ECLI:NL:RBDHA:2017:6091

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 mei 2017
Publicatiedatum
7 juni 2017
Zaaknummer
AWB 17/8943
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag en minderjarigheid in het kader van de Dublinverordening

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 mei 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de asielaanvraag van eiseres, die stelt minderjarig te zijn. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft de asielaanvraag van eiseres niet in behandeling genomen, omdat België op grond van de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de aanvraag. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening om overdracht aan België te voorkomen.

Tijdens de zitting op 11 mei 2017 is eiseres niet verschenen, terwijl de gemachtigde van de staatssecretaris wel aanwezig was. De rechtbank heeft na afloop van het onderzoek ter zitting onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan. De rechtbank heeft overwogen dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat zij minderjarig is. Eiseres heeft in zowel Nederland als België verklaard meerderjarig te zijn en is als zodanig geregistreerd in beide lidstaten.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft besloten de asielaanvraag van eiseres niet in behandeling te nemen. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. W. Evenhuis. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 17/8943
V-nummer: [nummer]
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken 11 mei 2017 in de zaak tussen

[eiser], eiser

gemachtigde: mr. H.A.C. Klein Hesselink,
en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder,

gemachtigde: mr. N.H.T. Jansen.

Procesverloop

Bij besluit van 25 april 2017 (het bestreden besluit] heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres niet in behandeling genomen op grond van artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, omdat België op grond van Verordening (EU) nr. 604/2013 (de Dublinverordening) verantwoordelijk is voor de aanvraag.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Tevens heeft zij een voorlopige voorziening gevraagd ter voorkoming van overdracht aan België hangende het beroep.
Het onderzoek ter zitting heeft, samen met de behandeling van de zaak met nummer AWB 17/8944 plaatsgevonden op 11 mei 2017. Eiseres en haar gemachtigde zijn met voorafgaand bericht niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Ter zitting is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. De rechtbank doet na afloop van het onderzoek ter zitting onmiddellijk mondeling uitspraak. De rechtbank overweegt het volgende.
2. In geschil is of eiseres minderjarig is en of Nederland op grond van artikel 8, vierde lid, van de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiseres.
3. Eiseres stelt zich op het standpunt dat zij minderjarig is en dat zij niet mag worden overgedragen aan België. Zij heeft in België de onjuiste geboortedatum van [geboortedatum] heeft opgegeven. Eigenlijk zou uit moeten worden gegaan van de geboortedatum van [geboortedatum], genoemd in het aanmeld gehoor van 12 maart 2017.
4. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder in het bestreden besluit terecht overwogen dat eiseres deze verklaring op geen enkele wijze onderbouwd. Eiseres heeft gesteld dat zij beschikt over stukken die haar minderjarigheid kunnen onderbouwen, maar dat zij niet aan die stukken, behorende bij de Belgische asielprocedure, kan komen. De rechtbank volgt eiseres echter niet in haar stelling dat zij, om die enkele reden niet in staat zou zijn om haar gestelde minderjarigheid te onderbouwen. Niet is gebleken dat zij op enigerlei wijze heeft getracht om aan deze stukken te komen.
5. Eiseres heeft zowel in Nederland als in België verklaard meerderjarig te zijn en zij staat ook als zodanig geregistreerd in beide lid-staten. Gelet hierop heeft verweerder geen aanleiding hoeven zien om eiseres een leeftijdsonderzoek aan te bieden.
6. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiseres terecht niet in behandeling genomen.
7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. W. Evenhuis, griffier, op 11 mei 2017.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen één week na de dag van verzending van het proces-verbaal daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.