ECLI:NL:RBDHA:2017:6533

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 juni 2017
Publicatiedatum
16 juni 2017
Zaaknummer
09/818815-16 e.a.
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Woninginbraken en oplichting in Alphen aan den Rijn

In het voorjaar en de zomer van 2015 en 2016 vond er een golf van woninginbraken en pogingen daartoe plaats in Alphen aan den Rijn. De verdachte, geboren in 1998, werd beschuldigd van meerdere woninginbraken, heling en oplichting via Marktplaats. De rechtbank Den Haag behandelde de zaak op 15 juni 2017. Tijdens de zittingen werd vastgesteld dat de verdachte samen met anderen betrokken was bij verschillende inbraken, waarbij gebruik werd gemaakt van een schroef om de sloten te forceren. De verdachte werd op 11 september 2016 betrapt tijdens een poging tot inbraak, waarbij hij een schroef in zijn bezit had. Daarnaast werd hij beschuldigd van het verwerven van gestolen goederen, waaronder een gouden ketting en een mobiele telefoon, en van oplichting door valse advertenties op Marktplaats te plaatsen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten en legde een jeugddetentie op van 300 dagen, waarvan 151 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor begeleiding en behandeling. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, die niet alleen materiële schade hadden geleden, maar ook hun gevoel van veiligheid verloren hadden. De verdachte ontkende de feiten, maar de rechtbank achtte het bewijs overtuigend.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Meervoudige kamer (jeugd)strafzaken
Parketnummers 09/818815-16; 09/857421-15 (t.t.g.)
Datum uitspraak 15 juni 2017
Tegenspraak
(Promis)
De rechtbank Den Haag, rechtdoende in (jeugd)strafzaken, heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaken van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1998 te [geboorteplaats] ,
[adres 1] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting met gesloten deuren van 16 januari 2017,
11 mei 2017 en 1 juni 2017.
De pro forma zitting is gehouden ter terechtzitting met gesloten deuren van 12 december 2016.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. N. Achahbar en van hetgeen door de raadsman van de verdachte mr. P.H.W. Spoelstra, advocaat te Den Haag, en door de verdachte naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
parketnummer 09/818815-16 (verder ook: dagvaarding I)
1.
hij op of omstreeks 11 september 2016 te Alphen aan den Rijn, omstreeks 02:12 uur ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [adres 2] weg te nemen geld en/of goederen
van zijn/hun gading geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking, inklimming, valse sleutel door:
- ( met) een (strek)schroef in het slot van de voordeur te schroeven/boren/wrikken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 19 juli 2016, omstreeks 04.42 uur, te Koudekerk aan den Rijn, gemeente Alphen aan den Rijn, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen uit een woning aan de [adres 3] :
- een geldbedrag (van 20 euro) en/of
- een goudkleurige ketting en/of
- een (pandora) armband en/of
- een (ABN-AMRO) bankpas,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming door:
- het forceren van een raam (met een schroevendraaier en/of hard voorwerp en/of
- ( vervolgens) via dat geforceerde raam naar binnen te klimmen en/of
- het schroeven/boren/wrikken van/met een (trek)schroef in het slot van de deur;
3.
hij op of omstreeks 11 juli 2016 te Koudekerk aan den Rijn, gemeente Alphen aan den Rijn aan den Rijn, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen uit een woning gelegen aan de [adres 4]
- een harddisk (van het merk Sony) en/of
- een Apple Macbook Air en/of
- een Iphone 5
- een witte laptop (van het merk Dell)
- autosleutels en/of
- een gouden piercing en/of
- een gouden ring en/of
- een paspoort en/of
- een creditcard (van de Rabobank),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming door:
- het (met) een (trek)schroef (te) schroeven/boren/wrikken in het slot van de deur en/of
- het (vervolgens) met een slotentrekker verwijderen/trekken van (een deel) het cilinderslot uit de voordeur;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 11 juli 2016 te Koudekerk aan den Rijn, en/of Hazerswoude Rijndijk gemeente Alphen aan den Rijn in elk geval in Nederland, een goed te weten:
- een Macbook Air heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
4.
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 9 juli tot en met 18 juli 2016 te Alphen aan den Rijn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres 5] weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen (telkens) onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming door:
- het appartementencomplex en/of de galerij in te klimmen en/of
- met een slotentrekker het cilinderslot van de toegangsdeur en/of voordeur te verbreken/forceren;
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij op of omstreeks 28 februari 2015, te Koudekerk aan den Rijn, gemeente Alphen aan den Rijn, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen uit een woning aan de [adres 6] :
- twee multimediasystemen (Apple-TV's)
- 1 Iphone 4s
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door middel van een valse sleutel en/of braak, verbreking en/of inklimming door:
- over een schutting heen te klimmen en/of (vervolgens);
- het openen van de achterdeur met een sleutel tot welk gebruik hij/zij niet gerechtigd was/waren en/of (vervolgens);
- het verbreken/forceren van de (veiligheids)knip van de achterdeur.
parketnummer 09/857421-15 (verder ook: dagvaarding II)
1. Zaak 2]
[naam 1] en/of (een) onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 15 juni 2015 te Koudekerk aan den Rijn, gemeente Alphen aan den Rijn, ter uitvoering van het door voornoemde perso(o)n(en) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning gelegen aan de [adres 7] weg te nemen, geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [naam 1] en/of onbekend gebleven
perso(o)n(en) en/of verdachte, en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van middel van braak en/of verbreking, zich naar voornoemde woning heeft/hebben begeven en/of een ruit van voornoemde woning heeft ingegooid/geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen en daar opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door die [naam 1] en/of onbekend gebleven perso(o)n(en) naar de plaats van het misdrijf te vervoeren en/of (vervolgens) op de uitkijk te gaan staan;
3. [ Zaak 11]
hij op of omstreeks 28 juli 2015 te Hazerswoude-Rijndijk, gemeente Alphen aan den Rijn, althans in Nederland, een mobiele telefoon (Samsung Galaxy S3 met imeinummer [getal] ) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die mobiele telefoon wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
4. [ Zaak 12]
hij op of omstreeks 19 juli 2015 te Alphen aan den Rijn, althans in Nederland, een gouden ketting heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die gouden ketting wist, althans redelijkerwijs had moeten
vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
5. [ Zaak 13]
hij op of omstreeks 18 maart 2015 te Hazerswoude-Rijndijk, gemeente Alphen aan den Rijn,, althans in Nederland meermalen althans eenmaal telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [naam 3] en/of
- [naam 2] en/of
- [naam 4]
althans één of meer personen, (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van respectievelijk
- 31,90 euro en/of
- 27,00 euro en/of
- 106,45 euro
in elk geval (telkens) enig(e) geldbedrag(en), hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid een valse naam aangenomen (te weten [valse naam] en/of [valse naam] ) en/of zich voorgedaan als bonafide verkoper van één of meer spel(len) (te weten GTA 5) voor de Xbox (one) en/of een jas van Stone Island en/of dit/deze goed(eren) aangeboden middels de internetsite www.marktplaats.nl en/of vervolgens afgesproken met een of meerdere koper(s) van die/dat goed(eren), althans met voornoemde perso(o)n(en), om een of meer goed(eren) te leveren aan die koper(s)/perso(o)n(en) na betaling van een overeengekomen geldbedrag wetende dat hij, verdachte, dat/die goed(eren) niet wil en/of niet kan leveren, waardoor voornoemde perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n).

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Inleiding
Dagvaarding I: Onderzoek LOEF
Door een politieteam zijn (pogingen tot) woninginbraken onderzocht die in de periode vanaf
1 juli 2016 tot en met november 2016 in Koudekerk aan den Rijn en omgeving zijn gepleegd.
Uit het onderzoek komt naar voren dat de modus operandi van een aantal van deze (pogingen tot) inbraken overeenkomt, te weten het gebruik van een sloten- of cilindertrekker.
