ECLI:NL:RBDHA:2017:6091
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en minderjarigheid in het kader van de Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 mei 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de asielaanvraag van eiseres, die stelt minderjarig te zijn. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft de asielaanvraag van eiseres niet in behandeling genomen, omdat België op grond van de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de aanvraag. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening om overdracht aan België te voorkomen.
Tijdens de zitting op 11 mei 2017 is eiseres niet verschenen, terwijl de gemachtigde van de staatssecretaris wel aanwezig was. De rechtbank heeft na afloop van het onderzoek ter zitting onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan. De rechtbank heeft overwogen dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat zij minderjarig is. Eiseres heeft in zowel Nederland als België verklaard meerderjarig te zijn en is als zodanig geregistreerd in beide lidstaten.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft besloten de asielaanvraag van eiseres niet in behandeling te nemen. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. W. Evenhuis. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.