ECLI:NL:RBDHA:2017:4952
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om tegemoetkoming in planschade en compensatie in natura door de gemeente Oegstgeest
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 mei 2017 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres, die een verzoek om tegemoetkoming in planschade had ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Oegstgeest. Eiseres, eigenaar van een bedrijventerrein, had schade geleden door de vaststelling van het bestemmingsplan 'Bedrijvengebied MEOB', dat de mogelijkheid om 34 bedrijfswoningen te realiseren had weggenomen. Het college had het verzoek om planschade afgewezen en compensatie in natura aangeboden. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het procesverloop uiteengezet, waarbij verweerder in eerdere besluiten het verzoek van eiseres om planschadevergoeding had afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de schade die eiseres lijdt als gevolg van het bestemmingsplan niet tot het normaal maatschappelijk risico behoort. De rechtbank heeft vastgesteld dat de compensatie in natura die door verweerder werd aangeboden, niet voldoende was om het planologisch nadeel te compenseren. Eiseres betoogde dat de voorwaarden voor het indienen van een omgevingsvergunning onredelijk waren en dat de kosten voor het ontwerpen van een bouwplan niet vergoed werden.
De rechtbank concludeerde dat de compensatie in natura niet voldoende was en dat de planologische voordelen van het bestemmingsplan niet opwogen tegen de nadelen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, omdat de rechtbank van mening was dat de door verweerder geboden compensatie in natura niet voldeed aan de eisen die aan een tegemoetkoming in planschade gesteld worden. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.