Uit het onderzoek is een aantal personen naar voren gekomen als mogelijke plegers van deze (pogingen tot) inbraken, waaronder de verdachte.
De rechtbank dient te beoordelen of de verdachte betrokken is geweest bij zes van de onderzochte (pogingen tot) inbraken en zo ja, welke rol hem kan worden toegedicht.
Dagvaarding II: Onderzoek 165Weiland
Nadat er begin mei 2015 in twee nabijgelegen woningen in Alphen aan den Rijn was ingebroken, waarbij sprake was van dezelfde modus operandi, en een politiemedewerker in zijn vrije tijd had gezien dat er op circa 50 meter afstand van één van deze woningen een Opel Corsa en een Alfa Romeo stonden geparkeerd, waarvan de gebruikers bij de politie bekend stonden als inbrekers, zijn op de Alfa Romeo een peilbaken en opnameapparatuur (OVC) geplaatst. Uit de uitwerking van de opgenomen gesprekken, in combinatie met de aangifte van een poging tot woninginbraak is verdachte naar voren gekomen als mogelijke pleger van dit delict.
Uit een doorzoeking van de woning van de verdachte in combinatie met een aangifte van diefstal van een telefoon is jegens de verdachte de verdenking van heling van die telefoon gerezen.
Na aanhouding van de verdachte is een ketting aangetroffen. In combinatie met een aangifte van inbraak waarbij een ketting is gestolen, is de verdachte als verdachte van heling van die ketting aangemerkt.
Naar aanleiding van aangiftes van oplichting in combinatie met het bankrekeningnummer van de verdachte, is hij aangemerkt als zogenaamde Marktplaatsoplichter.
De rechtbank dient thans te beoordelen of de verdachte de hem verweten feiten heeft gepleegd.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft, conform haar op schrift gestelde en aan de rechtbank overgelegde requisitoir, gevorderd dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat de verdachte de hem bij dagvaarding I onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten, alle in vereniging gepleegd, heeft begaan.
Ook heeft de officier van justitie gevorderd dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat de verdachte de hem bij dagvaarding II onder 1, 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan. Er is aan de verdachte geen feit 2 ten laste gelegd en de officier van justitie heeft vrijspraak van het onder 5 ten laste gelegde gevorderd, gelet op de recente jurisprudentie van de Hoge Raad aangaande oplichting.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, zoals weergegeven in zijn pleitnota, vrijspraak van alle aan de verdachte bij dagvaarding I en II ten laste gelegde feiten bepleit, nu de verdachte ontkent deze feiten te hebben gepleegd en het wettig en overtuigend bewijs om tot bewezenverklaring van deze feiten te komen ontbreekt.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting leidt de rechtbank het volgende af.
Dagvaarding I [1]
3.4.1
Feit 1
[benadeelde 1] doet namens zijn zoon [benadeelde 7] aangifte van een poging tot woningbraak. Zijn zoon is met vakantie.
Op 11 september 2016 krijgt [benadeelde 7] via Burgernet een melding dat er mogelijk is ingebroken aan de [adres 2] en hij verzoekt zijn ouders de woning te controleren.
Ter plaatse treffen de ouders een politieagent aan. Er zit een zwarte schroef in de cilinder van de voordeur, maar het is niet gelukt om de woning binnen te komen. [2]
Overbuurman [naam 6] ziet op 11 september 2016 om 02.10 uur twee personen ter hoogte van de [adres 2] staan, een derde persoon stond op de kruising van de [adres 2] met de [adres 8] . Hij zag dat het genoemde tweetal bij de deur aan het rommelen was bij het slot. [naam 6] belt met de politie en ziet vervolgens dat ze hun bezigheden staken en weglopen. Hij maakt een foto van de twee bij de deur. [3]
Een verbalisant in de omgeving ziet om 01.15 uur [verdachte] rijden, met achterop [naam 7] . Hij ziet dat [naam 7] donker gekleed is en een opvallende trainingsbroek met witte strepen aan heeft. [verdachte] draagt een schoudertas.
Om 02.11 uur hoort deze verbalisant de melding van getuige [naam 6] . [naam 6] heeft als signalementen doorgegeven dat er 1 persoon is in een spijkerbroek met een buideltasje over de borstkas heen en dat er 1 persoon gekleed is in een zwarte trainingsbroek met een witte streep.
Om 02.17 uur is verbalisant in het park en ziet 2 personen aankomen rennen vanaf de [adres 8] . Zij rennen in de richting van een scooter op de hoek [adres 9] met de [adres 2] . De verbalisant herkent de scooter van eerder die nacht.
De verbalisant roept dat zij zijn aangehouden. De personen rennen allebei een andere kant op; de één richting het [adres 10] , de ander richting de [adres 2] . De verbalisant houdt uiteindelijk [naam 7] aan. [4]
Een andere verbalisant ziet een jongen om de hoek van de [adres 9] aankomen rennen, de [adres 2] op. Deze jongen gaat vervolgens rustig lopen en houdt zijn hoofd naar beneden. Ter hoogte van nummer 7 ziet de verbalisant dat het de hem bekende [verdachte] is en houdt hem vervolgens aan om 02.22 uur. Bij fouillering treft de verbalisant een schroef aan in de linker achterzak van [verdachte] . [5]
Een derde verbalisant ziet ter plaatse twee jongens voor de [adres 2] staan en een derde jongen op de hoek van de [adres 2] en de [adres 8] . Deze derde jongen heeft – meent zij – een grijs vest aan. Hij loopt de hoek om naar de [adres 8] en verdwijnt uit het zicht.
De verbalisant komt, als zij wil assisteren bij de aanhouding ten val op de [adres 9] . Zij ziet dan een jongen in de deuropening van een glazen schuifpui staan, op de hoek van de [adres 9] met de [adres 2] . Deze jongen draagt een grijs shirt. Zij krijgt van hem papier voor haar bloedende kin. [6]
Om 02.22 uur zijn twee van de drie verdachten aangehouden.
Om 02.35 uur treft verbalisant [naam 8] een jongen op de groenstrook tussen de straten van de [adres 2] . De jongen kwam uit de richting van de [adres 9] en liep in de richting van de [adres 11] . Verbalisant roept dat hij moet blijven staan en dat hijzelf van de politie is. De jongen verklaart dat hij Pokémon aan het spelen was.
Op controle van zijn gegevens (geen legitimatiebewijs bij zich) ziet de verbalisant dat [naam 9] meerdere antecedenten heeft ter zake van diefstal/inbraak. Hij houdt [naam 9] vervolgens aan. [7]
Er is onderzoek gedaan naar de schroef die bij [verdachte] is aangetroffen en naar de schroef die in het slot is gevonden. Hieruit blijkt dat het soortgelijke schroeven, namelijk allebei schroeven met een zogenaamde torxkop, zijn, waarvan ambtshalve bekend is dat deze gebruikt worden bij het plegen van inbraken. Ook is het verweer van verdachte dat de schroef voor zijn scooter bedoeld was, getoetst en onaannemelijk geacht. [8]
Daarnaast is onder [verdachte] in beslaggenomen een Samsung-telefoon aangetroffen met IMEInummer [getal] . Dit nummer komt overeen met het nummer waarop [verdachte] getapt is tussen 26 augustus 2016 en 10 september 2016. [9]
Uit tapgesprekken blijkt dat Nassim en [verdachte] op 8 september al beginnen met het plannen van de inbraak door gereedschap te gaan kopen. Op 10 september in de loop van de avond vinden meerdere tapgesprekken plaats waaruit valt af te leiden dat [verdachte] , [naam 7] en [naam 10] plannen maken om rond 2 à 3 uur ’s nachts ”Pokemons” te gaan vangen. Op 11 september om 01:48 uur, dus heel kort voor de inbraak, vindt een gesprek plaats tussen [naam 7] en [naam 10] , waarbij [naam 10] tegen [naam 7] zegt; kom nu nu snel, we gaan gelijk te werk.” [10]
Conclusie
De rechtbank acht, gelet op het vorenstaande, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte samen met anderen plannen heeft gemaakt om in een woning in te breken, dat
hij vervolgens één van de jongens is geweest die aan de deur van de woning aan de [adres 2] te Alphen aan den Rijn hebben staan morrelen, terwijl er in zijn achterzak een Torx-schroef, soortgelijk aan de schroef waarmee is geprobeerd de deur van de woning open te breken, is aangetroffen. De verdachte heeft zich aldus samen met anderen schuldig gemaakt aan een poging woninginbraak.
