Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 september 2016 met producties;
- de exceptie van onbevoegdheid tevens conclusie van antwoord met producties;
- het tussenvonnis van 23 november 2016 waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- de conclusie van antwoord in het incident;
- het proces-verbaal van comparitie van 23 maart 2017 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
groot 144 m² b.v.o. begane grond en 29 m² b.v.o. op de verdiepinghierna ‘het gehuurde’ genoemd, gelegen te
Koningswerf 1(…)
parfumerieën, kado-artikelen, sieraden, cosmetica en schoonheidssalon.
€ 33.500,--(…)
toevoeging rechtbank] en ik een gesprek met [X] en [A] over de huurachterstand en de impasse die is ontstaan omtrent de renovatie en het daarover maken van afspraken. Wij hebben benadrukt dat de rol voor de gemeente zeer beperkt is en enkel ziet op haar positie van verhuurder. Afspraken over de tijdelijke situatie, de renovatie en de situatie na afronding van de renovatie zal [X] met OCHvG moeten bespreken en afhechten. (…)’
toevoeging rechtbank] kunnen wij u mededelen dat wij in beginsel akkoord zijn met uw oplossing. Er zijn 2 aanpassingen en 3 toevoegingen.
Wij zijn van mening dat wat uw cliënt van plan is met haar renovatieplan en de daaraan gekoppelde huurverhoging niet mogelijk is. Hoewel uw brief niet is voorzien van een renovatieplan, lijkt het ons zeer onmogelijk om een gerechtvaardigd renovatieplan met een dergelijke huurverhoging uit te voeren binnen slechts één week, waarbij de winkelunit – vol met risico gevoelige artikelen- niet behoeft te worden leeggeruimd. Naar onze mening is het slechts achterstallig onderhoud. Uw cliënt had dit in een veel eerder stadium en op reguliere basis moeten doen.
toevoeging rechtbank], is het aanbod van cliënte d.d. 25 april 2014 door uw adviseur, de heer [A] , bij zijn email van 10 mei 2014 afgewezen.
toevoeging rechtbank] en [B] bevestigd. Zij hebben tijdens het genoemde gesprek aangegeven dat de huidige huurovereenkomst kan worden voortgezet, waarbij slechts beperkte renovatiewerkzaamheden aan het gehuurde noodzakelijk zijn, maar u heeft aangegeven dat u in geen geval in het gehuurde wil blijven huren en dat u wenst te verhuizen naar het andere winkelpand.
3.Het geschil
in de hoofdzaak
Voor zover er geen overeenstemming zou zijn bereikt, stelt L'Odeur subsidiair dat OC gebonden is aan haar toezegging dat L'Odeur niet anders dan de andere zittende huurders zal worden behandeld en dat zij een redelijk renovatievoorstel tegemoet kan zien bij beëindiging conform de in de e-mail van 25 april 2014 genoemde uitgangspunten. Dit creëert een verbintenis die door OC moet worden nagekomen, althans naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid staat het OC niet meer vrij nakoming daarvan achterwege te laten. OC dient alsnog een redelijk renovatievoorstel aan L'Odeur te doen. Ook op grond van artikel 7:220 BW is OC hiertoe gehouden, nu het van L'Odeur niet kon worden gevergd dat zij gedurende de sloop en renovatie van het winkelcentrum haar onderneming daar zou blijven exploiteren.