ECLI:NL:RBDHA:2017:4536
Rechtbank Den Haag
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing machtiging tot voorlopig verblijf voor Eritrese eiser op basis van niet rechtsgeldig huwelijk en tegenstrijdige verklaringen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 april 2017 uitspraak gedaan in een beroep van een Eritrese eiser tegen een besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De eiser had een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis, nadat zijn gestelde echtgenote een verblijfsvergunning asiel had verkregen. De aanvraag werd afgewezen omdat de eiser alleen een kerkelijke huwelijksakte had overgelegd, die volgens de Nederlandse wetgeving niet als rechtsgeldig huwelijk wordt erkend. De rechtbank oordeelde dat de eiser en zijn referente niet konden aantonen dat er sprake was van een duurzame en exclusieve relatie, mede door tegenstrijdige verklaringen die zij hadden afgelegd over hun verblijfplaatsen en familieleden. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van rechtsgeldige huwelijksdocumenten en consistente verklaringen in asielprocedures.