3.4.2
Feit 2
[naam 11] deed namens haar zoon [benadeelde 2] aangifte van woninginbraak op het [adres 6] Omdat haar zoon met zijn gezin sinds 18 juli 2016 met vakantie was, paste zij op de woning. Op 19 juli 2016 kwam zij bij de woning en merkte zij dat er een schroef in het slot van de voordeur zat. Zij zag moetsporen in het kozijn van het bovenlicht van het woonkamerraam. Ook de luxaflex achter het raam van de woonkamer was omhoog getrokken terwijl deze normaal naar beneden is. Achter het raam zag zij rotzooi. De achterdeur was volgens haar dichtgeschroefd in verband met een eerdere inbraak. Zij heeft vervolgens de politie gebeld en zag dat de gehele woning doorzocht was. Er was een geldbedrag uit de keukenlade weg. Zij zegde toe dat haar zoon na zijn vakantie een goederenbijlage met de gestolen spullen bij de politie zou inleveren. [11]
Uit de goederenbijlage blijkt dat er 20 euro, een goudkleurige ketting, een Pandora armband en een ABN AMRO bankpas t.n.v. [benadeelde 2] is weggenomen. [12]
De politie is tezamen met de moeder van [benadeelde 2] de woning doorgelopen. In het slot van de voordeur zat, zo stelde de slotenmaker vast, een afgebroken schroef. De verbalisant heeft geconstateerd dat er ongeveer 20 moetsporen in het bovenlicht van het woonkamerraam zaten en dat het bovenlicht was opengebroken. De hele woning was doorzocht. Er stonden deuren, laden en kasten open. [13]
[benadeelde 2] heeft op 15 augustus 2016 bij de politie nog een verklaring afgelegd. Hij heeft daarbij verklaard dat dit de tweede keer is dat er in zijn woning is ingebroken tijdens een vakantie. De eerste keer (in februari 2015) is gebruik gemaakt van een sleutel die vermoedelijk door een vriend [naam 12] ) van een vriendin ( [naam 13] ) van dochter [naam 14] uit de woning was weggenomen. [naam 14] was indertijd niet mee op vakantie, maar bleef logeren bij een vriendin. Die nacht was zij gebeld door zowel [naam 12] als door een vriend van hem, [verdachte] .
Naar aanleiding van deze inbraak heeft [benadeelde 2] een tijdlichtschakelaar voor in de tuin en de woning aangeschaft en voorafgaand aan deze vakantie de achterdeur dichtgeschroefd.
De tweede keer (in juli 2016) zag zijn vrouw op Schiphol dat [naam 14] een bericht op Facebook had geplaatst dat zij onderweg waren naar Ibiza. [14]
[naam 14] bevestigt dat zij inderdaad een bericht op Facebook had geplaatst en dat dit bericht ongeveer een half uur erop heeft gestaan. [15]
Tapgesprekken en historische telefoongegevens
In het kader van onderzoek LOEF stond de [verdachte] ) onder de tap. Deze gesprekken zijn uitgewerkt. [16]
Gesprek tussen [verdachte] en [naam 9] (verder [naam 9] ) op 18 juli 2016
22:29:57 uur
(...)
[naam 9] : ik ga eerst effe richting huis en dan kom ik richting jou
[verdachte] : ja is goed, je weet welke bus je moet pakken toch? Gewoon Hazerswoude
[naam 9] : 169 toch
[verdachte] : ja toch
[naam 9] : waar moet ik uitstappen?
[verdachte] : gewoon bij die ding, bij die huis waar je effe zat
[naam 9] : o ja, ik weet al, waar toen ik uh ja ik weet al
(...)
Gesprek tussen [verdachte] en [naam 9] op 18 juli 2016
22:49:11 uur
[naam 9] vraagt hoe laat [naam 15] hem komt ophalen
[verdachte] : ja zeg maar
[naam 9] : maakt me niet uit
[verdachte] : ben je klaar?
[naam 9] : ja ik ben klaar
[verdachte] : ik ga over een paar minuten rijden
[naam 9] : ja toch, ik zie je zo
[verdachte] : ik ben daar kwart over ongeveer
Gesprek tussen [verdachte] en [naam 12] op 19 juli 2016
4:32:01 uur
[verdachte] : ik heb een kruiskop nodig
[naam 12] : ja mattie dan wil ik liever die spullen geven
(...)
[verdachte] : een kruiskop nodig, die achterdeur heb tie vastgedraaid met schroefje
[naam 12] : ja toch, voorkant
[verdachte] : ja ik heb een kruiskop nodig man
[naam 12] : o hij woont hier. He
[verdachte] : vraag aan [naam 9] he?
[naam 12] onverstaanbaar
[verdachte] : who ja ik ben aan het zoeken of ik hem kan vinden, hij ligt
[naam 12] : daar niet
[verdachte] : wacht wacht, waar zijn jullie?
[naam 12] : achter, luister
[verdachte] : he achter?
[naam 12] : ja
[verdachte] : dan wacht ik nog heel even, bij andere deur
De telefoonnummers van zowel [verdachte] , [naam 12] als [naam 9] gebruiken op/rond dat moment (laatste tapgesprek) cell-id’s op de zendmast Hoogewaard te Koudekerk aan den Rijn, welke gericht staat op de [adres 3] . [17]
De verdachte heeft ter terechtzitting van 16 januari 2017 verklaard [naam 12] van school te kennen, maar geen idee te hebben wie [naam 14] is. [18]
Het verweer van de raadsman dat de verdachte geen gebruik maakt van de telefoonnummers die door de politie aan hem worden gelinkt, verwerpt de rechtbank gelet op het proces-verbaal van bevindingen telefoonnummers in gebruik bij [verdachte] , zoals weergegeven op pagina 415-419 van het dossier.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat op grond van voornoemde bewijsmiddelen voldoende wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat de verdachte betrokken is geweest bij de inbraak in de woning aan de [adres 3] .
3.4.3
Feit 3
Uit het dossier rijzen vermoedens dat de verdachte betrokken zou zijn geweest bij de inbraak in de woning aan de [adres 4] te Koudekerk aan den Rijn, maar deze vermoedens leveren onvoldoende wettig en overtuigend bewijs op om de verdachte schuldig te verklaren aan dit feit.
De verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van het hem primair ten laste gelegde, zijnde de inbraak in voornoemde woning alsook van het hem subsidiair ten laste gelegde, te weten de opzetheling van een Macbook Air, nu niet vaststaat dat de Macbook Air waarover dat genoemd wordt in de getapte gesprekken, de Macbook Air is, die uit de woning aan de genoemde [adres 4] is weggenomen.
