ECLI:NL:RBDHA:2017:6143

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 mei 2017
Publicatiedatum
8 juni 2017
Zaaknummer
AWB 17/9735
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van kennelijk ongegronde claims en inconsistenties in identiteit

In deze zaak heeft eiseres, een Guinese vrouw, beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De aanvraag werd afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder c, d en e van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft op 24 mei 2017 uitspraak gedaan in deze bodemzaak, waarbij de eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. G. Ocak, en de verweerder werd vertegenwoordigd door mr. N.H.T. Jansen.

Eiseres had in maart 2017 een verblijfsvergunning aangevraagd, na te zijn gevlucht uit Guinee, waar zij gedwongen was te huwen en slachtoffer was van huiselijk geweld. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat eiseres geen overtuigende documenten had overgelegd ter ondersteuning van haar claims. De rechtbank stelde vast dat er inconsistenties waren in de verklaringen van eiseres en de gegevens in het visumdossier, wat leidde tot de conclusie dat de gestelde identiteit en herkomst niet geloofwaardig waren.

De rechtbank heeft ook de medische omstandigheden van eiseres, die zij aanvoerde als argument tegen uitzetting, niet onderbouwd geacht. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de aanvraag als kennelijk ongegrond kon worden afgewezen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 17/9735
V-nummer: [nummer]
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 24 mei 2017 in de zaak tussen

[eiseres], eiseres,

gemachtigde: mr. G. Ocak,
en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder,

gemachtigde: mr. N.H.T. Jansen.

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 8 mei 2017 (het bestreden besluit).
De behandeling van het beroep ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 mei 2017. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tevens was aanwezig A. Diaby, tolk Sousous. Ter zitting is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Eiseres is geboren op [geboortedatum 1] en van Guinese nationaliteit. Ze heeft op
1 maart 2017 gevraagd om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (de aanvraag). Aan de aanvraag ligt het volgende ten grondslag. De oom van eiseres, bij wie ze sinds het overlijden van haar ouders heeft gewoond, heeft haar in 2013 gedwongen te huwen met [naam 1]. Ze verbleef bij deze man in Gibiyah, Guinee. Eiseres werd tijdens het huwelijk geslagen en verkracht en is in december 2016 gevlucht.
2. Bij het bestreden besluit is de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder c (misleiding), d (zich ontdoen van reisdocumenten) en e (afleggen van kennelijk inconsistente en valse verklaringen) van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Eiseres heeft thans geen documenten overgelegd om haar aanvraag te onderbouwen. Onderzoek in Visa Informatie Systeem van de EU (EU-Vis) wijst uit dat in 2016 aan eiseres een visum is verstrekt waarbij andere gegevens zijn opgegeven: [naam 2], geboren op [geboortedatum 2] te Kamsar. Het visum, dat geldig was van
24 augustus 2016 tot 8 oktober 2016, is in persoon verkregen, op grond van een paspoort met daarop een foto van eiseres en vingerafdrukken die overeenkomen met die van eiseres. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de Guinese nationaliteit geloofwaardig is, nu die blijkt uit de kopie van het paspoort in het visumdossier. De gestelde identiteit, herkomst en de verklaringen over het gedwongen huwelijk worden niet geloofd nu de verklaringen hierover strijdig zijn met het visumdossier. Zo blijken daaruit andere personalia. Uit het visumdossier blijkt dat eiseres een paspoort had, terwijl ze thans stelt dat ze nooit een eigen paspoort heeft gehad. Over de herkomst en het gedwongen huwelijk zijn kennelijk inconsistente verklaringen afgelegd gelet op de gegevens in het visumdossier. Zo blijkt uit het visumdossier dat eiseres in Conakry woont, terwijl ze thans tijdens het eerste gehoor heeft verklaard (pagina 7) dat ze van 2013 tot 2016 in Gibiyah heeft gewoond en nooit in Conakry is geweest. De visumaanvraag is op 16 augustus 2016 in Senegal door eiseres ondertekend, terwijl eiseres thans heeft verklaard dat ze (pas) in december 2016 naar Senegal is gereisd. Verder bevat de kopie van het paspoort in het visumdossier een uitreisstempel te Conakry en een inreisstempel te Senegal van 27 april 2015, terwijl eiseres thans heeft verklaard dat ze van 2013 tot december 2016 in Guinee verbleef. Eiseres komt daarom niet in aanmerking voor een asielvergunning.
3. Eiseres heeft daartegen - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
- Eiseres heeft nooit documenten gehad, alleen een schoolpas. Ze verkeert in bewijsnood.
- Eiseres betwist dat het visumdossier op haar ziet. Wellicht heeft de reisagent die in januari 2017 haar vingerafdrukken nam daar misbruik van gemaakt.
- Uitzetting naar Guinee levert strijd op met artikel 3 van het EVRM vanwege medische omstandigheden van eiseres. Ze heeft een cyste in haar baarmoeder waarvoor ze waarschijnlijk geopereerd moet worden. Dat is in Guinee niet mogelijk.
- Eiseres heeft ter onderbouwing van haar asielrelaas verwezen naar diverse algemene rapporten over huiselijk geweld en verkrachting in Guinee.
4. De rechtbank is van oordeel dat verweerder het standpunt dat de gestelde identiteit, herkomst en het relaas (de verklaringen over het gedwongen huwelijk) met de onder 2 weergegeven motivering voldoende deugdelijk heeft gemotiveerd. Verweerder is er terecht vanuit gegaan dat het visumdossier op eiseres ziet. Vingerafdrukken zijn uniek en persoonsgebonden. Ook de foto op de kopie van het paspoort dat zich in het visumdossier bevindt, vertoont gelijkenis met de foto die van eiseres is gemaakt bij indiening van de aanvraag. Eiseres dient met objectieve en concrete gegevens het tegendeel aannemelijk te maken. Daar is zij niet in geslaagd. De enkele stelling dat een reisagent mogelijk misbruik van de gegevens van eiseres heeft gemaakt faalt reeds omdat eiseres stelt dat zij de reisagent in januari 2017 heeft ontmoet, terwijl het visumdossier op 2016 ziet. Het beroep op bewijsnood faalt. Ook de verwijzing naar algemene stukken leidt niet tot een ander oordeel.
5. Nu de gestelde medische omstandigheden niet met stukken zijn onderbouwd, faalt ook de grond dat die omstandigheden strijd met artikel 3 van het EVRM zullen opleveren bij uitzetting naar Guinee.
6. Verweerder heeft de aanvraag reeds op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vw als kennelijk ongegrond kunnen afwijzen, nu verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiseres onjuiste informatie heeft verstrekt over haar identiteit dan wel de juiste gegevens daaromtrent heeft achtergehouden.
7. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.M. van Dijk-de Keuning, rechter, in tegenwoordigheid van S.A.K. Kurvink, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 24 mei 2017.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen een week na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.