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de verstrekte gegevens onvoldoende waren voor de beoordeling van de aanvraag. Eiseres had de gelegenheid gekregen om de aanvraag aan te vullen, maar had dit niet gedaan. De rechtbank concludeerde dat er geen termen waren voor een proceskostenveroordeling en verklaarde het beroep ongegrond.
De rechtbank benadrukte dat de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag niet aan de orde kon komen, omdat de aanvraag niet voldeed aan de wettelijke vereisten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er werd een rechtsmiddel aangegeven voor hoger beroep bij de Raad van State.