3.4.4
Feit 4
Op 9 juli 2016 doet de beheerder van het appartementencomplex aan de [adres 5] te Alphen aan den Rijn elektronisch aangifte van een poging tot inbraak. Er is volgens hem geprobeerd het cilinderslot van de voordeur van het appartementencomplex uit te boren, maar de boor is afgebroken, waardoor het slot is vernield. [19]
Op 23 juli 2016 ontvangt [benadeelde 4] (bewoner van het appartement [adres 5] ) tijdens zijn vakantie bericht dat er geprobeerd is in zijn woning in te breken. Het cilinderslot van zijn voordeur was vernield. [20]
Verdenking [naam 9]
Bij de politie verklaart de aangever als aanvullende informatie dat zijn stiefdochter, die bij hem woont, een relatie heeft gehad met [naam 9] ). Zij heeft op advies van de ouders de relatie verbroken, toen zij hoorden dat deze [naam 9] wel eens was aangehouden. [21]
De stiefdochter, [naam 16] , verklaart dat [naam 9] wist dat er sinds 7 juli 2016 niemand thuis was. [naam 9] is twee keer bij haar binnen geweest, toen haar ouders niet thuis waren. Er is een kluis in de kelder, maar zij weet niet of [naam 9] hiervan op de hoogte is.
Zowel [naam 9] als zijn vrienden noemen haar ‘koelie’, omdat zij Hindoestaans is. [22]
[naam 17] - de broer van [naam 9] - verklaart bij de politie dat hij zijn broer aan een aantal vrienden in de woonkamer heeft horen vertellen wat er te halen viel in de woning van [naam 16] . Dit was voordat zij met haar familie op vakantie ging. [naam 9] besprak openlijk over op welke manier er bij [naam 16] ingebroken kon worden. [23]
Tapgesprekken
In het kader van onderzoek LOEF stond de [verdachte] ) onder de tap. Deze gesprekken zijn uitgewerkt. [24]
Gesprek tussen [verdachte] en [naam 7] ) op 8 juli 2016
19:18:02 uur
[…]
[naam 7] : Ik weet van welke koelie jij bedoeld.
[verdachte] : Hehehehehe
[naam 7] : van die he?
[verdachte] lacht: ik weet niet of wij het over dezelfde hebben maar ik denk van wel ja.
[naam 7] : over die wijf
[verdachte] : jajajajaja
[naam 7] : jajaja, ik zag al net aangekomen en zo op Facebook, ja he
[verdachte] : leipe shit he sabi. […]
[verdachte] : he broer, kloesoe alles. Los.
[naam 7] : maar uh, hebben ze zeg maar wat?
[verdachte] : ja mattie
[naam 7] : zeker?
[verdachte] : ja man.
[…]
Gesprek tussen [verdachte] en [naam 7] op 8 juli 2016
22:12:17 uur
[…]
[naam 7] : ga je nog wat doen?
[verdachte] : he hoe heet het, vergeet niet mijn ding mijn handschoenen mee te nemen, het is koud man op de scooter
[...]
[verdachte] : niks, ik zei dat je die dingen niet moet vergeten
[…]
[verdachte] : okidoki die dingen heb je die ook gewoon bij je toch?
[naam 7] : ja toch, ik heb alles.
[verdachte] : oke is goed, hoihoi
Gesprek tussen [verdachte] en [naam 7] op 9 juli 2017
0:26:07 uur
[…]
[naam 7] : is maar één? Oela
[verdachte] : ja maar eentje
[naam 7] : ik dacht ik doe, trek outfit aan voor mensen die kijken
[verdachte] : nee gek, maar gewoon, je weet toch, je weet he, sta je daar zo met je hoofd of zo.
[naam 7] : is tie daar binnen?
[verdachte] : ja man
[naam 7] : één? Oela
[verdachte] : ja één […]
[naam 7] : maar he, is die uh is die catche nog veel die daar ligt?
[verdachte] : ja ik hoop het wel man uh
[…]
Gesprek tussen [verdachte] en [naam 10] ) op 9 juli 2016
1:09:04 uur
[verdachte] : Avla, Avla, he adelaartje, wat ben je aan het doen dan?
[naam 10] : jo, ik lig in bed. […]
[naam 10] : hoe laat ben je hier?
[verdachte] : hoe laat jij wil. Jij zei toch half drie of zo?
[naam 10] : ja kwart voor drie.
[verdachte] : ja maar ik ben er zo rond half drie
[naam 10] : ja toch
[…]
Gesprek tussen [verdachte] en [naam 10] op 9 juli 2016
2:15:47 uur
[…]
[naam 10] : safi, bel me als je uit huis gaat.
[verdachte] : ga gewoon naar [naam 9] , naar schuur.
[naam 10] : hoe laat?
[verdachte] : gewoon nu, je kan al gaan, je moet zeggen tegen hem. Als je al weg kan moet je d’r heen gaan.
[naam 10] : safi ik zie je daar, thalla
[…]
Gesprek tussen [verdachte] en [naam 9] op 9 juli 2016
2:31:10 uur
[…]
[verdachte] : Hee. Zeg tegen Turk als ie zometeen bij jou is dat uh
[naam 9] : Ik ben al met [naam 10]
[verdachte] : O je bent al met hem weg te gaan. […] Scarry is nu onderweg, haalt mij op, kom ik gelijk daar.
[…]
Gesprek tussen [verdachte] en [naam 10] op 18 juli 2016
2:53:15 uur
[…]
[naam 10] weet het niet en zegt: weet je wat relaxed is neef? Bij die flat, ik ken in die flat komen zonder geluid niks. Snap je? Ik moet alleen die deur voor jullie open doen voor de rest gewoon safe snap je? Is wel relaxed.
[verdachte] : ja, maar je weet zeker dat je hem zo kan
[naam 10] : jaja zeker. Het enigste waar ik voor vrees, dat die slot ook misgaat.
[verdachte] : laten we hopen van niet
[naam 10] : ik hoop dat ie goed gaat neef
[verdachte] : komt wel goed denk
[naam 10] : ik hoop het ook neef. Ik hoop dat mijn pa zo snel mogelijk naar boven gaat man.
[verdachte] : ja man
[naam 10] : bel mij over kwartiertje weer
[verdachte] : ik ken ook alvast naar [naam 9] gaan, in de schuur van hem. […]
[naam 10] : als mijn vader boven is, wolla ik kom.
[…]
Gesprek tussen [verdachte] en [naam 10] op 18 juli 2016
3:17:48 uur
[naam 10] : hij ligt in zijn bed
[verdachte] : ik ben onderweg, kom zo snel mogelijk naar Brian
[naam 10] : ja
Gesprek tussen [verdachte] en [naam 9] op 18 juli 2016
3:28:34 uur
[verdachte] : jo sta je daar?
[naam 9] : ja
[verdachte] : ik ben er bijna, wacht op pleintje
[naam 9] : adios, ja
Gesprek tussen [verdachte] en [naam 10] op 18 juli 2016
03:51:12 uur
[…]
[naam 10] : hehe, mijn vader heeft mijn net gechecked.
[verdachte] : en nu?
[naam 10] : ewa luister, ben je met [naam 9] ?
[verdachte] : ja
[naam 10] : mag ik [naam 9] ?
[naam 10] : je weet toch die deur, onderaan die deur van de ingang, als je nog een beetje rechtdoor loopt, heb je toch die galerij van die eerste deur, mohiem klim daarop, als je daar op gaat klimmen ga …(ntv) die deur naar die hal, safi?
[naam 9] : ja geef nou je weet toch
[naam 10] : je weet nu toch, mohiem doe die ding, ik hoor het straks wel, thalla succes
[naam 9] : ja toch
De verdachte heeft ter terechtzitting van 16 januari 2017 verklaard dat hij het gebouw aan de [adres 5] te Alphen aan den Rijn niet kent en de inhoud van de voorgehouden Whatsapp-gesprekken hem niets zegt. [25]
Conclusie
De rechtbank stelt op basis van voornoemde bewijsmiddelen vast dat er in de nacht van 8 op 9 juli 2016 geprobeerd is om de voordeur van het appartementencomplex aan de [adres 5] te forceren, met als doel om in de woning op nummer 13 in te breken. Dit is echter mislukt, omdat het cilinderslot is vernield maar niet verwijderd.
