ECLI:NL:RBDHA:2017:5599
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Chr.A.J.F.M. Hensen
- C.W. de Wit
- A. Dantuma-Hieronymus
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in jachtzaak betreffende beschermde diersoorten
Op 24 mei 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het jagen op en het in bezit hebben van beschermde diersoorten, specifiek kuifeenden, op 31 januari 2015 in Voorschoten. De zaak kwam ter terechtzitting na verwijzing van de economische politierechter. De officier van justitie, mr. M.C. Plantenga, vorderde dat de verdachte schuldig werd bevonden aan de tenlastegelegde feiten, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. P.C.H. van Schooten, pleitte voor vrijspraak wegens gebrek aan bewijs.
Tijdens de zitting werd vastgesteld dat er op de betreffende dag een jachtpartij had plaatsgevonden, waarbij de verdachte en medeverdachten aanwezig waren. Een buitengewoon opsporingsambtenaar had melding gemaakt van het doden en in bezit hebben van kuifeenden, evenals het jagen buiten de toegestane tijd. De rechtbank beoordeelde de verklaringen van de betrokkenen en het bewijs dat door de officier van justitie was aangedragen.
De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat de verdachte de kuifeenden had geschoten of in bezit had gehad. Er waren geen duidelijke aanwijzingen dat de verdachte betrokken was bij het doden van de kuifeenden of dat hij buiten de toegestane tijd had gejaagd. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij deze had begaan. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was mr. M. Heirman-Huisman.