ECLI:NL:RBDHA:2017:5497
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Poustochkine
- M.A.J. van de Kar
- J. Montijn
- Rechtspraak.nl
Poging tot woninginbraak met geweld en vrijspraak van meerdere feiten
Op 22 mei 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van meerdere feiten, waaronder poging tot woninginbraak en het pinnen met gestolen bankpassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 18 november 2016 samen met een ander heeft geprobeerd in te breken in een woning in Gouda. De verdachte werd betrapt en heeft geweld gebruikt om te kunnen vluchten. De rechtbank heeft de impact van woninginbraken op slachtoffers benadrukt, waaronder materiële schade en gevoelens van onveiligheid. De verdachte heeft ontkend betrokken te zijn geweest bij de poging tot inbraak, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor zijn betrokkenheid. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden voor de poging tot diefstal, maar sprak hem vrij van de overige ten laste gelegde feiten, waaronder meerdere woninginbraken en het pinnen met gestolen bankpassen, omdat het bewijs daarvoor onvoldoende was. De rechtbank heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte werd vrijgesproken van de feiten waarop deze vorderingen betrekking hadden.