Vervolgens is er een nieuwe poging tot inbraak gedaan op nummer 13 in de nacht van 18 op 19 juli 2016 en is weer een cilinderslot vernield maar niet verwijderd. Uit het feit dat uit de tapgesprekken blijkt dat het van belang was dat ‘die ding’ werd meegebracht, dat [naam 10] in een getapt telefoongesprek op 18 juli 2016 tegen
[verdachte]zegt dat hij vreest dat ‘die slot ook mislukt’ en uit het feit dat telkens een cilinderslot is vernield maar niet verwijderd, leidt de rechtbank af dat met ‘die ding’ een slotentrekker wordt bedoeld en dat het de bedoeling was met die slotentrekker het cilinderslot te verwijderen.
Alles in samenhang beziend is de rechtbank van oordeel dat de verdachte zich samen met anderen tot tweemaal toe schuldig heeft gemaakt aan een poging tot inbraak in de woning aan de [adres 5] te Alphen aan den Rijn.
3.4.5
Feit 5
Uit het dossier rijzen vermoedens dat de verdachte betrokken zou geweest bij de inbraak in de woning aan de [adres 3] te Koudekerk aan den Rijn op 28 februari 2015, maar deze vermoedens leveren onvoldoende wettig en overtuigend bewijs op om de verdachte schuldig te achten aan dit feit.
De verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van dit feit.
Dagvaarding II [26]
3.4.6
Feit 1
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat hij op 15 juni 2015 zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan een poging tot de inbraak in een woning aan de [adres 7] te Koudekerk aan den Rijn.
De rechtbank volgt de raadsman in zijn verweer dat er geen sprake is van voldoende wettig en overtuigend bewijs om tot bewezenverklaring van dit feit te komen. Uit het dossier kan de rechtbank niet afleiden dat de verdachte enige rol bij deze poging woninginbraak zou hebben gehad, nu niet is gerelateerd op grond waarvan is aangenomen dat de verdachte degene is die is te horen als één van de inzittenden van de auto waarop de opnameapparatuur was geplaatst. De verdachte zal dan ook van dit feit worden vrijgesproken.
3.4.7
Feit 3
De rechtbank is voorts van oordeel dat de verdachte van de opzet-/schuldheling van een mobiele telefoon (Samsung Galaxy S 3) dient te worden vrijgesproken.
Tussen de diefstal van de mobiele telefoon op 27 oktober 2013 en het aantreffen van deze mobiele telefoon bij de huiszoeking van de verdachte op 28 juli 2015 zit een periode van negentien maanden.
Nu niet kan worden uitgesloten dat de verklaring van de verdachte dat hij de telefoon op Marktplaats heeft gekocht en dat hij er een doosje en oplader bij heeft gekregen, juist kan zijn, kan naar het oordeel van de rechtbank de verdachte niet worden verweten dat hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de telefoon een door misdrijf verkregen goed betrof.
3.4.8
Feit 4
Op 18 juli 2015 doet [naam 18] namens [naam 18] en [naam 19] aangifte van een woninginbraak aan de [adres 12] te Koudekerk aan den Rijn. Uit de ‘bijlage goederen’ blijken er veel sieraden, waaronder een gouden ketting, te zijn weggenomen. [27]
Op 19 juli 2015 wordt [verdachte] samen met [naam 1] aangehouden. Zij rijden op dat moment op een snorscooter en [naam 1] was (vermoedelijk) aan het bellen. [naam 1] krijgt hier een bekeuring voor. Hij blijkt ook geen rijbewijs te hebben en krijgt hier nog een bekeuring voor. Omdat hij geen legitimatiebewijs bij zich heeft krijgt hij een bekeuring.
[verdachte] heeft wel een legitimatiebewijs bij zich. Aan hem wordt gevraagd om de buddyseat te openen. Hierin lagen schroevendraaiers en handschoenen. Beide jongens worden vervolgens aangehouden, omdat het vermoeden bestaat dat zij zich bezig houden met inbraken. [28]
Tijdens de insluiting van [verdachte] worden in zijn zwarte heuptas 3 schroevendraaiers en een gouden ketting aangetroffen. [verdachte] verklaart daarop: “Ik weet niet precies van wie de ketting is. Volgens mij is hij van een vriend van mij”. [29]
Tijdens het verhoor van de politie op 20 juli 2015 wordt hem nogmaals naar de ketting gevraagd. [verdachte] verklaart dan: “Gisteren werd mij iets gevraagd over een gouden penning of zoiets. Toen zei ik dat ik dacht dat die van een vriend was (...). Dat heb ik gisteren verkeerd verstaan. (...)
Die [ketting] heb ik heel lang geleden gekocht. Ik draag die niet zo vaak omdat ik bang ben dat ik hem kwijt raak. Het is een gouden ketting.” [30]
[naam 18] wordt op 12 oktober 2015 op het politiebureau de bij [verdachte] inbeslaggenomen ketting getoond. Zij herkent de ketting als haar eigendom. [31]
Bij de RC verklaart [verdachte] op 16 oktober 2015:
U vraagt naar het gouden kettinkje dat ik bij had bij mijn aanhouding. Die heb ik een of twee jaar geleden gekocht. Het zat in mijn tasje. U vraagt mij of ik weet wanneer het kettinkje gestolen is. Nee. U zegt mij dat dat in juli dit jaar was. Er is mij wel verteld dat het in juli was. Maar het is een vrij standaard kettinkje. (...)
U houdt voor dat ik eerst heb verklaard dat de ketting van een vriend was. Daar heb ik al een verklaring over afgelegd, ik dacht dat het om iets anders ging.” [32]
De verdachte heeft ter terechtzitting van 16 januari 2017 nogmaals verklaard dat het zijn eigen ketting was. [33]
Het verweer van de raadsman dat de ketting van het bewijs dient te worden uitgesloten, nu de verbalisant tijdens een verkeerscontrole heeft gevraagd of de verdachte de buddyseat wilde openen en dat aldus sprake is van detournement de pouvoir, wordt door de rechtbank verworpen. Uit het proces-verbaal van bevindingen, zoals weergegeven op pagina 379/380 van het dossier, blijkt naar het oordeel van de rechtbank voldoende dat de verdachte en de bestuurder van de snorscooter niet zijn aangehouden in verband met een verkeerscontrole maar op verdenking van een strafbaar feit.
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat de verklaringen van de verdachte terzake van het verkrijgen van voornoemde ketting tegenstrijdig en kennelijk leugenachtig zijn, terwijl de ketting de dag na de diefstal bij de verdachte is aangetroffen.
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigen bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van voornoemde ketting.
3.4.9
Feit 5
[naam 3] uit Heerlen doet op 24 maart 2015 aangifte. Op 18 maart 2015 heeft hij op Marktplaats het spel GTA5 voor € 31,90 voor de Xbox gekocht van ene [valse naam] uit Venlo. Het geld is overgemaakt naar rekeningnummer [adres 13] . Het spel is nooit geleverd. Aangever heeft ontdekt dat de tenaamgestelde van de rekening [verdachte] is. Uit de bij de aangifte gevoegde correspondentie blijkt dat het advertentienummer 910274666 was. [34]
Onderzoek naar degene die advertentie met nummer 910274666 heeft geplaatst, levert op dat het de gebruiker is van e-mailadres [valse naam] met het adres [postcode] in Venlo. [35]
Kennelijk is er ook een melding gedaan door [naam 4] m.b.t. een bedrag van € 106,45, dat op 18 maart 2015 is betaald voor een Stone Island jas die niet geleverd is. De advertentie had nummer 910338637. [36]
Onderzoek naar degene die advertentie met nummer 910338637 heeft geplaatst, levert op dat het de gebruiker is van [email adres] met het adres [postcode] in Groningen. [37]
Er is onderzoek gedaan – na opvragen rekeningoverzicht van [verdachte] – en er blijkt 9 keer een bedrag overgemaakt te zijn m.b.t. de aankoop van een Xbox one computerspel GTA5 en 1 keer voor een jas.
