ECLI:NL:RBDHA:2017:5682
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Don
- G.H.M. Smelt
- L.S.E. Prickartz
- Rechtspraak.nl
Heropening van de vereffening van een ontbonden besloten vennootschap na faillissement
Op 1 mei 2017 heeft mr. D.J.Q. Oostenbroek namens de Ontvanger van de Belastingdienst Midden- en Kleinbedrijf Inning Insolventies te Den Haag een verzoek ingediend om de vereffening van de besloten vennootschap [A] B.V. te heropenen op basis van artikel 2:23c van het Burgerlijk Wetboek. De vennootschap was eerder, op 9 oktober 2012, failliet verklaard, met mr. G.H.M. Smelt als rechter-commissaris en mr. L.S.E. Prickartz als curator. Het faillissement werd op 10 maart 2016 opgeheven wegens gebrek aan baten. Echter, op 26 januari 2017 ontving de voormalig curator een brief van de curator van [Y] B.V., mr. A.J. Nederhoed, waarin werd medegedeeld dat [A] B.V. recht heeft op een uitkering van € 11.757,76. De verzoeker heeft een preferente vordering van € 24.940,00 op [A] B.V. en heeft mr. L.S.E. Prickartz voorgesteld als vereffenaar.
De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 2:23c lid 1 BW de vereffening van een rechtspersoon kan worden heropend indien er na het opheffen van de rechtspersoon nog een schuldeiser of gerechtigde tot het saldo opkomt. De rechtbank oordeelt dat verzoeker als belanghebbende kan worden beschouwd en dat het verzoek toewijsbaar is. De rechtbank is van mening dat de door verzoeker aangevoerde feiten en omstandigheden voldoende zijn om de heropening van de vereffening te rechtvaardigen.
De rechtbank benoemt mr. L.S.E. Prickartz tot vereffenaar en mr. G.H.M. Smelt tot rechter-commissaris. Tevens wordt bepaald dat het salaris van de vereffenaar moet worden berekend volgens de ReCoFa richtlijnen voor faillissementen en surséances van betaling. De beschikking wordt bekendgemaakt via de website van de rechtspraak.