Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het (verdere) procesverloop
2.De (verdere) beoordeling
3.Beslissing
;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter op 3 mei 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiseres], en haar werkgever, de commanditaire vennootschap Apotheek de Nachtwacht Leiden C.V. De werknemer vorderde de vernietiging van de opzegging van haar arbeidsovereenkomst, nadat het UWV toestemming had gegeven voor het ontslag. De kantonrechter oordeelde dat de afspiegelingsregels correct waren toegepast en dat er een nieuwe vacature was, waardoor de werknemer in aanmerking kwam voor terugplaatsing. De opzegging door de werkgever werd vernietigd en de vordering tot doorbetaling van loon werd toegewezen.
De procedure begon met een tussenbeschikking op 4 januari 2017, waarin de kantonrechter de werknemer vroeg haar verzoeken nader te specificeren. De werknemer diende daarop een gewijzigde akte in op 1 februari 2017, waarin zij onder andere vroeg om de opzegging te vernietigen en haar werk te hervatten. De werkgever, De Nachtwacht, voerde aan dat er geen werk beschikbaar was, maar de kantonrechter oordeelde dat De Nachtwacht in strijd had gehandeld met de wederindiensttredingsvoorwaarde door een andere werknemer in dienst te nemen.
De kantonrechter concludeerde dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst vernietigbaar was op basis van artikel 7:681 lid 1 sub d BW. De opzegging werd als niet plaatsgevonden beschouwd, waardoor de arbeidsovereenkomst voortduurde. De werkgever werd veroordeeld om het loon van de werknemer te betalen, met een wettelijke verhoging en rente. Tevens werd De Nachtwacht veroordeeld om de werknemer in de gelegenheid te stellen haar werkzaamheden te hervatten, op straffe van een dwangsom. De kosten van de procedure werden aan de werkgever opgelegd.