Uit onderzoek naar deze transacties is gebleken dat drie van de negen personen die bedragen naar de verdachte hebben overgemaakt aangifte zouden hebben gedaan bij het Landelijk Meldpunt Internet Oplichting. Dit zijn [naam 3] , [naam 2] voor € 27,00 voor een GTA5 spel en [naam 4] voor € 106,45 voor een jas. [38]
Uit het rekeningoverzicht van verdachte blijkt inderdaad dat de benadeelden geld aan hem hebben overgemaakt. [39]
Ter terechtzitting van 16 januari 2017 heeft de verdachte verklaard dat hij X-box spellen en een jas heeft verkocht via Marktplaats en dat hij een valse naam en een valse woonplaats heeft opgegeven. [40] Dit deed hij in verband met zijn privacy en alle door hem verkochte spullen heeft hij afgeleverd op het postkantoor. De goederen zijn ofwel daar gestolen, ofwel de aangevers hebben valse aangifte gedaan, aldus de verdachte. Op de vraag hoe het kwam dat hij wel acht of negen keer hetzelfde spel, namelijk Grand Theft Auto 5, heeft verkocht, bleef de verdachte het antwoord schuldig.
De rechtbank acht de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig. Niet alleen heeft de verdachte niet aannemelijk gemaakt dat hij beschikte over een aanmerkelijke hoeveelheid GTA5 spelen die hij kon verkopen, evenmin is aannemelijk dat tot drie keer toe de naar zijn verklaring op het postkantoor ter verzending afgegeven goederen zouden zijn gestolen ofwel valse aangifte is gedaan. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich door het gebruik van een valse naam, in combinatie met het aanwenden van de hoedanigheid van bonafide verkoper, te weten door via een website goederen te koop aan te bieden en bestellingen en betalingen van kopers te accepteren in het besef dat hij niet aan zijn leverings- of restitutieverplichtingen kon voldoen, meermalen schuldig heeft gemaakt aan oplichting.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte
parketnummer 09/818815-16 (verder ook: dagvaarding I)
1.
op 11 september 2016 te Alphen aan den Rijn, omstreeks 02:12 uur ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de
[adres 2]weg te nemen geld en/of goederen van hun gading toebehorende aan
[benadeelde 1] , en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en dat weg te nemen geld en
diegoederen onder hun bereik te brengen door middel van braak door:
- met een (
trek)schroef in het slot van de voordeur te schroeven/boren/wrikken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
op 19 juli 2016, omstreeks 04.42 uur, te Koudekerk aan den Rijn, gemeente Alphen aan den Rijn, tezamen en in vereniging met anderen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigeningheeft weggenomen uit een woning aan de
[adres 3]:
- een geldbedrag (van 20 euro) en
- een goudkleurige ketting en
- een (pandora) armband en
- een (ABN-AMRO) bankpas,
toebehorende aan [benadeelde 2] , zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft en dat weg te nemen geld en
diegoederen onder hun bereik te hebben gebracht door middel van braak
eninklimming door:
- het forceren van een raam (met een schroevendraaier en hard voorwerp) en
- ( vervolgens) via dat geforceerde raam naar binnen te klimmen en
- het schroeven/boren/wrikken van/met een (trek)schroef in het slot van de deur;
4.
in de periode van 9 juli 2016 tot 18 juli 2016 te Alphen aan den Rijn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de [adres 5] weg te nemen geld en/of goederen van hun gading, toebehorende aan [benadeelde 4] , en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en dat weg te nemen geld en
diegoederen onder hun bereik te brengen door middel van braak en inklimming door:
- het appartementencomplex en/of de galerij in te klimmen en
- met een slotentrekker het cilinderslot van de voordeur te verbreken/forceren;
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
parketnummer 09/857421-15 (verder ook: dagvaarding II)
4.
hij op 19 juli 2015 te Alphen aan den Rijn, een gouden ketting voorhanden heeft gehad gedragen, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die gouden ketting wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
5.
hij omstreeks 18 maart 2015 te Hazerswoude-Rijndijk, gemeente Alphen aan den Rijn, meermalen telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid,
- [naam 3] en
- J. [naam 2] en
- [naam 4]
telkens heeft bewogen tot de afgifte van respectievelijk
- 31,90 euro en
- 27,00 euro en
- 106,45 euro
hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk valselijk en in strijd met de waarheid een valse naam aangenomen (te weten [valse naam] en/of [valse naam] ) en zich voorgedaan als bonafide verkoper van één of meer spel(len) (te weten GTA 5) voor de Xbox (one) en een jas van Stone Island en deze goederen aangeboden middels de internetsite www.marktplaats.nl en vervolgens afgesproken met een of meerdere kopers van die goederen, om een of meer goederen te leveren aan die kopers na betaling van een overeengekomen geldbedrag wetende dat hij, verdachte, die goederen niet kan leveren, waardoor voornoemde personen telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgiften.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van de feiten

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot jeugddetentie voor de duur van 300 dagen, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, waarvan 151 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, met de bijzondere voorwaarden zoals die door de Raad voor de Kinderbescherming zijn geadviseerd, echter zonder de avondklok, alsook tot een werkstraf van 180 uren.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, indien de rechtbank tot bewezenverklaring van een of meerdere feiten komt, bepleit dat aan de verdachte een straf gelijk aan het voorarrest wordt opgelegd, nu de verdachte reeds bijna vijf maanden in voorarrest heeft doorgebracht. Het opleggen van een onvoorwaardelijke werkstraf schiet, aldus de raadsman, zijn doel voorbij.
De raadsman heeft tevens verzocht de bijzondere voorwaarden van de schorsing van de voorlopige hechtenis te wijzigen, opdat de enkelband van de verdachte op korte termijn verwijderd kan worden.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank houdt bij het bepalen van de strafmaat rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder zij zijn gepleegd en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
6.3.1
De ernst van de feiten
In het voorjaar en de zomer van 2015 alsook in de zomer van 2016 hield een golf van woninginbraken (of pogingen daartoe) Alphen aan den Rijn en omgeving in zijn greep.
Met de aanhouding van een aantal verdachten stopte de inbraakgolf. De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een woninginbraak, aan een drietal pogingen daartoe en aan heling en oplichting.
De rechtbank neemt het de verdachte erg kwalijk dat hij met zijn handelen zoveel narigheid heeft veroorzaakt voor de aangevers, die door de inbraak dan wel de pogingen daartoe niet alleen schade aan hun woning hebben ondervonden, maar van wie bovendien het gevoel van veiligheid dat zij in hun woning hadden, is aangetast. De verdachte heeft door zijn betrokkenheid voorts een aandeel gehad in de door de inbraakgolf ontstane onrust en achterdocht in de wijde omtrek. Door het voorhanden hebben van door anderen tijdens een inbraak gestolen goederen, houdt de verdachte in stand dat inbraken worden gepleegd.
De verdachte heeft voorts op de internetsite www.marktplaats.nl actief gezocht naar personen die goederen wilden kopen: hij benaderde hen en deed zich voor als bonafide verkoper, waarbij hij zich van een valse naam en een valse hoedanigheid bediende.
In goed vertrouwen hebben de aangevers de bedragen overgemaakt in de veronderstelling dat de goederen zouden worden opgestuurd. De verdachte liet hen in die waan. De verdachte heeft misbruik gemaakt van het vertrouwen dat in het algemeen nodig is om dienstverlening via het internet mogelijk te maken, en van het vertrouwen van aangevers in het bijzonder. Dat alles rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan.
Ook verwijt de rechtbank de verdachte dat hij tot op heden geen verantwoordelijkheid voor zijn daden heeft genomen. Deze houding acht de rechtbank laakbaar en zorgwekkend.
6.3.2
De persoon van de verdachte
De verdachte is weliswaar nog niet eerder veroordeeld voor strafbare feiten, maar juist om deze reden acht de rechtbank de betrokkenheid van de verdachte bij zoveel feiten zorgelijk.
De rechtbank heeft acht geslagen op het Pro Justitia rapport d.d. 2 mei 2107 betreffende het psychologisch onderzoek van de verdachte, opgesteld en ondertekend door
[naam 20] , psycholoog.
Blijkens dit rapport is er bij de verdachte sprake van een zorgelijke ontwikkeling van de persoonlijkheid, maar kan geen diagnose worden gesteld anders dan dat sprake is van een negatieve invloed van de relatieproblemen tussen de ouders. Ook ten tijde van het hem ten laste gelegde was hiervan sprake.
De rapporteur heeft voorts aangegeven dat er, hoewel er hypothetisch zeker een verband denkbaar is tussen de hem ten laste gelegde feiten en de ontwikkelingsproblematiek, dit door de stellige ontkenning van betrokkene bij enig strafbaar feit betrokken te zijn geweest, niet nader worden geëxploreerd.
Daar betrokkene ontkent betrokken geweest te zijn bij de hem ten laste gelegde feiten en
dit niet nader onderzocht kan worden, kan ook geen uitspraak worden gedaan over de
kans op, indien bewezen, recidive van vergelijkbare feiten.
Wel komen uit de SAPROF, een inventarisatielijst van protectieve factoren
voor gewelddadig gedrag, een ruime hoeveelheid beschermende factoren naar voren. Betrokkene is een intelligente jongen die in zijn kindertijd, al dan niet met moeder, hechte relaties had. Zijn coping is, zij het zorgwekkend, redelijk adequaat evenals zijn mogelijkheden tot zelfcontrole. Hij is in staat opleiding en werk te hanteren, heeft duidelijke doelen, een steunend netwerk en een stabiele woonsituatie.
Volgens rapporteur komt uit de wegingslijst ASR naar voren dat er weinig contra-indicaties zijn om het jeugdstrafrecht van toepassing te doen zijn. Betrokkene is weinig onder de indruk van autoriteit doch past zich wel aan. Wel is duidelijk sprake van indicaties tot toepassing van het jeugdstrafrecht. Pedagogische aanpak is nog zeker mogelijk en betrokkene functioneert binnen het gezinsverband en profiteert hier ook nog van. feitelijk is een gezinsgerichte aanpak en begeleiding voor de problematiek aangewezen. Nadere scholing is nog noodzakelijk.
Hoewel niet tot enige vermindering in de toerekenbaarheid geadviseerd wordt, wordt
vanuit zorgoogpunt wel geadviseerd betrokkene bij schuldigverklaring, bijzondere voorwaarden bij een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met
begeleiding van de Jeugdreclassering en behandeling bij het Palmhuis, alwaar hij zich gehoord weet en aandacht is voor onverwerkte problematiek.
De rechtbank volgt de deskundige in haar conclusies en legt die ten grondslag aan haar oordeel.
De rechtbank heeft voorts acht geslagen op advies van Reclassering Nederland
d.d. 19 september 2016 en het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming
(verder: de Raad) d.d. 8 mei 2017.
Kort samengevat stelt de Raad dat het dynamisch risicoprofiel uitkomt op midden.
Er zijn bij de verdachte veel beschermende factoren voor de kans op herhaling.
De risicofactoren liggen voornamelijk op het gebied van school, vrijetijdsbesteding, vrienden, vaardigheden en attitude.
De zorgen in de opgroei- en opvoedsituatie liggen vooral in de weerbaarheid en beïnvloeding van de verdachte. Door de begeleiding door de Jeugdreclassering en de behandeling bij het Palmhuis (MDFT en individueel) kunnen deze zorgen worden aangepakt. Deze bijzondere voorwaarden alsook het vinden van een passende dagbesteding en een avondklok kunnen worden opgelegd in het kader van een voorwaardelijke jeugddetentie, hetgeen pedagogisch gezien de meest wenselijke strafrechtelijke reactie is. Daarnaast acht de Raad een onvoorwaardelijke werkstraf een passende reactie, omdat de verdachte hierdoor ervaart dat het plegen van een delict gevolgen heeft.
Ter terechtzitting is het advies gehandhaafd, doch is wel aangegeven dat de avondklok in combinatie met het elektronische toezicht geen meerwaarde meer heeft, nu de verdachte
zich al gedurende enkele maanden keurig aan de afspraken houdt en ook al met vrijheden heeft geoefend.
6.3.3
Toepasselijk recht
De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is welk sanctiestelsel aan de orde is.
De verdachte was immers ten tijde van een deel van de feiten 18 jaar oud, zodat in beginsel voor die feiten het strafrecht voor meerderjarigen aan de orde is.
Artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht voorziet echter in de mogelijkheid om jongvolwassenen (van 18 tot 23 jaar) te berechten volgens het sanctiestelsel voor jeugdigen, mits de rechtbank grond vindt in de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan.
De rechtbank heeft acht geslagen op de hiervoor besproken rapportage van de psycholoog Koornstra en de rapporten van Reclassering Nederland en de Raad.
Allen adviseren tot toepassing van het jeugdsanctierecht.
De rechtbank volgt de deskundigen in hun adviezen en legt die ten grondslag aan haar oordeel.
Concluderend kan gesteld worden dat de problematiek die bij de verdachte aanwezig is, te weten onzelfstandigheid en het niet dragen van eigen verantwoordelijkheid, typerend is voor jeugd- en adolescentieproblematiek.
In de persoon van de verdachte ten tijde van de delicten, de persoon van de verdachte zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en uit hetgeen over de verdachte naar voren is gekomen, ziet de rechtbank aanleiding om hem te berechten met toepassing van het jeugdstrafrecht.
6.3.4
De op te leggen straf
De rechtbank komt, alles afwegend, tot de volgende strafmodaliteit en strafmaat. Zij houdt daarbij rekening met de oriëntatiepunten die gelden voor jeugdigen in soortgelijke gevallen en het advies van de deskundigen.
De rechtbank is van oordeel dat een jeugddetentie gelijk aan het voorarrest doorgebracht tot aan de dag van de uitspraak een passende reactie vormt, gelet op de ernst van de feiten.
Daarnaast acht de rechtbank een voorwaardelijke straf van na te melden duur noodzakelijk, om recidive te voorkomen en in het bijzonder om de begeleiding en behandeling van de verdachte zeker te stellen. Daaraan verbindt de rechtbank de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de deskundigen.
Gelet op de lange tijd die de verdachte heeft doorgebracht in voorarrest en het feit dat de rechtbank minder feiten bewezen heeft verklaard dan de officier van justitie, ziet zij geen ruimte meer om naast bovengenoemde straf ook nog een werkstraf op te leggen. De rechtbank is van oordeel dat de behandeling en de begeleiding van de verdachte voorop moet staan.
De rechtbank heeft reeds op 1 juni 2017 bij apart geminuteerde beslissing de voorwaarden van de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte gewijzigd, waardoor de avondklok en het hieraan verbonden elektronische toezicht zijn komen te vervallen.
De rechtbank heeft hiertoe besloten omdat de verdachte zich gedurende langere tijd aan deze zeer vrijheidsbeperkende maatregelen heeft gehouden.

7.De inbeslaggenomen goederen

De lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (beslaglijst) vermeldt de volgende onder de verdachte inbeslaggenomen voorwerpen:
1. 2.00 STK Handschoen; Kl: zwart;
2. 1.00 STK Snorfiets; [merk] [kenteken] .
7.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de op de beslaglijst onder 1 en 2 genummerde voorwerpen zullen worden verbeurdverklaard.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich niet verzet tegen verbeurdverklaring van de handschoenen, maar wel bepleit dat de snorfiets, die op naam van de vader van de verdachte staat en ook zijn eigendom is, aan de vader van de verdachte wordt teruggeven.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal het op de beslaglijst onder 1 genummerde voorwerp, zijnde de handschoenen, verbeurdverklaren. Dit voorwerp is voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien met behulp van dit voorwerp enkele van de bewezenverklaarde feiten zijn begaan.
Nu het belang van de strafvordering zich daartegen niet meer verzet, zal de rechtbank de teruggave aan de vader van de verdachte, zijnde de heer [naam 21] , gelasten van het op de beslaglijst onder 2 genummerde voorwerp, zijnde de snorfiets.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
33, 33a, 45, 77a, 77c, 77g, 77h, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 311, 326 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de bij dagvaarding I onder
3 primair en subsidiair en 5 en de bij dagvaarding II onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de hem bij dagvaarding I onder
1, 2 en 4 en bij dagvaarding II onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan en dat het bewezene uitmaakt:
dagvaarding I (parketnummer 09/818815-16)
feit 1
POGING TOT DIEFSTAL GEDURENDE DE VOOR DE NACHTRUST BESTEMDE TIJD IN EEN WONING DOOR IEMAND DIE ZICH ALDAAR BUITEN WETEN OF TEGEN DE WIL VAN DE RECHTHEBBENDE BEVINDT, DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN, WAARBIJ DE SCHULDIGE ZICH DE TOEGANG TOT DE PLAATS VAN HET MISDRIJF HEEFT VERSCHAFT EN HET WEG TE NEMEN GOED ONDER ZIJN BEREIK HEEFT GEBRACHT DOOR MIDDEL VAN BRAAK;
feit 2
DIEFSTAL GEDURENDE DE VOOR DE NACHTRUST BESTEMDE TIJD IN EEN WONING DOOR IEMAND DIE ZICH ALDAAR BUITEN WETEN OF TEGEN DE WIL VAN DE RECHTHEBBENDE BEVINDT, DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN, WAARBIJ DE SCHULDIGE ZICH DE TOEGANG TOT DE PLAATS VAN HET MISDRIJF HEEFT VERSCHAFT EN HET WEG TE NEMEN GOED ONDER ZIJN BEREIK HEEFT GEBRACHT DOOR MIDDEL VAN BRAAK EN INKLIMMING;
feit 4
POGING TOT DIEFSTAL GEDURENDE DE VOOR DE NACHTRUST BESTEMDE TIJD IN EEN WONING DOOR IEMAND DIE ZICH ALDAAR BUITEN WETEN OF TEGEN DE WIL VAN DE RECHTHEBBENDE BEVINDT, DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN, WAARBIJ DE SCHULDIGE ZICH DE TOEGANG TOT DE PLAATS VAN HET MISDRIJF HEEFT VERSCHAFT EN HET WEG TE NEMEN GOED ONDER ZIJN BEREIK HEEFT GEBRACHT DOOR MIDDEL VAN BRAAK EN INKLIMMING, MEERMALEN GEPLEEGD;
dagvaarding II (parketnummer 09/857421-15 t.t.g.)
feit 4
OPZETHELING;
feit 5
OPLICHTING, MEERMALEN GEPLEEGD;
verklaart het bewezene en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot
jeugddetentie voor de duur van 300 DAGEN;
bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie, groot
151 DAGEN, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden;
stelt de proeftijd vast op
2 jarenonder de
algemene voorwaardendat de veroordeelde:
  • zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • zijn medewerking zal verlenen aan het door de jeugdreclassering te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
en onder de
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde:
meldplicht
- zich gedurende de proeftijd en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;

behandeling

- zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van het Palmhuis (MDFT en een individuele behandeling) op de tijden en plaatsen als door of namens het Palmhuis aan te geven;

dagbesteding

- gedurende de proeftijd een passende dagbesteding heeft en zal behouden;
geeft opdracht aan Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, een gecertificeerde instelling die jeugdreclassering uitvoert, om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
heft op de geschorste bevelentot voorlopige hechtenis van de verdachte;
verklaart verbeurdhet op de beslaglijst onder 1 genummerde voorwerp, te weten:
2
STK Handschoen; Kl: zwart;
gelast de teruggave aan de vader van de verdachte, de heer [naam 21] , van
het op de beslaglijst onder 2 genummerde voorwerp, te weten:
1
STK Snorfiets; [merk] [kenteken] .
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.M.M. Engbers, kinderrechter, voorzitter,
mr. M. van Loenhoud, kinderrechter,
mr. E.M.A. Vinken, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. de Witte, griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 juni 2017.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit - voor zover niet anders weergegeven - delen van ambtsedige processen-verbaal van Politie Eenheid Den Haag, als bijlagen opgenomen bij het dossier onderzoek DH7R016039 LOEF, doorgenummerd als pagina 1 tot en met 943, met een los methodieken dossier, doorgenummerd als pagina 1 tot en met 421
2.PV aangifte [benadeelde 1] , p. 730-732
3.[naam 6] , p. 736-738, foto p. 740
4.PV bevindingen, p. 741-742
5.PV bevindingen, p. 746
6.PV bevindingen, p. 753 (onderaan) en 754 (onderaan)
7.PV bevindingen, p. 53
8.PV bevindingen Torx schroef p. 773-775 en PV bevindingen Torx schroef p. 781-783
9.PV bevindingen p. 764-765
10.PV bevindingen tapgesprekken en uitwerking tapgsprekken, p. 784-811
11.Aangifte [naam 11] , namens [benadeelde 2] , p. 546-547
12.Bijlage goederen, bij aangifte, p. 548
13.PV bevindingen, p. 551-552
14.Verhoor [benadeelde 2] , p. 567-570
15.Getuige [benadeelde 2] , p. 573
16.Tapgesprekken, p. 581, 582, 585
17.PV bevindingen, p. 579 alinea 1 + overzicht gesprekken p. 587
18.Verklaring [verdachte] ter terechtzitting van 16 januari 2017
19.Aangifte [naam 22] , p. 631
20.Aangifte [benadeelde 4] , p. 633-634
21.Aangifte [benadeelde 4] p. 633-634
22.Getuige [naam 16] , p. 640
23.Getuige [naam 17] , p. 646
24.Tapgesprekken, p. 659, 663, 664, 669, 672, 676, 678, 679, 682
25.Verklaring [verdachte] ter terechtzitting van 16 januari 2017
26.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit - voor zover niet anders weergegeven - delen van ambtsedige processen-verbaal van politie Eenheid Den Haag, als bijlagen opgenomen bij het dossier165 Weiland, doorgenummerd als pagina 1 tot en met 1019
27.Aangifte [naam 18] namens [naam 18] en [naam 19] , p. 397-399, bijlage p. 414-416
28.PV bevindingen, p. 379-380
29.PV bevindingen, p. 383
30.EV pol, p. 393, onderste 3 alinea’s
31.PV verhoor benadeelde [naam 18] , p. 426
32.EVRC d.d. 16 oktober 2015, punten 7 en 9
33.Verklaring van de erdachte ter terechtzitting van 16 januari 2017
34.Aangifte Internetoplichting met bijlagen rekeningoverzicht en e-mails, p. 437-446
35.Vordering verstrekking gebruikersgegevens met bijlagen, p. 447-449
36.PV aanvraag vordering verstrekking historische gegevens met bijlagen, p. 456-464
37.Vordering verstrekking gebruikersgegevens met bijlagen, p. 447-449
38.PV bevindingen, p. 467-470
39.Een geschrift: een rekeningafschrift van [verdachte] , p. 471
40.Verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 16 januari 2017.