Uitspraak
V-nummer: [nummer]
Rechtbank Den Haag
Op 17 januari 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak NL17.25, waarin een verzoeker om asiel een voorlopige voorziening heeft aangevraagd. De aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd was door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie afgewezen op 2 januari 2017, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 12 januari 2017, waar de verzoeker werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. S. Zwiers, en de verweerder door mr. J.A.C.M. Prins. Tijdens de zitting is het onderzoek gesloten.
De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van 17 januari 2017, zaaknummer NL17.24, op het beroep beslist. Gezien deze uitspraak was er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen en de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 495, te betalen aan de verzoeker. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.