Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het tussenvonnis van 27 juli 2016 (het tussenvonnis) en de daarin genoemde stukken;
- de akte van [eiser] ;
- de akte van de Staat.
2.De verdere beoordeling
het type littekens zijn van het soort foltertechnieken die op eiser zijn toegepast.”[eiser] heeft twee deskundigen genoemd die dergelijk onderzoek zouden kunnen uitvoeren. De Staat verzet zich tegen het benoemen van een forensisch deskundige met deze vraagstelling, door onder meer door aan te voeren dat het onmogelijk is vast te stellen dat de littekens van [eiser] het gevolg zijn van de door hem gestelde foltering in 1947. Niet staat echter vast dat het door [eiser] voorgestelde onderzoek bij voorbaat zinledig is. De rechtbank kan daarop niet vooruit lopen. Zij zal dus overgaan tot de verzochte benoeming van een deskundige. De Staat heeft zich daarover nog niet uitgelaten. Daarnaast worden beide partijen, eerst [eiser] , in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de vragen die de rechtbank voornemens is te stellen, te weten: