Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[de man] ,
Procesverloop
Overwegingen
family life’ met zijn kinderen als bedoeld in artikel 8 van het EVRM. In dit kader overweegt de rechtbank als volgt.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 mei 2017 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, een man van Turkse nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier met als doel ‘8 EVRM/humanitair’. De rechtbank oordeelt dat de belangen van de kinderen van eiser, die onder toezicht van Bureau Jeugdzorg staan en in een pleeggezin wonen, onvoldoende zijn meegewogen door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiser, die licht verstandelijk beperkt is, heeft twee minderjarige kinderen die hij slechts sporadisch kan zien. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris niet zorgvuldig heeft gehandeld door de belangen van de kinderen niet volledig in kaart te brengen en de hoorplicht te schenden. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om binnen tien weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de belangen van de kinderen en de betrokken instanties in acht moeten worden genomen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en veroordeelt de staatssecretaris tot vergoeding van de proceskosten en griffierechten.